De hoofdrolspelers terug



Saddam Hoessein
Saddam HoesseinHoessein werd op 28 april 1937 geboren. Na zijn middelbare school en studiejaren werd hij lid van de Ba’athpartij. Deze partij kwam in 1968 aan de macht. Saddam Is officieel tweede man na president Al-Bakr maar hij heeft dan al de feitelijke macht. In 1979 volgde hij al-Bakr als president op. Saddam nam de teugels steeds strakker in handen. Naast staatshoofd was Hoessein ook opperbevelhebber van het Irakese leger, secretaris-generaal van de Ba’athpartij en voorzitter van de Revolutionaire Bevelvoerende Raad, een groep bestuurders die samen met Hoessein het land regeerden. Hoessein en zijn familie behoren tot de Abur Nasir-stam. Om aan de macht te blijven zette Saddam familie en stamleden op belangrijke posten. Zo stond het leger onder bevel van zijn oudste zoon en leidde zijn andere zoon Qusay de geheime politie en de veiligheidsdienst in Irak. Beide zonen van Saddam kwamen om het leven tijdens een vuurgevecht met de Amerikanen. De Revolutionaire Bevelvoerende Raad bestaat zelfs helemaal uit leden van de Abur Nasir-stam. Onder Saddam verdwenen mensen in grote getale zonder vorm van proces achter de tralies, ze werden gemarteld en vermoord. Bevolkingsgroepen die in de ogen van Saddam Hoessein een bedreiging vormden voor zijn machtspositie liet hij bombarderen met gewone bommen of met gifgas. Koerden, moerasarabieren en Sjiieten waren hun leven eigenlijk nooit zeker. Vanaf het moment dat hij president was voerde hij vrijwel onophoudelijk oorlog, eerst met Iran, daarna viel hij Koeweit binnen. Saddam was verbaasd dat de internationale gemeenschap dat niet over zijn kant liet gaan en dat een grote internationale troepenmacht zijn land binnenviel en zijn leger met verpletterende kracht versloeg. De internationale troepenmacht verdreef hem echter niet. De Amerikanen bleven hem als een bedreiging voor de stabiliteit in de regio zien. Na de aanslagen in New York op 11 september vonden de Amerikanen het niet langer verantwoord een staat die mogelijk terroristen zou steunen te laten voortbestaan.
Inmiddels is Saddam door de Amerikanen opgepakt en wacht hij op berechting. Straatbeeld in Irak




Straatbeeld dat toont hoe verwaarsloosd de omgeving is





Ibrahim Al-Jaaferi en de Dawa-partij
De islamitische/sjiietische Dawa partij zal na de verkiezingen met een geschatte aanhang van 14% vermoedelijk de grootste partij van Irak worden. De Dawa is de oudste politieke partij van Irak. Na enige aanslagen op zijn leven begon Saddam de dawa hard te onderdrukken. De leider van de Dawa is Ibrahim Jaaferi. Hij was de eerste president van de interim regering die tot de verkiezingen Irak samen met de Amerikanen bestuurt.

Nadat een bom op een sjiietische feestdag ontploft was waarbij 140 mensen om het leven waren gekomen, verklaarde een ander vooraanstaand lid van de partij: “Hoe is het mogelijk dat wie dan ook, laat staan een moslim, dit doet op de dag van Hoessein. Vandaag is de oorlog verklaard aan de islam.”

Groot Ayatolla Ali SistaniSayyid Al-Sistani
Sayyid Al-Sistani is een van de vijf groot-ayatollahs. Van de Sjiietische geestelijken is hij de oudste. Tijdens het bewind van Saddam Hussein kreeg hij nogal eens huisarrest opgelegd. De jongere generatie sjiietische geestelijken verwijt hem dat hij zich op het gebied van politiek nogal op de vlakte houdt. De ayatollah behoort tot de conservatieve hoofdstroom van de Sjiieten. Hoewel Sistani een voorstander is van de scheiding tussen kerk en staat bemoeit hij zich volop met de vorming van een nieuwe grondwet. De huidige overgangsregering kan niet veel doen zonder zijn instemming. Sistani is zeer belangrijk voor de toekomst van Irak. Voor de Sjiietische bevolking is zijn mening richtinggevend.

 

 

Moqtada Sadr
Shia cleric Moqtada SadrMoqtada Sadr of Muqtada Sadir is een leider van de Sjiieten. Hij is ongeveer dertig jaar. In een land als Irak waar leeftijd en ervaring meestal iemands aanzien bepalen is dertig jaar behoorlijk jong. Moqtada Sadr is de jongste zoon van een geestelijke die door agenten van Saddam Hoessein is vermoord in 1999. Moqtada Sadr verzet zich tegen de Amerikaanse aanwezigheid in Irak. Dat is lastig voor de Amerikanen, want hoewel Moqtada Sadr bijna geen aanhang heeft onder de bevolking is hij wel heel machtig. Waarschijnlijk zijn de vele liefdadigheidsinstellingen die zijn vader oprichtte hem behulpzaam geweest bij het verwerven van die macht. Meteen na de val van het bewind van Saddam Hoessein deelden aanhangers van Moqtada Sadr voedsel uit in de straten van Bagdad. Nadat de Amerikanen zijn krant verboden hadden, organiseerde Moqtada Sadr een gewapende opstand tegen de Amerikanen.

Adnan Pachachi
Adnan Pachachi was minister van buitenlandse zaken in de regering die door Sadam Hoessein in 1968 werd afgezet. Hij vertegenwoordigt het moderne Irak. De Verenigde Staten van Noord-Amerika zouden hem graag als leider zien van het land. Het is niet waarschijnlijk dat verkiezingen hem aan de macht zullen helpen, maar hij geniet wel degelijk het vertrouwen van een deel van de bevolking. Pachachi is leider van de Onafhankelijke Democraten. Hij behoort tot de vooraanstaande soennitische familie van Bagdad maar zijn politieke ideeën staan los van religie.



George W. Bush
George W. Bush, de president van de Verenigde Staten komt uit een familie met een bestuurlijke traditie: veel leden van zijn familie werken bij de overheid, en zijn vader was van 1988 tot 1992 president van de VS. De Bushfamilie heeft ook belangen in de olie-industrie in Texas. Bush wordt daar in 1994 als gouverneur gekozen, een post die hij tot aan zijn verkiezing tot president in 2000 bekleedt. Hij wint deze verkiezingen overigens op het nippertje, hij heeft maar een paar stemmen meer dan de tegenkandidaat Al Gore. Zijn populariteit neemt pas toe wanneer hij na de aanslagen van 11 september 2001 in New York de ‘Nieuwe Oorlog’ of ‘Oorlog tegen het terrorisme’ verklaart aan alle terroristen in de wereld. Er zijn in zijn opinie landen in de wereld die terrorisme ondersteunen, massavernietigingswapens maken en hun volk onderdrukken, de zogenaamde schurkenstaten. Bush beschouwde Irak als zo’n schurkenstaat en wilde koste wat het kost een andere leider in Irak. De Verenigde Staten hebben de oppositiepartijen in ballingschap geholpen hun verzet tegen Saddam te bundelen. Na de overwinning in Irak steeg de populariteit van Bush tot ongekende hoogte. Het feit dat er geen massavernietigingswapens gevonden werden in Irak deed enige maar niet veel afbreuk aan zijn populariteit.







Het Iraaks Nationaal Congres (Iraqi National Congress, INC)
Het logo van de INCNa mislukt opstanden tegen het Irakese regiem van Saddam in 1991 slaan de oppositiegroepen de handen ineen en verzamelen zich in een overkoepelende organisatie, het Iraaks Nationaal Congres (INA). De inzet is de macht in het Irak na Saddam. Al snel is er onderling ruzie: elke partij wil een zo groot mogelijk aandeel in de macht. De leider van INC, Ahmed Chalabi wordt ervan beschuldigd de organisatie te gebruiken om zelf president te worden. Na een paar jaar scheiden enkele partijen zich af van de INC en wordt deze organisatie een zelfstandige partij. De partij streeft naar een parlementaire democratie en heeft haar basis in Londen. De Irakezen hebben van alle politieke leiders het minste vertrouwen in Achmed Chalabi.


Iraaks Nationaal Akkoord (Iraqi National Accord, INA)
Logo van de INA De INA is een oppositiegroep van mensen die Saddam Hussein goed kennen – mensen die van het Ba’ath regime na 1968 hebben deelgemaakt, maar zich ervan hebben afgekeerd. Sommigen van hen hadden ministerposten, ambassadeurs, personeel van de ministeries, artsen en hoogleraren. Ze claimen dat ze de sympathie hebben van de Irakese militairen en civiele establishment. Ze willen van Irak een moderne – seculiere – staat maken. De organisatie maakte aanvankelijk deel uit van het Iraaks Nationaal Congres, maar heeft zich daarvan los gemaakt. De organisatie staat onder leiding van Salah al-Shaikhly.



Hoge Raad voor de Islamitische Revolutie in Irak (Supreme Council of the Islamic Revolution in Ira, SCIRI)
Logo van SCIRI De SCIRI verenigt het fundamentalistische deel van de sjiietische meerderheid in Irak en wil van Irak een Islamitische staat maken. De SCIRI heeft nauwe banden met Iran. De organisatie werd geleid door ayatollah Mohammed Bakr al-Hakim. Hakim kwam om het leven bij een bomaanslag in Najaf. Het leiderschap van Sciri is overgenomen door zijn broer Abdoel Aziz. De Sciri beweging is niet populair onder de bevolking.



De Beweging voor een Constitutionele Monarchie
Sharif Ali bin al-Hussein Het moderne Irak werd in 1920 gesticht, toen Groot-Brittannië de Koerdische provincie Mosul samensmolt met het soennitische Bagdad en Basra. (De sjiieten en soennieten vertegenwoordigen twee verschillende stromingen binnen de islam). De Britten maakten er het jaar daarop een koninkrijk van. Faisal, uit het huis der Hashemieten uit Mekka, werd koning. Faisals kleinzoon Faisal II werd in 1958 vermoord. Volgens de monarchisten verlangen veel Irakezen nu naar herstel van de monarchie. Een koning zou voor een stabiele regering kunnen zorgen. Een koning, zo menen zij, kan een nationaal symbool worden omdat hij geen bepaalde religieuze of etnische groep vertegenwoordigt. Andere leiders van oppositiegroepen doen dat wel. In Irak is weinig aanhang voor een terugkeer van de monarchie te vinden. Het enige dat voor de monarchie pleit is dat zowel soennieten als sjiieten het koningshuis respecteren. De soennieten omdat het koningshuis soennitisch is en de sjiieten omdat de koninklijke familie rechtstreeks afstamt van Mohammed.



Koerdische partijen
Grondlegger van de Koerdische Democratische Partij De Koerden die in het noorden van Irak wonen zijn in hun streven naar zelfstandigheid vrijwel altijd in verzet geweest tegen de Irakese regering. Ondanks het feit dat Saddam ze een zekere mate van onafhankelijkheid heeft gegeven (zo is bijvoorbeeld het Koerdisch de officiële taal in hun leefgebied), steunen de Koerden bijna allemaal de Amerikaanse aanwezigheid in Irak. Dat is ook vanzelfsprekend als je bedenkt dat honderdduizenden Koerden in opdracht van Saddam Hoessein zijn vermoord. In feite ging de erkenning van hun taal samen met een apartheidspolitiek waarbij Koerden buiten een klein deel van hun oorspronkelijke gebied volkomen rechteloos waren. Saddam creëerde een thuisland van ongeveer de helft van het gebied waar de Koerden recht op meenden te hebben. Uit de rest van het Koerdische gebied werden de inwoners verjaagd. Saddam stimuleerde Arabieren zich in de voormalige Koerdische gebieden te vestigen. Nu de VS de macht overgenomen hebben, zien de Koerden dit als een kans om hun gezamenlijke wens, een zelfstandige Koerdische staat, te realiseren. De partijen verschillen wel van mening wie dan de leiding zou moeten krijgen. Twee Koerdische partijen die graag de macht zouden willen hebben zijn de Koerdische Democratische Partij (KDP) onder leiding van Massoud Barzani, en de Patriottische Unie van Koerdistan (PUK) onder leiding van Jalal Talabani. Deze twee Koerdische leiders genieten veel aanzien onder de Koerdische bevolking.



Logo APP De Assyrische Patriottische Partij
Deze partij is een voorbeeld van een van de vele kleinere minderheidsgroeperingen. De partij streeft naar een democratie, gebaseerd op christelijke waarden en normen. De Assyriërs stammen af van de inwoners van het oude Babylonië en Assyrië. Onder saddam Hoessein hadden zij veel te lijden van vervolging en onderdrukking.



Turkije
Naast de oppositiepartijen volgen ook de buurlanden van Irak de ontwikkelingen met argusogen. Zo wonen er bijvoorbeeld in Turkije ook Koerden die naar zelfstandigheid streven. Turkije is bang dat de Koerden een machtswisseling zullen aangrijpen om een eigen Koerdische Staat te stichten.

Leefgebied van de Koerden Turkije is fel gekant tegen een Koerdische staat omdat het land meent recht te hebben op het huidige Koerdische grondgebied.



 

 

 



naar boven