De ‘deskundigen’ aan het woord terug



ICCO

ICCO
Postbus 8190
3503 RD Utrecht
tel.: 030-6927811
info@icco.nl
http://www.icco.nl

ICCO is een ontwikkelingssamenwerkingsorganisatie die zich inzet tegen armoede en tegen onrecht. Sinds de jaren ’70 helpt ICCO Palestijnse organisaties om hun maatschappij op te bouwen en steunt ICCO Israëlische en Palestijnse mensenrechtenorganisaties en vredesinitiatieven.


Einde aan de Bezetting
De oorzaak van het huidige Israëlisch Palestijnse conflict is de Israëlische militaire bezetting van Gaza en de West Bank. De meer dan 5 miljoen Palestijnse vluchtelingen die niet terug mogen keren zijn oorzaak van het grotere conflict, evenals de Israëlische annexatie van de Syrische Golan. De Israëlische en Palestijnse aanvallen op burgers zetten het conflict steeds weer op scherp..

Korte geschiedenis
Eind 19e eeuw besluit het eerste Zionistische congres dat er een joodse staat moet komen in Palestina. Het antisemitisme in Europa neemt toe en tijdens de eerste Wereldoorlog steunen de Engelsen dit besluit dat wordt vastgelegd in de Balfour verklaring. Op deze manier hopen de Engelsen joodse steun te krijgen voor de geallieerden die in de Eerste Wereldoorlog tegen de Turken en de Nazi’s vechten. In dezelfde verklaring wordt echter ook aan de Palestijnen beloofd dat hun religieuze en burgerlijke rechten veilig gesteld zullen worden. Na de eerste Wereldoorlog krijgt Engeland van de Volkenbond het mandaat over Palestina. De emigratie van joden wordt gestimuleerd, die volgens plan land aankopen om het gebied joods te maken. De Palestijnse bevolking, die meer dan 90% van de bevolking uitmaakt, komt in de jaren ’20 en ’30 tegen deze Britse politiek in verzet, maar de opstand wordt met Britse en joodse troepen de kop in gedrukt.
Na de Holocaust, de genocide op 6 miljoen joden in Europa door het Nazi regime, groeit de druk om een joodse staat te stichten. In 1947 stelt de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties (VN) een joodse staat voor op 56.5 % en een Arabische staat op 42,9% van het land, met Jeruzalem als internationale zone. Palestina telt op dat moment 700 duizend joden en 1,4 miljoen Palestijnen. De joodse leider David Ben Gurion accepteert dit voorstel, maar de Palestijnse leiders verwerpen het. Zij komen opnieuw in opstand, en terwijl in 1948 de Britten zich terugtrekken, roept David Ben Gurion de joodse staat Israël uit. Daarop schieten de Arabische landen de Palestijnen te hulp. De Arabieren worden verslagen en Israël verovert een deel van de gebieden die aan de Palestijnen zijn toegewezen inclusief West Jeruzalem. Israël controleert nu 78 % van het historische Palestina. De West Bank en Gaza worden door Jordanië en Egypte gecontroleerd.

In deze oorlog, die de Palestijnen de Ramp (al Naqba) noemen, verwoest Israël 500 Arabische dorpen en vluchten meer dan 700.000 Palestijnen het land uit. De vluchtelingen leven nu nog steeds in kampen in de omliggende landen. Ze mogen niet terugkeren.

In 1956 nationaliseert Egypte het Suez-kanaal en daarop valt Israël samen met Frankrijk en Engeland Egypte aan, omdat zij het Suezkanaal veilig willen stellen voor doorvaart. Israël bezet de Sinai, waaronder Gaza, maar trekt zich terug onder druk van de Verenigde Staten en de VN.
In 1967 voert Israël, na een dreiging van Egypte en Syrië, een preventieve oorlog. Israël bezet de West Bank, Gaza, de Golan en Sinai en installeert een militair bestuur. De Palestijnen die in Israël wonen worden verlost van het militaire bestuur en krijgen bijna dezelfde rechten als de Israëlisch joodse inwoners. Ze worden echter van hoge belangrijke ambten uitgesloten, ze krijgen niet dezelfde budgetten voor onderwijs en voor ontwikkeling van hun dorpen en steden en hebben geen recht op familiehereniging. Een van de pijnlijkste verschillen tussen joden en Palestijnen is het feit dat Palestijnen geen recht hebben op terugkeer naar Israël, terwijl joden van over de hele wereld wel naar Israël kunnen emigreren en daartoe zelfs actief worden aangespoord (Aliyah).

