Sonar Bangla, ‘Gouden Bengalen’, zeggen de bewoners van Bangladesh zelf. Ze ontlenen deze uitspraak aan een regel uit
het volkslied: Amar sona Bangla, ami tomay bhalobashi: Mijn gouden Bengalen, ik hou van jou
(Bengalen is een andere naam voor Bangladesh). Ze zien voor zichzelf een gouden toekomst omdat ze wonen in
een land waar twaalf maanden per jaar aan landbouw kan worden gedaan. Een land waar drie rijstoogsten
per jaar mogelijk zijn. Waar elk jaar dankzij de overstromingen een vruchtbaar laagje klei wordt afgezet.
Een land met zoveel vissen dat de netten soms bijna te zwaar zijn om op te hijsen.
Ze hebben het vaak moeilijk, dat geven de Bengalen -zoals de inwoners van Bangladesh heten- grif
toe, maar ze beschikken over een enorme veerkracht. Na elke slechte oogst, na elke overstroming, na elke
begrafenis van een hongerdode gaan ze weer aan de slag. Opnieuw beginnen. Hopen dat het dit jaar beter
gaat.
Wie heeft er gelijk? De westerlingen die alleen kijken naar de tegenslagen of de Bengalen die geloven in een betere toekomst? Oordeel zelf, na het lezen van dit informatiepakket.
Sonar Bangla - Het gouden Bengalen Mijn gouden Bengalen, ik hou van jou. Je hemel, je lucht laten mijn hart zingen alsof het een fluit is. O moeder, in de lente maakt de geurvan je mango-boomgaarden mij wild van vreugde. Wat een beleving, o moeder, in de herfst, in de bloeiende rijstvelden heb ik overal zoete glimlachen gezien. Wat een schoonheid, wat een nuances, wat een liefde, wat een genegenheid. Wat een deken heeft u gespreid aan de voet van de vijgenbomen langs de oevers van de rivier. O moeder, de woorden van uw lippen zijn nectar voor mijn oren. Wat een belevenis, moeder, wanneer verdriet een schaduw werpt over uw gezicht, zijn mijn ogen gevuld met tranen. Het volkslied van Bangladesh - een gedicht van de Bengaalse dichter Rabindranath Tagore
De vlag van Ghana Praja Tantri Bangladesh, de Volksrepubliek Bangladesh, bestaat uit
een groen vlak met een rode cirkel in het midden. Het groen staat voor de vruchtbaarheid van het land en
de islam. De rode schijf staat voor het bloed dat vergoten is in de vrijheidsstrijd. Het wapen van Bangladesh
bevat een waterlelie binnen een krans van rijsthalmen, een twijgje van jute en vier sterren. De sterren staan
voor nationalisme, socialisme, democratie en vrijzinnigheid. Volgens Sheik Mujibur Rahman zijn dit de motieven
van de Bengalen in hun streven naar onafhankelijkheid.
Geografie
Bangladesh ligt in het Oosten van Azië. Aan drie kanten wordt het ingeklemd door India. In het
noorden kijken de Bengalen tegen de Himalaya op. In het zuiden vormt de Bengaalse golf de grens.
Bangladesh is een delta. Net als Nederland wordt het land doorkruist door rivieren. De twee
belangrijkste rivieren zijn de Ganges en de Brahmaputra.
Hoofdstad van Bangladesh is Dhaka, dat ook wel als Dacca wordt
geschreven. In de hoofdstad wonen zes miljoen mensen. Andere grote steden zijn Chittagong (1,4 miljoen
inwoners) en Khulna (650.000 inwoners).
De meeste mensen wonen echter op het platteland en leven van de landbouw. Vooral de verbouw van jute
is heel belangrijk (een jutetakje is daarom opgenomen in het wapen van Bangladesh). De vraag naar jute
in het buitenland wordt echter steeds kleiner, waardoor er steeds minder wordt verkocht.
Het land is vier keer zo groot als Nederland, maar heeft acht keer zoveel inwoners, zo’n 120 miljoen.
