Het Verenigd Koninkrijk

 

Standpunt met betrekking tot ‘Operation Iraqi Freedom’

De Verenigde Staten hebben in het Verenigde Koninkrijk een trouwe bondgenoot. De goede band tussen de beide naties komt tot uitdrukking gedurende de nasleep van de aanvallen van 11 september 2001 op het World Trade Center in New York en het Pentagon. Premier Tony Blair betuigde toen als eerste volledige solidariteit met de VS en nam het voortouw bij de opbouw van een internationale coalitie tegen het terrorisme.

De Britse professionele krijgsmacht is op basis van de "Strategic Defense Review" – uit 1998 en in 2002 geactualiseerd naar aanleiding van de terroristische aanslagen van 11 september 2001 -toegesneden op het huidige en toekomstige dreigingsbeeld. De 45.000 Britse soldaten die aan Operation Iraqi Freedom deelnemen, zijn dan ook mentaal en materieel goed voorbereid voor een dergelijke gevaarlijke actie. Ze zijn tot nu toe voornamelijk actief in het zuiden van Irak, rond de havensteden Umm Qasr en Basra.

 

Achtergronden
Operation Iraqi Freedom en het eigenzinnige optreden van de Verenigde Staten brengt grote verdeeldheid binnen de Europese Unie. Uiteindelijk zijn alleen Engeland en Spanje bereid de VS politiek en militair te steunen. Ook binnen de VN is er onenigheid hoe het ‘probleem Saddam’ aan te pakken. Ondanks het feit dat Engeland permanent lid is (en een vetostem heeft) weet het de andere landen er niet van te overtuigen dat een aanval op Saddam de beste oplossing voor het conflict is. De motivatie van Tony Blair om toch de kant van de VS te kiezen en daarmee de veiligheidsraad te negeren, lijkt op de motivatie van President Bush. Beide mannen zeggen Irak te willen bevrijden van Saddam, mogelijke terroristen uitschakelen, de mensenrechten invoeren en van Irak een democratisch georiënteerde staat maken. Blair laat geen gelegenheid onbenut om deze ideële motieven te benadrukken, want het wantrouwen dat imperialistische motieven en de waarborg van olietoevoer minstens een even grote rol spelen, is algemeen.

Ook nu de strijd in volle hevigheid aan de gang is, worden de humanitaire doelstelling van de oorlog steeds toegelicht. Blair spreekt van een roadmap, een plan van aanpak, dat naast militaire actie, voorziet in humanitaire hulp en her-opbouw van het land. Ook is hij een grote voorstander van een bestuurlijke rol voor de UN in het post-Saddam Irak. Daarmee verschilt hij wel van mening met de Verenigde Staten, die al laten doorschemeren dat – aangezien zij de grootste kastanjers uit het vuur halen – ze zeker niet van plan zijn hun machtsinvloed uit handen te geven.