Mali

                           

Oppervlakte :
1.24 miljoen km2 (36,5 x  Nederland)

Bevolking:
11.5 miljoen

Godsdienst:
90% moslim,
1% christen,
9% inheems

Vlag van Mali : Groen – Geel – Rood
De kleuren zijn de pan-Afrikaanse kleuren, die terug te vinden zijn in de vlag van de oudste Afrikaanse Natie, Ethiopië. Nadat Ghana, dat in 1957 als eerste West-Afrikaanse kolonie onafhankelijk werd, voor deze kleuren had gekozen, volgden vele andere landen dat voorbeeld

(Bron: Vlaggen Documentatie Centrum Nederland)

 1 – Waar draait het om?
 2 – Welke partijen?
 3 – Chronologie
 4 – Conflictbemiddeling
 5 – Rondom conflicten
 6 – Vooruitzichten
 7 – Meer informatie op Internet
  

Waar draait het om?

In de kern draait het conflict om gebruik van het land door twee bevolkingsgroepen met zeer van elkaar verschillende levensstijlen: de sedentaire (= op vaste plaats blijvend) boeren en de nomadische Touareg. Zoals vaker gebeurt bij nomadische volken, trekken de Touareg aan het kortste eind.
Aan het conflict in Mali komt officieel een einde in 1996 met de ceremoniële verbranding van wapens tijdens de Flamme de la Paix in Timboektoe. Aanvankelijk gaat het conflict in Mali tussen de Staat en de Touareg, een nomadisch woestijnvolk. De Touareg voelen zich economisch en politiek ten achter gesteld aan de sedentaire boeren in het zuiden. Hun leefgebied wordt steeds kleiner, deels omdat de boeren steeds meer grond in beslag nemen voor akkerbouw, deels omdat de weidegronden voor hun vee kleiner worden door de voortdurende droogtes. Hiermee brokkelt de basis van hun nomadenbestaan af, en zet zich een proces van verpaupering in. De Touareg proberen het tij te keren door gewapend verzet te plegen. Allengs raken ook andere bevolkingsoepen bij het conflict betrokken, en gaat de strijd tussen de nomadische bevolking aan de ene kant en de regeringsmacht en de sedentaire bevolking aan de andere kant. In 1991 komt Amadou Toumani Touré aan de macht. Hij zet het vredesproces op gang en bereid de eerste democratische verkiezingen voor. Zijn gekozen opvolger, President Alpha Oumar Konaré, zet het vredesproces voort. In 1996 resulteren de vredesinitiatieven in een vredesverdrag met de Touareg. Het verdrag wordt symbolisch onderstreept met de ceremonie van de Flamme de la Paix.

Ceremoniële verbranding van wapens tijdens de Flamme de la Paix in Timboektoe in 1996

In Mali wonen verschillende etnische groepen, die door de eeuwen heen allemaal hun eigen -op het kwetsbare Malinese milieu afgestemde- levenswijze hebben ontwikkeld. Mali bestaat voor een groot gedeelte uit woestijn en savanne, en er valt weinig regen. Alleen in het stroomgebied van de Niger, in het zuiden, is het mogelijk (irrigatie) landbouw te bedrijven. Hier hebben zich sedentaire boeren, voor het merendeel akkerbouwers, gevestigd. In de savanne en de woestijn is nomadisme de gangbare levensstijl. De nomaden trekken met hun veestapel heen en weer op zoek naar weide-gronden en drenkplaatsen. Afhankelijk van de klimatologische omstandigheden trekken ze permanent heen en weer, of per seizoen. De Touareg is een nomadisch woestijnvolk dat constant heen en werk trekt. Hun leefgebied ligt in het noorden van Mali en overschrijdt de koloniale en huidige grenzen van Mali.        