Bangladesh is een dichtbevolkt land. Samen met Nederland staat het land in de top vijf van dichtbevolkte
landen. Van Nederland zegt men al dat het zo dichtbevolkt is: 366 mensen per vierkante kilometer. In
Bangladesh is dat meer dan twee keer zoveel: 800 mensen per km2. Het land is zo dichtbevolkt dat veel
mensen op gevaarlijke plekken moeten wonen, bijvoorbeeld op plaatsen die bij een overstroming
gemakkelijk onder water lopen. Helaas vernielen orkanen en grote overstromingen nog regelmatig huizen
en gewassen, waarbij veel mensen verdrinken. Bangladesh probeert daar wat aan te doen met hulp van mensen uit het buitenland, ook uit Nederland, bijvoorbeeld door dijken aan te leggen (zie ook het
hoofdstuk over water vanaf pagina 7).
Langzaamaan worden het boeddhisme en het hindoeïsme verdrongen door de islam. Dit geloof wordt meegebracht door veroveraars uit Iran en Afghanistan.
In 1576 wordt Bangladesh zelfs ingelijfd bij het rijk van de islamitische sultan Akbar de Grote. Bangladesh is dan een provincie van het rijk der
Groot-Mogols.
In die tijd laten ook Europese landen hun oog vallen op de rijkdommen van Bangladesh. Witte peper, gember, lak, indigo, rijst, katoen, zijde en
vooral de mousselines zijn wereldberoemd.
Mousselines zijn ragfijne doeken van zijde. Een heel beroemde mousseline bevindt zich in het Nationale Museum in Dhaka. Het doek is tien meter
lang en een meter breed. Het is zo fijn dat het door een ringetje gehaald kan worden en in een
luciferdoosje past. De bijnamen van mousseline zijn stromend water’ (op water is het doek onzichtbaar), ochtenddauw’ (gelegen op grashalmen blijft het daaraan vastplakken) en geweven
lucht’ (als je het in de lucht gooit, blijft het zweven). Vanwege de vele rijkdommen -waar de Mogol-vorsten flink aan verdienen- noemen deze
vorsten Bangladesh het paradijs op aarde.
Lange tijd weten de Mogol-vorsten de Europeanen met succes buiten de deur te houden.
De Nederlanders pakken het slimmer aan. Zij proberen niet Bangladesh te veroveren, maar vestigen aan de monding van de Ganges een handels-
kantoor. De Verenigde Oostindische Compagnie (VOC) heeft op gegeven moment zelfs 750 zijdewevers in haar dienst. Later komt er ook een
VOC-kantoor in Dhaka. In deze Hollandse kantoren is het een vrijgevochten bende. Corruptie en zelfverrijking zijn aan de orde van de dag.
Rond 1750, na de dood van sultan Aurangzeb, verliezen de Mogol-vorsten de macht over Bangladesh.
Brits-Indië
Rond 1750 nemen de Britten de macht over. Zij
gooien de andere koloniale machten -waaronder de Nederlanders- en de Mogol-machthebbers het
land uit. India en Bengalen vormen nu één land, Brits-Indië genaamd. De Britten plunderen het
land. Het Engelse woord voor plunderen ‘to loot’ is rechtstreeks uit de Bengaalse taal overgenomen.
Van het paradijs van de Groot-Mogols is al spoedig niets meer over. De East India Company
maakt grote winsten met de uitvoer van textielproducten naar Brittanië. Maar de arbeidsomstandigheden zijn allerbelabberst.
Faroek kan zijn oren niet geloven. Hij weet dat zijn grootvader nooit leugens vertelt. “Waarom zou een wever zijn duimen er zomaar afsnijden?
Dan kan hij immers nooit meer werken?”, vraagt hij aan zijn opa.
“Dat was ook precies de bedoeling; alles liever dan werken als slaaf om de buitenlanders er met de winst vandoor te zien gaan”, zegt de oude man.
“Konden ze niet gewoon staken of een ander beroep uitzoeken?”, houdt Faroek aan.
Weer schudt grootvader het hoofd. “Als ze wisten dat je wever was, moest je weven en anders was je je leven niet zeker. Er waren er al genoeg die een weigering met hun leven hadden moeten bekopen.” Faroek weet niet wat hij hiervan moet denken, het is allemaal al zo lang geleden. Toch worden zulke verhalen nog steeds onder de
Bengalen verteld. Faroek weet wel zeker dat er vroeger in Bangladesh veel geld te verdienen was.
