De grote strijdpunten terug



VEILIGHEID
Sinds de oprichting in 1948 heeft Israël diverse oorlogen gevoerd tegen zijn Arabische buurlanden om zijn bestaan veilig te stellen. Er zijn akkoorden bereikt die als uitgangspunt het tweestatenconcept (een vrije staat Palestina naast Israël) hanteerden. Maar het is nog niet tot uitvoering van de akkoorden gekomen. Tot nu toe erkennen alleen Egypte en Jordanië de staat Israël. De andere Arabische landen hebben nooit echt duidelijkheid gegeven of ze Israël willen erkennen of niet. Landen als Marokko, Tunesië en Saudi-Arabië hebben Israël niet officieel erkend, maar gaan wel van Israëls bestaansrecht uit. Syrië wil Israël beslist niet erkennen. De Palestijnse Nationale Autoriteit (het bestuursorgaan van de Palestijnen) heeft het bestaansrecht van Israël wel erkend, maar voor de meeste Palestijnen is Israël een bezettende macht, waartegen verzet moet worden gepleegd. Israël heeft dus nog steeds geen veilige grenzen en houdt sinds de Zesdaagse Oorlog in 1967 de Gazastrook, de Westelijke Jordaanoever, de Golanhoogte en Oost-Jeruzalem bezet. Van hieruit worden Palestijnse aanslagen gepleegd op Israëlische burgers, in Israël zelf en de kolonisten in de nederzettingen.

Het Israëlische leger houdt een stevige greep op de bezette gebieden. Er worden zware militaire middelen ingezet om het Palestijnse verzet de kop in te drukken. Hierbij vallen veel burgerslachtoffers. Regionale en internationale NGO’s wijzen er op dat ook voor de Palestijnen veiligheid en bescherming tegen het Israëlische legergeweld moet worden gegarandeerd.

Hoe speelt de afscheiding een rol?

Een hek om de Gazastrook is al eerder effectief gebleken om het aantal aanslagen terug te brengen. Israël besluit in 2002, als er vrijwel om de dag aanslagen zijn op Israëlische burgers, ook een afscheiding -een veiligheidshek- te bouwen langs de Westelijke Jordaanoever. Een gedeelte daarvan is nu klaar. Doorgang is alleen mogelijk door controleposten, zoals hiernaast op de afbeelding in Kalandia. De bouw van de afscheiding is zeer omstreden.



GRENZEN
Nauw verbonden met het veiligheidsvraagstuk is de kwestie van de grenzen van de staat Israël. Hoe lopen die precies? De enige officieel erkende grenzen liggen vast in het VN-verdelingsplan uit 1948. Deze grens wordt aangegeven als de Groene Lijn. Maar deze schikking wordt door de Arabieren afgewezen. Als Israël vervolgens de Staat Israël uitroept, vallen de Arabische buurlanden Israël aan. In de oorlog die erop volgt, bezet Israël meer land dan in het verdelingsplan is aangegeven. De VN-resolutie 242 roept Israël op zich terug te trekken van de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook. Na de Oslo-akkoorden van 1993 zijn bepaalde gebieden op de Westelijke Jordaanoever en de hele Gazastrook daadwerkelijk in Palestijnse handen gekomen. Maar sinds het begin van de tweede intifadah is het Israëlische leger regelmatig nadrukkelijk aanwezig op de Westelijke Jordaanoever en op de Gazastrook. Van een daadwerkelijke terugtrekking is dus geen sprake.

‘Wat meestal wordt aangeduid als ‘de grenzen van 1967’ of ‘de Groene Lijn’ is feitelijk de wapenstilstandslijn van 1949. Een wapenstilstandlijn is nog geen grens. De befaamde resolutie 242 van de Veiligheidsraad uit 1967 stelt uitdrukkelijk dat Israël recht heeft op erkende en veilige grenzen, in ruil voor een gedeeltelijke terugtrekking uit veroverd gebied. De wapenstilstandlijn van 1949 geeft Israël duidelijk geen veilige grenzen. Daarmee is Israël in het midden slechts 15 kilometer breed. [..] Resolutie 242 is het uitgangspunt geweest van de tussen Israël en de Palestijnse Autoriteit gesloten verdragen, zoals de Oslo-akkoorden. Daarin is dan ook uitdrukkelijk vastgelegd dat de definitieve grenzen in onderlinge onderhandelingen zullen worden bepaald. Alle Israëlische voorstellen daartoe om te komen tot een Palestijnse staat met definitieve grenzen zijn echter door de Palestijnen afgewezen.’ (Bron: www.take-a-pen.org)