De woestijn in de buurlanden, het huidige Mauritanië, Algerije en Niger behoort van oudsher tot het domein van de Touareg. Naast het hoeden van geiten en kamelen, verdienden ze ook geld met de karavaanhandel, bijvoorbeeld met het vervoer van zout. Met hun kamelen waren ze de transporteurs van de Sahara. Steeds vaker neemt vrachtwagenvervoer het werk van de kamelenkaravanen over. In Mali zijn droogtes geen uitzondering: de Touareg trekken dan met hun veestapel naar het zuiden waar ze de drenkplaatsen met de sedentaire boeren delen. Aangezien de landbouwbevolking groeit, leidt dit steeds vaker tot problemen.

De Touareg zijn een nomadisch volk. Hun cultuur is onlosmakelijk verbonden met kamelen.     

Zout op de markt in Mopti. Het werd per kamelenkaravaan aangevoerd naar Timboektoe, en verder per rivier in de piroques naar de rivierhavenstad Mopti.

De zouthandel wordt steeds meer overgenomen door gemotoriseerd vrachtvervoer. Dit vervoer is niet in handen van de Touareg.

Als Frankrijk het Malinese gebied rond 1900 bij het koloniale rijk inlijft en koloniale grenzen vaststelt, betekent dit een beperking in bewegingsvrijheid van de Touareg. Hun economische situatie verslechtert. Het Franse bewind heft belastingen, exploiteert het transportnetwerk van de Touareg voor eigen doeleinden en lijft Touareg in bij het leger. Tegelijkertijd bevoordeelt de koloniale wetgeving de sedentaire boeren, die aan- gemoedigd worden katoen en aardnoten voor de export naar Europa te verbouwen. De Touareg voelen zich meer en meer gemarginaliseerd. Ze hebben geen deel aan de economische ontwikkelingen en hebben geen politieke vertegenwoordiging. Ze komen in verzet, maar de Franse regering heeft geen oor naar hun bezwaren. Integendeel, het verzet wordt met harde hand gebroken. Ondertussen wordt de economische situatie van de Touareg steeds slechter. Bij erge droogte raken ze slaags met de sedentaire boeren. Het regeringsleger grijpt in. Over en weer volgen er moordpartijen. Onder de slachtoffers van het geweld zijn veel burgers.

De onafhankelijkheid van Frankrijk in 1960 brengt weinig verandering. Er wordt een eenpartijensysteem ingesteld dat geen recht doet aan een evenwichtige politieke vertegenwoordiging van de Touareg. Ook de nieuwe Malinese regering is niet bereid naar hun bezwaren te luisteren. De Touareg organiseren zich in gewapende rebellengroepen, het conflict escaleert. Pas wanneer in 1992 door middel van een staatsgreep Amadou Toumani Touré (ATT) aan de macht komt, komt er zicht op een oplossing van het conflict. ATT beseft dat de vrede alleen bereikt kan worden als er met de belangen van de Touareg rekening wordt gehouden en deze bevolkingsgroep politiek en economisch gelijkwaardig wordt behandeld. Hij stelt het Verdrag van Nationale Verzoening op en bereidt democratische verkiezingen voor. Er komt een vredesproces op gang waarbij besprekingen op lokaal niveau met alle betrokkenen een van de basis-ingrediënten is.


Welke partijen zijn betrokken bij het conflict?

De Touareg
Touareg (de Imashaghen, zoals deze bevolkingsgroep liever genoemd wil worden): een woestijnvolk met een nomadische levenswijze. Hun traditionele leefgebied ligt in het noorden van Mali en overschrijdt de vroegere koloniale en huidige grenzen van Mali. Ze voelen zich gemarginaliseerd en komen in gewapend verzet.

       

Touaregfamilie in de woestijn

Het Popular Liberation Movement of Azouad (MPLA)

 Een in 1988 in Libië opgerichte rebellenbeweging waaronder Touareg, Arabieren en Moren uit Mail en de omringende landen.

De sedentaire boeren
De boeren wonen in het zuidelijke gedeelte van Mali, in het stroomgebied van de rivier Niger. Ze leven voornamelijk van de akkerbouw, maar ze houden ook steeds meer vee. Door de overheid gestimuleerd verbouwen ze veel katoen en aardnoten voor de export. Hun aantal neemt toe, steeds meer land wordt voor de akkerbouw in gebruik genomen. Tijdens grote droogte (de beruchte Saheldroogte, onder ander in de jaren ‘70 en ‘80) komen ze in conflict met de Touareg, die op zoek zijn naar water en weidegang voor hun vee.