Zeker is ook dat de Europeanen niet terugschrokken voor geweld.
Ten tijde van de Industriële Revolutie (eind 18e, begin 19e eeuw) komen de zaken anders te liggen. Verwerking van katoen en zijde gebeurt niet langer door mensenhanden in Brits-Indië, maar in fabrieken in Groot-Brittanië. Duizenden wevers en handswerklieden raken werkloos. Ook scheepswerven, metaalwerkplaatsen, glas- en papierfabrieken sluiten de poorten. Ook op het platteland verandert er veel. Traditioneel verbouwen de boeren rijst voor verkoop en hun eigen gezin. De Britten dwingen de boeren indigoplanten te verbouwen. Indigo wordt gebruikt als kleurstof in Europa. De boeren houden te weinig akkers over voor rijstverbouw. De prijzen stijgen zo hard dat de arme boeren de rijst niet meer kunnen betalen. Ze komen in opstand, maar deze Indigo-opstand wordt neergeslagen.
Tweedeling
Pas na de Tweede Wereldoorlog trekken de Britten zich terug. Het gebied wordt in tweeën
verdeeld volgens godsdienstige grenzen: India is voor de hindoes, Pakistan voor de moslims. Pakistan
op zijn beurt is ook in tweeën gedeeld: West- en Oost-Pakistan. Beide delen liggen meer dan 1500
kilometer uit elkaar! De Oost-Pakistanen voelen zich achtergesteld bij de West-Pakistanen. Deze laatsten krijgen alle belangrijke banen.
Als de regering van Pakistan de West-Pakistaanse taal Urdu voor heel Pakistan verplicht wil stellen, breken er rellen uit
in Oost-Pakistan. Deze Taalbeweging krijgt haar zin: ook het Bengaals wordt een nationale taal. De
onrust blijft echter bestaan.
‘Operatie Bengalen’
In 1971 komt het tot een gewapend treffen tussen het (West-)Pakistaanse leger en Oost-Pakistaanse
vrijheidsstrijders. Het leger doodt in Operatie Bengalen’ meer dan één miljoen mensen, vooral
burgers. Vijf miljoen mensen vluchten naar buurland India. De Indiase regering ziet dit met lede ogen
aan en besluit in te grijpen. In twee weken is het pleit beslist. Oost-Pakistan wordt onafhankelijk. De nieuwe
naam is Bangladesh.
Onvrij in ‘Vrij Bengalen’
Bangladesh is bevrijd van (West-)Pakistaanse overheersing. De inwoners zijn echter nog steeds
niet vrij. Mujibur Rahman, die de eretitel ‘vader des vaderlands’ kreeg, was een goede vrijheidsstrijder, maar blijkt een slecht regeringsleider te
zijn. Onder zijn bewind wordt maar weinig voor de bevolking gedaan. Van de ontwikkelingsprogramma’s die de regering op touw zet, profiteren
niet de armen, voor wie de programma’s bedoeld zijn, maar de rijkere groepen.
Het land vervalt in een chaos. Banken worden geplunderd. Zesduizend politieke tegenstanders worden uit de weg
geruimd. Rahman verbiedt alle andere politieke partijen. Alleen zijn eigen partij BAKSAL is nog toegestaan.
In 1974 krijgt Bangladesh te maken met een hongersnood. De regering doet weinig voor de eigen
bevolking. Het volk mort. Met steeds hardere hand worden de mensen onder de duim gehouden.
(slachtoffers van de hongernood worden opgevangen)
Binnen het leger groeit de onvrede. Als in 1975 jonge officieren de vader des vaderlands’ vermoorden, zijn er nog weinig mensen die om hem
treuren. Binnen een jaar zijn er drie staatsgrepen in Bangladesh. Bij de derde staatsgreep komt Zia-ur Rahman aan de macht. Hij heft BAKSAL op
en staat meer politieke partijen toe. Zelf richt hij de Bangladesh National Party op (BNP). Zia regeert als een echte dictator. Hij benoemt zichzelf
tot staatshoofd, hoofd van het leger, regeringsleider en voorzitter van de BNP. Op alle hoge posten benoemt hij zijn eigen mannetjes. In 1979
haalt zijn partij een monsterzege door fraude bij de verkiezingen. Al met al maakt hij zichzelf weinig populair. In 1981 wordt Zia-ur Rahman bij
een staatsgreep gedood. Hij wordt opgevolgd door weer een andere generaal: Hossain Muhammed Ershad. De ene dictator volgt de andere op.