Op de website van het Centrum Informatie en Documentatie Israël (CIDI): http://www.cidi.nl/dossiers/ai/ai.html vind je een duidelijk kaartenoverzicht van grenzen over de periode van voor de Eerste Wereldoorlog tot en met 2002.

Hoe speelt de afscheiding een rol?
Toen Sharon besloot dat het nodig was een afscheiding te bouwen, namen de meeste Israëli’s aan dat de afscheiding de Groene Lijn zou volgen. Maar dat blijkt niet het geval, De gekozen route ligt voor een groot gedeelte op Palestijns grondgebied (zie de kaart op werkblad 1 van de lesbrief). Nu grote gedeeltes van de ‘muur’ over Palestijns grondgebied lopen, zijn de Palestijnen bang dat Israël ook dat land willen inpikken. Israël zegt dat de ‘muur’ zal worden neergehaald zodra de veiligheid van hun burgers wordt gegarandeerd.



NEDERZETTINGEN
Na de Zesdaagse Oorlog (of Juni-oorlog) van 1967 begint Israël met de bouw van nederzettingen in bezet gebied. In de westelijke Jordaanoever wonen nu ongeveer 2,2 miljoen Palestijnen en zo’n 200.000 – veelal religieuze- joodse kolonisten. In Oost-Jeruzalem wonen ongeveer 200.000 joodse kolonisten. Kolonisatie van bezette gebieden is in strijd met het internationale recht (de bouw van nederzettingen is door de VN Veiligheidsraad in resolutie 446 van maart 1979 illegaal verklaard). Tijdens vredesonderhandelingen wordt dan ook altijd ontruiming van de nederzettingen in de bezette gebieden geëist.

Maar Israël is niet bereid de nederzettingen op te geven. Ze stelt zich op het standpunt dat de nederzettingen legaal zijn omdat zij gebouwd worden op gebied dat van geen enkel land is. Ze wijzen op de VN- resoluties die bepalen dat de precieze grenzen van de gebieden door onderhandelingen nog definitief bepaald moeten worden. Recentelijk heeft Israël besloten de joodse nederzettingen in de Gazastrook te ontruimen. Dit leidt in september 2004 tot hevige protesten van joodse kolonisten*. Van de nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever worden tussen nu en eind 2005 de nederzettingen Ganim, Kadim, Homesh en Sanur en alle militaire installaties in dit gebied ontruimt. Zes grote nederzettingen wil Sharon behouden. In deze nederzettingen wordt nieuwe woningbouw gerealiseerd**.

* In september 2004 protesteren tienduizend kolonisten in Jeruzalem tegen de ontruiming. Sharon wijst op de gevaren van een burgeroorlog. Volgens hem hebben kolonisten de afgelopen dagen een campagne gevoerd om tot een burgeroorlog aan te zetten. Kolonisten noemen terugtrekking een misdaad tegen de menselijkheid. Er verschijnt een petitie van 200 vooraanstaande rechtse Israëliërs met de tekst: ‘De Israëlische strijdkrachten zijn opgericht om ons te verdedigen tegen vijanden en niet om achter joden aan te zitten en hen uit hun vaderland te zetten. Soldaten, officieren en politiemensen moeten naar hun nationale geweten luisteren en niet deelnemen aan operaties die zij vast voor de rest van hun leven zullen betreuren.’

** In augustus 2004 verklaart Sharon de woningbouw te hervatten. Volgens de Israëlische Minister van Huisvesting, Tzipe Livne, gaat het om bouwactiviteiten in nederzettingen (Ariel, Maale Adumim, Beitar Illite en Karnei Shomron) in gebieden die Israël toch nooit meer zal verlaten. “Daarover bestaat in Israël consensus”, zei zij.