Nomaden steken met hun vee de rivier de Niger over.        

De Malinese regering
In 1960 wordt Mali een onafhankelijk land onder leiding van President Mobido Keita. Keita en z’n opvolger Moussa Traoré volgen de harde lijn politiek. Er wordt weer niet naar de bezwaren van de Touareg geluisterd, verzet wordt met harde hand neergeslagen. Het regeringsleger maakt zich schuldig aan mensenrechtenschendingen.

Ghanda Koy  (‘eigenaren van de grond’)
Een compilatie van burgers en Touareg in het noorden van Mali die genoeg hebben van het voortdurend geweld en hun eigen zelfverdedigingsgroepen oprichten. Ze houden het niet bij verdedigen alleen. In 1994 verdrijven ze de rebellentroepen uit Timboektoe, de regionale hoofdstad.  


Chronologie van het conflict

Eind 19e eeuw
Frankrijk lijft het Malinese gebied in bij hun koloniale rijk. Ze noemden het gebied Soudan. Begin verzet van de Touareg. Het Franse koloniale bewind reageert met harde hand op het verzet.

1960

Afhankelijkheid van Frankrijk. Het nieuwe land –onder leiderschap van Mobido Keito- word Mali genoemd. Keito stelt een eenpartijensysteem in en treedt hard op tegen het verzet van de Touareg.

1963
Eerste Touareg rebellie tegen President Modibo Keita

1968
Keita wordt afgezet door het leger. Hun leider Generaal Moussa Traoré handhaaft het politieke systeem en de harde lijn tegen de Touareg. Hun verzet verhevigt. Moussa Traoré wordt in 1991 na een burgerrevolutie afgezet.

Jaren ‘70 en ‘80
Verwoestende droogte in de ‘Sahel’
Op zoek naar water en weidegang voor hun veestapel trekken de Touareg naar het zuiden waar ze in conflict komen met de sedentaire boeren. Een groot deel van de veestapel van de Touareg komt om. Hun levensstandaard verslechtert steeds meer.

1988
In Libië wordt het Popular Liberation Movement of Azaouad opgericht (MPLA). Libië voorziet de rebellen van wapens.

1990
Er is weer een erge droogte: jonge Touareg mannen vluchten naar Libië en Algerije. Daar komen ze in aanraking met revolutionaire ideeën en bundelen ze hun verzet in een politiek programma. Ze vallen het stadje Menaka in het oosten van Mali aan. Er vallen veel slachtoffers, ook onder de burgerbevolking. Er wordt druk op Generaal Moussa Traoré uitgeoefend om af te treden.

1991

Generaal Moussa Traoré wordt afgezet door luitenant kolonel Amadou Toumani Touré, ATT in de wandelgangen. ATT wordt de wegbereider van de vrede. Hij belegt een Nationale Conferentie om samen met een grote verscheidenheid aan belangengroepen de politieke toekomst van het land in kaart te brengen. Hij onderhandelt met de rebellen over een vredesovereenkomst en bereidt nationale verkiezingen voor.

Amadou Toumani Touré

1992

Tijdens Mali’s eerste democratische verkiezingen wordt Oumar Konaré tot president gekozen. Konaré voert weliswaar democratiseringen in, maar het ontbreekt hem aan voldoende financiële middelen om alle partijen bij het vredesproces te betrekken. In het noorden blijft het onrustig. De donorgemeenschap is huiverig meer fondsen ter beschikking te stellen.

President Alpha Oumar Konaré, de eerste democratisch gekozen president sinds de onafhankelijkheid

April 1992
ATT richt zijn inspanningen op het samenstellen van een Verdrag van Nationale Verzoening (National Reconciliation Pact), dat door zowel regering als rebellen wordt ondertekend. Later zal blijken dat de rebellen toch niet tevreden zijn met de voorwaarden van het verdrag.

