De Europese Unie als doelwit
Op 11 maart 2004 pleegden enkele mannen bomaanslagen op treinen in Madrid in Spanje. Daarbij werden 193 mensen gedood. Op 7 juli 2005 vonden er bloedige aanslagen plaats in Londen in Engeland. Sindsdien zijn veel mensen in de EU bang voor nieuwe aanslagen.
Daarom probeert de overheid aanslagen te voorkomen. De politie en de veiligheidsdiensten moeten er alles aan doen om terroristen op te sporen.
Die veiligheidsdiensten en de politie hebben daarvoor informatie nodig. En daar zit het probleem. Hoe kom je aan die informatie? Mag je brieven controleren, of e-mails van allerlei mensen lezen? Mag je bij mensen naar binnen kijken of hun telefoons afluisteren?
Anders gezegd: de kans is groot dat het werk van opsporingsdiensten onze privacy aantast. In deze opdracht gaan jullie daar over nadenken: mag de overheid onze privacy aantasten in het belang van de veiligheid? En wanneer dan wel? Altijd of alleen als het nodig is of helemaal nooit?
Mag de Europese Commissie op deze manier in jouw e-mail kijken om terrorisme te voorkomen?
De opdracht heeft drie onderdelen:
- Onderzoek hoe de opsporing van terroristen gevolgen heeft voor onze privacy.
- Bedenk wat je daarvan vindt: ‘prima, het is voor onze veiligheid’ of ‘van onze privacy moet iedereen afblijven’.
- Daarna maken jullie een petitie voor de Europese Commissie.
– Roep de Europese Commissie op alles te doen om nieuwe aanslagen te voorkomen. Ook als de privacy eronder te lijden heeft;
– Roep de Europese Commissie op om nieuwe aanslagen te voorkomen, maar geef aan dat je niet elke schending van je privacy op prijs stelt. Schrijf op wat van jou wel en wat niet mag.