Ook Ershad richt een eigen politieke partij op -de Jatiya Party (JP)- die door fraude alle verkiezingen wint. Maar ook Ershad redt het niet. Na massale
protesten tegen zijn bewind moet hij in december 1990 aftreden.
De tweede bevrijding van Bangladesh
Na 15 jaar lang geregeerd te zijn door militaire dictators vinden in Bangadesh in 1991 voor het eerst vrije en eerlijke verkiezingen plaats. Maar
liefst zeventig verschillende politieke partijen stellen kandidaten voor de driehonderd zetels in het parlement. De verkiezingscampagne verloopt
zonder geweld. Volgens internationale waarnemers wordt er nauwelijks fraude gepleegd. De Bangladesh National Party komt als overwinnaar
te voorschijn. Aan het hoofd van de BNP staat de weduwe van Zia-ur Rahman. Begum Khaleda Zia, in 1945 geboren als dochter van een koopman,
wordt op dertienjarige leeftijd uitgehuwelijkt aan legerkapitein Rahman. Na de moord op haar man in 1981 neemt zij in 1984 de voorzittershamer
van de BNP over. Zij zet zich in voor verhoging van de landbouwproductie en verbetering van de geboortenplanning, het onderwijs en de
gezondheidszorg. Van de driehonderd zetels wint de BNP er 142. Naast de driehonderd rechtstreeks gekozen zetels zijn er dertig zetels
gereserveerd voor vrouwen. Deze dertig vrouwelijke parlementariërs worden gekozen door de driehonderd rechtststreeks gekozen
parlementsleden. Van deze dertig zetels wint de BNP er 28. Met in totaal 170 van de 330 zetels beschikt de eerste
vrouwelijke premier van Bangladesh over een meerderheid in het parlement.
De verkiezingen zijn de eerste stap op weg naar wat wel Bangladesh’ tweede bevrijding wordt genoemd. Een tweede stap volgt in 1992. Dan ruilt het parlement het presidentiële stelsel in voor het parlementaire systeem. Dat wil zeggen dat niet meer de president alle macht in handen heeft, maar de volksvertegenwoordiging.
Het zit Begum Khaleda Zia niet mee. Zes weken nadat ze premier is geworden, wordt het land getroffen door een verwoestende orkaan vergezeld
van enorme vloedgolven. Meer dan honderdduizend mensen komen om het leven. Vee verdrinkt
massaal. Tien miljoen mensen verliezen hun hele oogst of een deel ervan. De regering heeft haar
zaakjes nog niet voldoende op orde om op de juiste wijze in te grijpen.
Maar ook op andere terreinen loopt niet alles naar wens. Alle politieke partijen hebben eigen studentenafdelingen. Studenten van de BNP en van de
grootste oppositiepartij bevechten elkaar op leven en dood. Het geweld loopt zo uit de hand dat de
(vrouwelijke aanhangers houden een portret van Begum Khaleda Zia omhoog)
twee partijen zich gedwongen zien hun studentenafdelingen op te heffen.
Leden van de oppositie beschuldigen de regering van Khaleda Zia dat ze teveel toegeeft aan het
Internationaal Monetair Fonds, de Wereldbank en andere donororganisaties. Deze willen dat
Bangladesh flink bezuinigt op de staatsuitgaven.
Daarnaast krijgt Khaleda Zia te maken met stakingen voor forse salarisverhogingen van de
ambtenaren en later ook van de arbeiders in de jute-industrie en de wegenbouw. Regelmatig worden actieve
leden van linkse politieke partijen slachtoffer van bomaanslagen die waarschijnlijk gepleegd worden
door fanatieke islamieten die van Bangladesh een islamitische staat willen maken.