Het Israëlische leger staat toe dat er koloniën gebouwd worden. De inwoners van de koloniën vallen onder Israëlisch bestuur en de kolonisten, ook settlers genoemd, hebben dezelfde rechten en plichten als Israëlische joodse inwoners. Echter, de Palestijnen die ook op de West Bank en in Gaza wonen, vallen onder militair bestuur en hebben niet dezelfde rechten.

In 1973 vallen Egypte en Syrië Israël binnen tijdens de joodse feestdag Yom Kippur. Israël slaat de aanval af. Hierna gooien de Arabische landen het over een andere boeg en besluiten de westerse steun aan Israël te beantwoorden met een olieboycot. Vooral Nederland en de Verenigde Staten lijden onder de boycot. Eind jaren ’70 start Egypte onderhandelingen met Israël. In 1979 volgt een vredesverdrag tussen Israël en Egypte waarna Egypte de Sinaï-woestijn terugkrijgt.

Na een bomaanslag van de PLO (de Palestijnse Bevrijding Organisatie) valt Israël in 1978 Libanon binnen. Israël moet zich terugtrekken onder internationale druk. In 1982 valt Israël opnieuw Libanon binnen en bezet Beirut. Israël verdrijft de Palestijnse leider Arafat en de PLO uit Beirut en hoopt vrede te sluiten met Libanon door de Christelijke Falangisten leider Gemayel aan de macht te helpen. Gemayel blijkt een despoot en na de moordpartij op Palestijnen in Sabra en Chatilla, waarvoor de huidige Israëlische premier, generaal Sharon verantwoordelijk is gesteld, trekt Israël zich terug tot het Zuiden van Libanon. Hezbollah blijft zich verzetten zich tegen de Israëlische bezetting. Pas in 2001 verlaat Israël Libanon.

Intifadah en Oslo
In 1987 komen de Palestijnen opnieuw in opstand, de eerste Intifadah, nu tegen de Israëlische militaire bezetting. De opstand wordt met harde hand neergeslagen door de latere premier Rabin die het order gaf: “om hun botten te breken”. Meer dan 1100 Palestijnen werden gedood en Israël arresteerde duizenden mensen. Aan Israëlische zijde vielen ruim 100 slachtoffers.

In het diepste geheim worden in 1993 in Oslo onderhandelingen gevoerd tussen Israëliërs en Palestijnen. Dit leidt uiteindelijk tot de Oslo-akkoorden. Het is de eerste keer dat de Palestijnen en Israëliërs een akkoord sluiten. Israël erkent de PLO als gesprekspartner en de Palestijnen krijgen beperkt zelfbestuur in de bezette gebieden. De PLO erkent de staat Israël. Tijdens de onderhandelingen gaat de Israëlische bezetting door. Vanaf 1993 wordt Jeruzalem langzaam afgesloten van de rest van de West Bank en overal belemmeren checkpoints de Palestijnen vrij te reizen in hun eigen gebieden. De PLO vestigt zich in 1994 in Gaza en richt een eigen bestuur op: de Palestijnse Autoriteit (PA). De PA krijgt zeggenschap over bepaalde stukken land. De meeste stukken land blijven echter onder Israëlische controle. De Palestijnen krijgen geen zeggenschap over landsgrenzen, niet over export en import, niet over luchtverkeer, niet over burgerschap en niet over grondwater. De PA wordt daardoor afhankelijk van de Israëlische overheid.

