Bron: overloopgebieden noodzakelijk
Het is in de nacht van 31 januari op 1 februari 1953. Normaal komt de waterstand bij vloed gemiddeld 80 centimeter boven Normaal Amsterdams Peil. Nu bereiken de golven op zee een hoogte van 385 centimeter, op de meeste plaatsen zelfs nog hoger.
De hoofddirectie van Rijkswaterstaat maakt zich zorgen en stuurt berichten dat het water gevaarlijk hoog kan stijgen tijdens de vloed.
Doordat de storm op 31 januari de golven voort blijft stuwen, kan het niet terug de zee in lopen. Iets wat anders wel gebeurt wanneer het eb wordt.
De dijken krijgen het zwaar te verduren. Het water blijft tegen ze aanbeuken. Om 3 uur ’s nachts kunnen de dijken de druk niet meer aan en breken. Het water stroomt de polders binnen. De bevolking wordt er compleet door verrast. Niemand heeft dit verwacht. Ook delen van Brabant kwamen onder water te liggen. Tijdens de waternoodramp in 1953 zijn 1835 mensen omgekomen, vele dorpen kwamen onder water te staan en zijn verwoest.
Wat er is gebeurd in 1953 is verschrikkelijk en we moeten voorkomen dat de geschiedenis zich herhaalt. Met de klimaatsveranderingen, zeespiegelstijging en bodemdaling lijkt er een nieuwe ramp aan te komen. Nederland wordt in de 21e eeuw van 4 kanten ingehaald door water.
- Aan de linkerkant door de stijging van zeespiegel.
- Aan de rechterkant door de steeds groter wordende aanvoer van water door de grote rivieren.
- Van boven door toenemende neerslag in de wintermaanden.
- En door de bodemdaling die veroorzaakt wordt door het inklinken van het veen.
Prins Willem-Alexander bij een zojuist geopende noodoverloopgebied in de Biesbosch
De inzet van noodoverloopgebieden kan helpen om slachtoffers en schade te beperken. Als het rivierwater er gecontroleerd wordt ingelaten, stijgt de waterstand stroomafwaarts niet verder en zorgen de dijken voor de vereiste veiligheid. Het effect is het grootst als je het water kort bij de grens opvangt. De noodoverloopgebieden moeten dus zo veel mogelijk stroomopwaarts liggen. Anders lopen de gebieden bij de grens ongecontroleerd onder. Als de overloopgebieden daar liggen dan blijven de gebieden verder stroomafwaarts gespaard.
Een grootscheepse evacuatie en een overstroming op een onvoorspelbare plaats met mogelijk slachtoffers en veel schade, zijn met overloopgebieden grotendeels te voorkomen.