1994

De rebellenbeweging MPLA raakt onderling verdeeld en de splintergroeperingen raken slaags. Ook is de MPLA niet tevreden met de voorwaarden van het Verdrag van Nationale Verzoening. De oorlog escaleert, ander bevolkingsgroepen raken bij het conflict betrokken. Onder andere de zelfverdedigingsgroep Ghanda Koy mengt zich actief in de strijd. Iedereen is bezorgd dat de oorlog de West-Afrikaanse regio zal destabiliseren. President Oumar Konaré beseft dat er van verzoening geen sprake kan zij als niet eerste de onderlinge verschillen worden bijgelegd. Het is het begin van een dialoog tussen alle betrokkenen: de Malinese regering, nationale, regionale en lokale NGO’s, volksleiders, rebellen, donorlanden en de Verenigde Naties. Er wordt een consensus bereikt over het te volgen vredesoverleg. Basis van het vredesproces is het Security First programma, opgesteld door de regering. Dit programma behelst onder meer ontwapening van de rebellen, reïntegratie van ex-strijders in het regeringsleger en burgermaatschappij, en heropvoeding van het regeringsleger (dat zich aan mensenrechtenschendingen schuldig had gemaakt) <>1994
Op verzoek van President Konaré stelt Secretaris Generaal van de Verenigde Naties, Boutros Ghali een onderzoek in naar de proliferatie van kleine wapens in Mali en buurlanden (de regio). Naar aanleiding van dit onderzoek stellen de Verenigde Naties aanbevelingen op, die ondermeer het opzetten van nationale comités voor ontwapening en registratie van wapens inhouden. President Konaré begint met de voorbereidingen van een 3 tot 5 jarig moratorium op import, productie en verkoop van wapens. (In 1998 tekenen alle ECOWAS landen, de Economic Community of West African States, een driejarig moratorium)

1994 –1995
Er vinden honderden bijeenkomsten op lokaal en regionaal niveau tussen regerings-vertegenwoordigers, lokale leiders, sociale en religieuze organisaties, politieke partijen, handelsverenigingen, vrouwenorganisaties en economische coöperaties plaats. Tijdens deze bijeenkomsten wordt er op gewezen dat vrede en veiligheid onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Er kan alleen van veiligheid sprake zijn als de wapens worden ingeleverd en de rebellen ander middelen van bestaan worden geboden.

In lijn met de besprekingen op lokaal en regionaal niveau zet de regering een decentralisatie van de politieke macht in gang.

1995
Touareg rebellenleider Iyad Ag Ghali gaat akkoord met de ontwapening. Er wordt een begin gemaakt met de reïntegratie van ex-strijders in het regeringsleger of de burgermaatschappij. De rebellenbases worden opgeheven, de ex-strijders worden ondergebracht in kampen. Ze krijgen $100,– voor elk ingeleverd geweer, zakgeld en bijscholing in landbouw en handel of als veiligheidsbeambte. Het geweld neemt geleidelijk af.

27 maart 1996
Officieel einde van de oorlog tussen de Touareg en de boeren. Alle betrokken partijen verzamelen zich voor de Flamme de la Paix , de ceremoniële verbranding van (3000) wapens. De toenmalige Minister van Ontwikkelingssamenwerking Jan Pronk woont de ceremonie bij.

1999
Er vinden gevechten plaats tussen de Touareg van Mali en Niger, maar daar ligt geen politieke onvrede aan ten grondslag. Het gaat om toegang tot waterbronnen en weidegang.

       

12 mei 2002
Amadou Toumani Touré wordt voor de tweede keer tot president gekozen, voor een periode van 5 jaar . De volgende verkiezingen zijn in mei 2007.