Ondertussen verdubbelt Israël de bouw van de koloniën en er wordt een groot hek om Gaza gebouwd. Gazanen kunnen vanaf dan alleen met een speciale pas naar de West Bank en het buitenland reizen. Sommige Gazanen durven niet meer terug te keren, omdat ze bang zijn dat ze er nooit meer uit komen. Veel kritische Palestijnen geloven dan al niet niet meer in de beloofde vrede, terwijl de wereld hoopvol toekijkt. Omdat de onderhandelingen niet leiden tot onafhankelijkheid, voelen veel Palestijnen zich bedrogen en uiten scherpe kritiek op zowel Israël als de PA. In die tijd verdwijnen veel kritische Palestijnse politieke leiders achter de tralies.
De enige die zich in deze periode kan organiseren is Hamas, omdat Israël Hamas toestaat zich te verenigen als tegenwicht tegen de PLO. Hamas krijgt steeds meer aanhang, omdat zij niet corrupt is en de bevolking helpt met medische voorzieningen en onderwijs, dit in tegenstelling tot de PA. Daarnaast verwerft Hamas steeds meer aanhang omdat zij zich verzet tegen de Israëlische bezetting. De eerste zelfmoordaanslag vindt plaats in 1994 als vergelding nadat in Hebron een kolonist 29 Palestijnen vermoord heeft. Israël reageert door Hamas leden dood te schieten in plaats van verdachten te arresteren en een eerlijk proces te geven. Voor diegene die tijdens Oslo de bezette gebieden bezoeken, is het uitbreken van de tweede Intifadah geen verrassing. De aanhoudende Israëlische bezetting, de opgevoerde bouw van de koloniën, het afsluiten van de wegen en het Israëlische geweld tegen Palestijnen, terwijl de internationale gemeenschap dacht dat alles goed zou komen, leidt tot wanhoop en frustratie. Als Sharon in 2000 de Tempelberg bezoekt, het heiligste islamitische deel van Jeruzalem, voelen de Palestijnen dit als een provocatie en bekogelen hem met stenen. Dit is het startsein voor de tweede Intifadah die inmiddels aan meer dan 3000 Palestijnen en meer dan 1000 Israëliërs het leven heeft gekost.

De Muur
De Israëlische overheid bouwt sinds 2002 een muur die Israëlische burgers en kolonisten van de Palestijnen op de West Bank scheidt. De muur wordt bijna helemaal op het land van Palestijnse boeren gebouwd en niet op de internationaal erkende landsgrenzen van Israël, de Green Line. Israël erkent geen landsgrenzen. De muur omsingelt een aantal grote koloniën waarin alleen Israëlische joodse burgers mogen wonen. Palestijnen zijn niet welkom in de koloniën in de Palestijnse gebieden. Door die omsingeling worden Palestijnse dorpen van elkaar afgesneden. Palestijns land wordt onteigend en bij Israël getrokken. Dit land is vruchtbaar en er is veel water. Hierdoor verliest de Palestijnse gemeenschap inkomsten van de landbouw die zij daar al eeuwen bedrijft. Bovendien wordt Jeruzalem nu volledig van de rest van de West Bank afgesloten en is Jeruzalem voor Palestijnen niet meer toegankelijk om te bidden in de kerk of moskee, om zaken te doen of om familie op te zoeken.

De muur zal door de happen vruchtbaar land en water die zij feitelijk annexeert en door de omsingeling van dorpen en steden niet bijdragen aan vrede, maar zal de Palestijnen tot grotere wanhoop drijven. Het tracé dat de muur volgt, zal een toekomstige Palestijnse staat niet levensvatbaar maken, omdat ze met de kleine stukken overgebleven land zichzelf niet kunnen bedruipen.

De Routekaart naar Vrede
De vele onderhandelingen tussen Israël en de Palestijnen zoals de Oslo akkoorden of het latere Camp David hebben niet tot vrede geleid. Het nieuwe plan, de Routekaart naar Vrede, voorziet opnieuw in een stappenplan naar een levensvatbare en onafhankelijke Palestijnse staat. De eerste stappen binnen dit plan vragen om beteugeling van het terrorisme door de PA en het stopzetten van de bouw van koloniën door Israël. Beiden zijn niet gebeurd.
De akkoorden en de Roadmap negeren talrijke VN resoluties en verdragen. Die resoluties en verdragen roepen op tot onvoorwaardelijke terugtrekking van Israël uit de bezette gebieden, erkennen het recht op terugkeer van de vluchtelingen of verwijzen naar Israël’s verplichtingen onder de Vierde Geneefse Conventie. Dit verdrag, dat ook door Israël is getekend, bepaalt dat een bezetter voor de basisbehoeften van een bevolking moet zorgen en dat je geen koloniën mag stichten.