Maar ook het aantal overvallen en berovingen neemt schrikbarend toe. Alleen al in de maand
augustus 1992 worden 17.000 criminelen gevangen gezet. Het geweld, de criminaliteit en de chaos zijn onder het bewind van Begum Khaleda Zia
sterk toegenomen. De vraag is of een andere regering het beter had kunnen doen
WATER: BESTE VRIEND EN GROOTSTE VIJAND
IN NEDERLAND EN BANGLADESH
Ook voor wassen, schoonmaken en koken worden grote hoeveelheden water gebruikt. In Nederland
worden steeds meer machines gebruikt die veel water verbruiken zoals wasmachines, afwasmachines
en tuinsproeiers. De mensen in Nederland gebruiken meer dan 125 liter water per persoon per dag.
In Bangladesh daarentegen is dit maar 12 liter per persoon per dag…
Dear Susan, Amsterdam, 1996 Na een voorspoedige vlucht met de KLM ben ik nu in het natte en winderige Nederland aangekomen. Wat een wonderbaarlijk landje is dit. Want zelfs in mijn hotelkamer zit ik lager dan de zeespiegel! Mijn vriend Peter heeft het proberen uit te leggen. Het water van de zee en de rivieren staat hoger dan grote delen van het land. Maar door duinen en dijken die je overal ziet, wordt het tegengehouden! In feite leven ze dus in een put. "Zijn jullie nou nooit eens bang?", vroeg ik Peter, maar dat vond hij een komische vraag. Die Nederlanders zijn trouwens genieën als je ziet wat ze met water kunnen doen. Met allerlei machines en molens houden ze de lage stukken land droog. Ze kunnen zelfs van water land maken. Nu snap ik pas het Franse spreekwoord: God schiep de hele wereld, behalve Holland, want dat hebben de Hollanders zelf gedaan!' Groetjes uit dit lage landje aan zee, Love Billy * * * !
Billy is een toerist die aan zijn vriendin in Amerika in een brief zijn verbazing over Nederland uitspreekt.
Hij heeft gelijk. Zonder duinen en dijken zou een groot deel van Nederland onder water staan.
Nijmegen en Arnhem, die nu meer dan 100 kilometer landinwaarts liggen, zouden ineens aan zee
liggen. Alleen de hogere delen van Nederland (Overijssel, een deel van Gelderland, Brabant en
Limburg) komen dan nog boven zeeniveau uit. Van oudsher strijden de Nederlanders al tegen het
water. De eerste huizen worden op terpen (een soort vluchtheuvels) gebouwd. Vanaf 1000 na
Christus worden tussen de terpen verbindingen gelegd: de eerste dijken! Sindsdien is Nederland
bezig geweest om nieuw land op het water te winnen. Denk onder meer aan de Wieringermeerpolder, de
Noordoost-polder en Flevoland. Met recht kan Nederland een waterland genoemd
worden.
Bangladesh waterland
Ook Bangladesh is een echt waterland. Het laagland wordt doorsneden door tientallen rivieren.
Tezamen vormen de vele rivieren van Bangladesh een efficiënt transportsysteem. Het land
heeft tien grote binnenlandse havens en meer dan 1400 veerponten. Vervoer over water is verreweg
het goedkoopst. De drukbevaren rivieren zijn tegelijkertijd grote obstakels voor het verkeer over
de weg of per spoor.
In de natte moessontijd treden de rivieren buiten hun oevers. Een moesson is een wind die in de zomer
van zee naar land waait en in de winter van land naar zee. Gedurende zo’n ‘moessonperiode’ blijft
de wind uit dezelfde richting waaien. Voor Bangladesh betekent dit dat gedurende enkele maanden
per jaar in de ‘natte moessontijd’ maar liefst eenderde van het land onder water staat. Wegen
en bruggen zijn dan onbegaanbaar.
In de regentijd stroomt al het rivierwater zo ver de Golf van Bengalen in, dat de grens tussen het
zoete rivier- en het zoute zeewater tientallen kilometers naar het zuiden opschuift. De delta is gewoonweg
niet te temmen. Jaarlijks krijgt Bangladesh 1400 miljard m3 water te verwerken. Dat is genoeg om al
het land met een laag water van tien meter dik te bedekken.
Toch zijn de Bengalen blij met het water. Al duizenden jaren kunnen de boeren dankzij het vruchtbare
slib dat met het water op hun gronden terechtkomt rijst verbouwen zonder dat de grond uitput.
Iedere inwoner van Bangladesh weet het: water is je grootste vijand, maar ook je beste vriend.
