SYRIË (Syrische Arabische Republiek)

 

Vlag
Drie gelijke strepen rood, wit en zwart. In de witte streep twee vijfpuntige groene sterren.

 

Staatshoofd
President Bashar al-Assad

 

Staatsvorm
Democratische Socialistische Volksrepubliek
Feitelijk sinds 1963 een militair regime, dat gebruikt maakt van veiligheidsdiensten. Deze diensten hebben sinds de afkondiging van noodtoestand in 1963 grote bevoegdheden, waarbij ze buiten het rechtssysteem om mogen werken. De noodtoestand is uitgeroepen vanwege het conflict met Israël en is nog steeds van kracht.

 

Bevolkingssamenstelling
Arabieren 90%
Koerden 10%.

 

Religie
Soennitische moslims 69%
Sji’ietische moslims 12%
Christenen 12%

 

Standpunt met betrekking tot ‘Operation Iraqi Freedom’
Syrië is lid van de VN, de Organisatie van Niet-gebonden Landen, de Arabische Liga en de Islamitische Conferentie. Via deze fora heeft Syrië in de aanloop naar de Golfoorlog van 2003 gepleit voor een niet-gewelddadige oplossing voor het conflict tussen Irak en VN en coalitie. De rol van Syrië binnen de VN wordt groter als het land op 1 januari 2002 een non-permanent lid van de Veiligheidsraad wordt als afgevaardigde van de Aziatische Groep. In deze rol schaart Syrië zich in de aanloop naar de Golfoorlog van 2003 bij de ‘twijfelaars’ binnenin deze raad. Deze landen wijzen de harde aanpak van Irak af die de VS en Groot-Brittannië willen voeren. Maar ze staan ook niet vierkant achter landen als Frankrijk die Irak langer de tijd willen geven om aan de verplichtingen van Resolutie 1441 te voldoen en onder geen beding in willen stemmen met een resolutie waarin de VS en Groot-Brittannië toestemming krijgen om Irak aan te vallen

 

Achtergronden
De betrekkingen tussen Syrië en Irak zijn niet vriendelijk, hoewel die de laatste tijd lijken te verbeteren. Ze worden nog steeds belast door een oude rivaliteit tussen de Ba’athpartij in beide landen. Beide sterk aan elkaar verwante partijen strijden om de hegemonie binnen deze beweging (Ba’ath = Hergeboorte). Ook zijn er geschillen tussen beide landen over het beschikbare rivierwater. Hoe koel de betrekkingen zijn, blijkt wel voor en tijdens de Golfoorlog van 1991. Bij die oorlog koos Syrië de kant van de anti-Irak-coalitie (net als de meeste andere Arabische landen) en sluit ze pijpleidingen af waar olie van Irak door vervoerd wordt Na deze oorlog kwam er een stroom Arabisch geld naar Syrië op gang, welke zorgde voor een belangrijke economische opleving die enkele jaren aanhield.

Situatie van de Koerden:
In Syrië hebben mensen die niet van Arabische afkomst zijn, geen culturele rechten. Dat geldt dus ook voor Koerden. Onderwijs in de Koerdische taal en Koerdische kranten worden niet getolereerd en het vieren van Koerdische festiviteiten wordt belemmerd. De groep Koerden, die in de jaren ’60 de nationaliteit is ontnomen, is evenals hun nageslacht tot op heden staatloos. De Syrische regering liet in maart 1998 een delegatie van Amnesty International toe. Hoewel de dialoog over deze kwestie hiermee werd heropend, is de situatie voor deze groep echter niet opvallend verbeterd.