Het verontrustende aan de gevoerde onderhandelingen is dat de Palestijnse behoefte aan veiligheid niet gelijkgesteld is aan de Israëlische behoefte aan veiligheid. Israël ziet, als slachtoffer van Palestijnse zelfmoordaanslagen, haar eigen veiligheid als prioriteit. Dat is begrijpelijk gezien het wrede verleden dat Europese joden hebben ondergaan. Tegelijkertijd verliest ook een slachtoffer nooit haar verantwoordelijkheid. Want terwijl de Roadmap vraagt om stopzetting van de bouw van koloniën bouwt Israël ook verder aan de muur en intensiveert de militaire bezetting. Israël voert een wrede bezetting, ondanks waarschuwingen door de VN, kritische rapportages van Amnesty International en van Human Rights Watch of veroordelingen door de EU. Ook de zelfmoordaanslagen van de Palestijnen worden veroordeeld. De Palestijnse Autoriteit, die door aanvallen van het Israëlische leger aanzienlijk verzwakt is, treedt niet duidelijk op tegen milities. Soms lijkt het een kip en ei verhaal, want de Palestijnen zeggen dat zij zelfmoordaanslagen plegen omdat ze wanhopig en boos zijn. Ze zien na bijna 40 jaar bezetting geen uitweg meer.

Sommige buurlanden hebben met Israël een vredesverdrag gesloten, zoals Egypte in 1979 en Jordanië in 1993. De overige Arabische landen onder leiding van Saoedi-Arabië hebben in 2002 vrede aangeboden als Israël zich terug trekt uit de Palestijnse gebieden. Israël heeft daar amper op gereageerd, integendeel, op dezelfde dag van het aanbod schoot het leger de gebouwen van Arafat in puin, nadat een zelfmoordenaar een aanslag had gepleegd. Blijkbaar is Israël is niet bang voor de buurlanden, maar wel voor de zelfmoordaanslagen.
Israël’s bestaanzekerheid is niet in het geding omdat zij een van de sterkste legers ter wereld heeft en met miljarden dollars per jaar gesteund wordt door de VS. De bestaanszekerheid van een Palestijnse staat is wel in het geding. Na de tweede Intifadah, verhevigde premier Sharon de bezetting, waardoor de Palestijnse economie kelderde. Momenteel leeft meer dan 60% van de Palestijnen onder de armoedegrens. Daardoor is niet alleen de staat en de veiligheid, maar ook de economische zekerheid van de Palestijnen in het geding.

Er is hoop op vrede als Israël zich militair terugtrekt en haar eigen landsgrenzen erkent. Echte vrede kan alleen gesloten worden als alle omliggende landen plus de VS en Europa zich daarvoor inzetten, door Israël te dwingen zich terug te trekken uit de Golan, de West Bank en Gaza. Koffi Annan, de Secretaris Generaal van de VN, heeft troepen aangeboden om de vrede te bewaken. De troepen zouden op de Green Line gestationeerd kunnen worden, in plaats van de muur. Daardoor krijgen de Palestijnen weer hoop op een menswaardig bestaan en kunnen onderhandelingen plaatsvinden over terugkeer van de oorspronkelijke bewoners naar Israël, over compensatie, over terreur en over watergebruik. Er kunnen internationale afspraken gemaakt worden die mensenrechten en internationaal recht als leidraad nemen.

De Israëlische bezetting van de Palestijnse Gebieden en Golan is een symbool geworden voor Westerse overmacht in het Midden Oosten. De weigering van het Westen om druk uit te oefenen op Israël om zich terug te trekken en het internationaal recht te erkennen wordt door veel Arabieren met argusogen bekeken. Een serieuze inzet op een einde aan de Israëlische bezetting zal de Arabische bevolking in het Midden Oosten het gevoel geven dat zij serieus wordt genomen. Pas als men elkaar serieus neemt, kan men verder praten. Daarom moeten de onderhandelaars inzien dat beide volken gelijke noden hebben: Niet alleen Israël verlangt naar veiligheid, ook de Palestijnen verlangen naar veiligheid èn naar gelijke rechten.



Wil je deze deskundige nog vragen stellen, klik dan hier.

naar boven