Door het vestigen van de (tot dorpen en grote steden uitgegroeide) nederzettingen, is het Palestijnse gebied versnipperd geraakt. Rond de nederzettingen is meestal een ruime gemeentegrens gekozen. Anno 2004 valt ongeveer de helft van de Westelijke Jordaanoever onder de gemeentebesturen van de nederzettingen.

De nederzettingen zijn gevestigd op locaties waar er waterbronnen en goede grond zijn. Dit alles draagt er toe bij dat de nederzettingen een ernstig obstakel zijn voor een levensvatbare, vrije Palestijnse staat.

Op deze website van het Applied Research Institute – Jerusalem (ARIJ) http://www.arij.org/paleye/colony-survey/ vind je gegevens over de nederzettingen op de westelijke Jordaanoever.

De rol van de afscheiding
De route van de afscheiding wordt voor een belangrijk gedeelte bepaald door de locatie van de nederzettingen. Ze moet de kolonisten veiligheid bieden. In strijdpunt ‘grenzen’ is al aan de orde gekomen dat de Palestijnen de afscheiding als ‘landje pik’ zien.



JERUZALEM
Jeruzalem is een heilige stad en van oudsher een bedevaartsoord voor christenen, moslims en joden. In het VN-verdelingsplan wordt voorgesteld om Jeruzalem in een Israelsiche en Palestijns gedeelte op te delen. De heilige plekken worden samen gedeeld en komen onder internationaal beheer. Zoals al gezegd, wordt dit voorstel door de Palestijnen afgewezen. Sinds 1967 (na de Zesdaagse Oorlog) beschouwt Israël Jeruzalem als zijn ‘eeuwige en ondeelbare hoofdstad’. De Palestijnen claimen Arabisch Oost-Jeruzalem als hoofdstad van een toekomstige Palestijnse staat. Israël pleegt veel huizenbouw in Oost-Jeruzalem.

De rol van de afscheiding
In Jeruzalem is de afscheiding een hoge muur. Deze loopt om en door Oost-Jeruzalem. De stad is opgedeeld in hokjes. Op de website van de vredesbeweging B’Tselem (http://www.btselem.org/) vind je een overzicht van Jeruzalem: Verleden en Toekomst.



VLUCHTELINGEN
In 1948, als na het uitroepen van de staat Israël een oorlog uitbreekt, vluchten honderdduizenden Palestijnen naar de Gazastrook, de Westelijke Jordaanoever en naar de omringende Arabische landen. In 1967 herhaalt de geschiedenis zich, als Israël en de buurlanden oorlog met elkaar voeren en opnieuw honderdduizenden Palestijnen voor het oorlogsgeweld op de vlucht slaan. Volgens de Verenigde Naties leven er nu zeker 3,8 miljoen Palestijnen onder vaak slechte omstandigheden in vluchtelingenkampen.

Al in 1948 neemt de VN een resolutie in aan die bepaalt dat de vluchtelingen het recht op terugkeer hebben. Bij vredesonderhandelingen eisen de Palestijnen dit recht op. Maar Israël weigert, enerzijds omdat terugkeer van de vluchtelingen het joodse karakter van de staat zou bedreigen, anderzijds omdat er simpelweg geen ruimte is om alle vluchtelingen op te vangen (de kuststreek is nu al een van de dichtstbevolkte gebieden ter wereld). Israël is een immigratieland en heeft de beperkte ruimte nodig om joden van over de hele wereld in staat te stellen zich in Israël te vestigen.

De rol van de afscheiding
In een aantal gevallen komt de afscheiding tussen voorzieningen, zoals scholen en ziekenhuizen, van de kampen te staan. Op de website van de UNRWA (United Nation Relief Works Agency for Palestine Refugees in the Near East) kun je lezen welk effect de afscheiding heeft op het leven van de vluchtelingen. Ook geeft de site informatie over hoe de vluchtelingenkampen er anno 2004 uitzien, het leven en de status van de vluchtelingen: http://www.un.org/unrwa/emergency/barrier/profiles/jerusalem.pdf

naar boven