De strijd tegen water
Wie in Nederland over de watersnoodramp praat, heeft het over de doorbraak van de dijken in Zeeland in
1953. Bijna heel Zeeland kwam onder water te staan. 1850 mensen kwamen om in het water, duizenden
anderen verloren alles wat ze hadden. Om herhaling te voorkomen heeft Nederland miljarden guldens
gestoken in de aanleg van de Deltawerken.
(een ver buiten zijn oevers getreden rivier; de voetbrug geeft de normale breedte van de rivier aan)
In Bangladesh hebben ze niet een, maar vele watersnoodrampen meegemaakt. Vele jaren lang
zwiepen tropische wervelstormen het zeewater ver het land op en raken mensen huis en haard kwijt door
zware overstromingen. In 1991 spoelen golven van zes meter hoog over de kust en de eilanden, opgejaagd
door windvlagen van 235 km per uur. Zo’n 138 duizend mensen komen om.
De inwoners van Bangladesh proberen zich op verschillende manieren te beschermen tegen het water.
Ze proberen hun bezittingen te beschermen door hun woningen op terpen te bouwen. Langs de kust zijn
tot vijftig kilometer landinwaarts enorme betonnen schuilhutten gebouwd. In tegenstelling tot Nederland
heeft Bangladesh niet het geld om helemaal alleen grote dijken aan te leggen.
Het land krijgt daarbij steun uit het buitenland, van ontwikkelingsorganisaties als Novib en van bedrijven. Het Nijmeegse bedrijf
Haskoning bijvoorbeeld heeft voor Bangladesh al tientallen dijken ontworpen.
Machines zijn peperduur in Bangladesh, arbeidskrachten niet. Via een ‘werk voor voedsel’-programma
worden duizenden Bengalen ingezet bij de aanleg van dijken die een ramp als in 1991 moeten voorkomen.
EEN VAN DE ARMSTE LANDEN TER WERELD
Kritiek op het Bruto Nationaal Product
Er is wat vreemds aan de hand met het BNP. Groeit het BNP, dan groeit ook de welvaart zeggen
veel economen. Maar economische groei wil niet altijd zeggen dat het beter gaat met een land. Neem
een overstroming. Het klinkt gek, maar een overstroming draagt bij aan het BNP.
Immers, er is schade die hersteld moet worden, bijvoorbeeld aan huizen en bruggen. Zelfs als er gewonden
vallen is dat ‘goed voor de economie’. De artsen die gewonden helpen verdienen eraan, mensen moeten
medicijnen kopen, waar de geneesmiddelenfabrikant en de apotheker weer aan verdienen. Als je zo
redeneert moeten er veel overstromingen plaatsvinden, met veel schade en slachtoffers.
Een tweede kritiekpunt gaat over de verdeling van de groei. Het BNP kan groeien, maar dat wil niet
zeggen dat iedere inwoner van een land ook meer gaat verdienen. De laatste jaren wordt de kloof
tussen arm en rijk steeds groter. In de Derde Wereld, waar 80% van alle aardbewoners woont,
wordt maar 22% van het wereldinkomen ver-diend. Maar ook binnen landen zijn de inkomens scheef verdeeld.
In Nederland verdienen de rijken gemiddeld 9 keer zoveel als de armen.
In verschillende landen verdienen de rijke mensen wel 30 keer meer dan de armsten. Zo ook in
Guatemala, Panama, Brazilië en … Bangladesh. Dus zelfs als het BNP stijgt, wil dit nog niet zeggen dat de
armen in Bangladesh van de economische groei profiteren.
De Index Menselijke Ontwikkeling
Omdat het BNP weinig zegt over hoe welvarend de inwoners van een land zijn, heeft de Verenigde
Naties een nieuwe rekenmethode bedacht. Daarbij kijkt de VN naar de ontwikkeling van inwoners in
plaats van productie. De VN noemt deze ‘meetlat’ de Index Menselijke Ontwikkeling (IMO).
Daarmee maakt de VN een hitlijst waarop het welzijn van de bevolking is af te lezen. Hoe hoger
een land op deze hitlijst scoort, hoe beter het met een land gaat. Hoe zit deze meetlat in elkaar?
Drie dingen worden gemeten: