JORDANIË

 

Vlag
Drie horizontale strepen zwart, wit en groen. De rode driehoek symboliseert de Arabische revolutie in 1816. In de driehoek een zevenpuntige ster, die de zeven verzen van de Heilige Koran symboliseert.

 

Staatshoofd
Koning Abdullah Bin Hoessein

 

Staatsvorm
Constitutionele Monarchie

Bevolkingssamenstelling
Palestijnen 60%
Arabieren 30%

 

Religie
Soennitische moslims 96%
Christen 4%


Standpunt met betrekking tot ‘Operation Iraqi Freedom’
Jordanië is lid van de VN en de Arabische Liga. In deze en andere internationale fora neemt de Jordaanse regering een gematigd standpunt aan inzake het conflict tussen Israël en de Palestijnen en andere kwesties in het Midden-Oosten. Tijdens de Golfcrisis van 1991, toen koning Hoessein zich niet volledig distantieerde van Irak, een belangrijke olieleverancier aan Jordanië, ontstond enige verkoeling met de meeste landen doch inmiddels zijn deze weer verbeterd. Ook met Irak zelf; in november 2000 brengt premier Ragheb een bezoek aan Bagdad. In de aanloop van de Golfoorlog van 2003 verleent Jordanië steun aan de anti-Irak-coalitie. Zo mogen de VS gebruik maken van een luchtcorridor boven zijn grondgebied om troepen naar Noord-Irak te vervoeren. Ook staan er Amerikaanse Patriot-raketten opgesteld in Jordanië.

 

Achtergronden
Tijdens de Zesdaagse Oorlog in 1967 veroverde Israël de Westelijke Jordaanoever en Oost-Jeruzalem op Jordanië. Toen vluchtten vele Palestijnen naar Jordanië. De toevloed van Palestijnen was zó groot dat er een ruime meerderheid van Palestijnen in Jordanië ontstond. Veel Palestijnen emigreerden uit Jordanië naar Koeweit en de andere Golfstaten om daar als gastarbeiders te werken. Tijdens de Golfoorlog van 1991 veroordeelde Jordanië de acties van de door de VS aangevoerde geallieerden tegen Irak. Dit gebeurde mede onder druk van het Palestijnse deel van de bevolking die Saddam Hoessein als beschermheer beschouwden, en de nauwe economische banden tussen Jordanië en Irak. Na deze oorlog keren 200.000 tot 300.000 Palestijnse gastarbeiders terug uit de Golfstaten, vooral uit Koeweit. Dat leidt tot een stijging van de toch al hoge werkloosheid. Pikant détail: Raina, de vrouw van koning Abdullah, is officieel ook de koningin. Ze is van Palestijnse afkomst.

Ook de aanwezigheid van Irakezen maakt het de Jordaanse regering moeilijk om zijn standpunt te bepalen over de manier waarop de huidige crisis rond Irak moet worden aangepakt. Kiest hij duidelijk partij voor de anti-Irak-coalitie, dan strijkt hij de Irakezen (en ook de Palestijnse meerderheid!) tegen de haren in. Verleent de regering steun aan de regering van Saddam Hoessein, dan komt hij op gespannen voet te staan met de VS en andere westerse mogendheden. Een voorbeeld van moeizaam schipperen tussen de twee partijen is de uitzetting uit het land van vier Irakese diplomaten terwijl de zaakgelastigde uit Irak in Jordanië mocht blijven. Bovendien is er nog een derde oppositiegroep, de radicale moslimbeweging Broederschap.
Tijdens de Golfoorlog van 1991 zijn er veel steunbetuigingen van met name Palestijnen en radicale moslims aan de regering van Saddam Hoessein. Tijdens de Golfoorlog van 2003 is daar vrijwel niets van te merken.

 

Economische gegevens
Jordanië behoort niet tot de olie-exporterende landen in de regio maar voert juist olie in.
De werkloosheid was in 1999 ongeveer 15%, officieus tussen de 25 en 30%
Er zijn aanwijzingen dat er tussen Irak en Jordanië een omvangrijke handel bestaat buiten het voedsel-voor-olieprogramma om. Zo zouden medicijnen die Irak in het kader van dat programma invoert worden doorverkocht aan Jordanië. Vast staat in ieder geval dat Irak voedsel aan o.a. Jordanië doorverkoopt dat hij in het kader van het voedsel-voor-olieprogramma heeft ingevoerd.
Na de inval in Koeweit door Irak komt er een internationaal handelsembargo tegen Irak. Die is tot het uitbreken van de Golfoorlog van 2993 van kracht geweest. Ook Jordanië wordt er zwaar door getroffen omdat Irak tot 1990 een belangrijke handelspartner van Jordanië was. De economische ontwikkeling is erdoor vertraagd. Wel biedt het voedsel-voor-olieprogramma in Irak enig soelaas.

Op 8 augustus 1995 loopt Hoessein’s schoonzoon Hoessein Kamel over naar Jordanië. Daar vertelt hij dingen over chemische en vooral biologische wapens in Irak die de inspecteurs van de UNSCOM niet te weten zijn gekomen. Kennelijk had de Irakese regering informatie over die wapens achtergehouden. Die informatie geeft de regering alsnog.

 

Een dreigende vluchtelingenstroom?
Vlak voor het uitbreken van de Golfoorlog van 2003 waarschuwen het VN Hoge Commissariaat voor de Vluchtelingen en ander hulpbureaus voor een enorme uittocht van vluchtelingen uit Irak als de oorlog aan de gang is. Ook Jordanië zou in korte tijd overspoeld worden door vluchtelingen en niet in staat zijn om ze voldoende te helpen. Uit voorzorg zetten de organisaties tentenkampen op aan de Jordaans-Iraakse grens. Op 20 maart begint de oorlog, maar van een massale toevloed van vluchtelingen uit Irak is allerminst sprake. Sommige tenten blijven leeg.