Conflictbemiddeling

Binnenlands
 

Het succes van de Malinese vredesinspanningen lijkt te zijn gebaseerd op een combinatie van lokale, regionale, nationale en internationale initiatieven, die op een of andere manier in elkaar grijpen en op de juiste tijd plaats vinden. Maar een belangrijk aspect is dat het vredesproces voornamelijk uit ‘eigen keuken’ komt, door bemiddeling op lokaal niveau. Deze lokale bemiddelingsinitiatieven worden mogelijk gemaakt door de regering, die begint in te zien dat het geweld alleen zal stoppen als er op lokaal niveau consensus is over de vredesvoorwaarden en lokale leiders het vredesproces zullen ondersteunen. De vele vergaderingen die in de periode 1994 tot en met 1996 plaatsvinden, zijn er op gericht alle belangengroepen een stem te geven en mee te laten denken. Deze aanpak maakt het mogelijk dat lokale leiders en lokale organisaties actief aan de vrede mee kunnen werken. Vooral vrouwenorganisaties, waaronder de Nationale Beweging van Vrouwen voor Vrede (Movement Nationale des Femmes pour la Paix ) spelen een belangrijke rol. Vrouwen oefenen in hun verantwoordelijk­heid als moeder, echtgenote, en zuster invloed uit op de verschillende Malinese gemeenschappen. Het zijn de vrouwen die het initiatief nemen wapens in te zamelen. Daarmee treden ze op als bemiddelaars voor het regeringsprogramma Security First.
De bemiddeling op lokaal niveau loopt parallel aan het initiatief van de regering om de politieke macht te decentraliseren. Decentralisatie maakt besluitvorming op lokaal mogelijk, en biedt als zodanig aan de mensen in afgelegen gebieden de mogelijkheid om de ontwikkeling van hun leefgebied in eigen hand te nemen.

<>Buitenlands
De internationale Afrikaanse NGO Synergies Afrique maakt de regering en de internationale gemeenschapattent op de mogelijkheid het netwerk van de traditionele volksleiders (de Chefs ) te gebruiken als communicatiekanaal voor vredesoverleg. Ook slaagt Synergie Afrique erin de meer bedachtzame chefs samen te brengen met de ‘angry young man’, twee groeperingen die tot dan toe moeilijk met elkaar te verzoenen waren geweest. Algerije en Frankrijk bemiddelen tijdens een vergadering in 1996 van alle 116 ECOWAS landen. Het onderwerp is van belang voor consolidatie van de vrede: de opbouw van vrede na een periode van geweld.

De Verenigde Naties stelt aanbevelingen op, die als richtlijn dienen voor het Security First programma. De UNDP (United Nations Development Programme) geeft geld voor het reïntegratieprogramma van de ex strijders. Nederland betaalt mee aan de organisatie van het vredesoverleg op lokaal niveau.
Rondom conflicten

Verscheidene internationale NGO’s zoals het Nederlandse NOVIB en het Afrikaanse ACORD, spelen in op de nieuwe situatie door het opzetten van ontwikkelingsprogramma’s voor het noorden. Deze veeteelt- en landbouwprojecten en inkomensgenererende projecten hebben tot doel de economische standaard te verbeteren en daarmee terugkeer van het geweld te voorkomen. Het Noorse Church Aid mobiliseert fondsen voor de organisatie voor vergaderingen voor burgers, zodat iedereen met elkaar in gesprek blijft.

Met hulp van ACORD opgezet landbouwproject  


Vooruitzichten

De oplossing van het conflict in Mali is een voorbeeld hoe de inzet van lokale leiders en organisaties effectief vrede kunnen bewerkstelligen. Vooral als dergelijke aanpak hand in hand gaat met een decentralisatieproces. Voormalig president Oumar Konaré hechtte grote waarde aan lokale besluitvorming en lokale verkiezingen. Wel zijn er nog veel kleine wapens in omloop. Ondanks het ontwapeningsprogramma hebben toch nog veel Touareg hun wapens gehouden.

In juni 2002 wordt Amadou Toumani Touré opnieuw tot president gekozen. Hij gaat door op de ingeslagen koers. Mali is een tot op heden een democratische samenleving met een vrije pers en oppositie. Of deze vrede gehandhaafd zal blijven hangt af van de volgende factoren:

De economie gaat langzaam vooruit, maar is erg afhankelijk van de katoen, verbouw en export. Voortzetting van het economische herstel is belangrijk, en ook dat de Touareg een aandeel hebben in het herstel.

Rust in de regio: een destabiliserende factor is mogelijk de burgeroorlog in buurland Ivoorkust, nog niet zo lang geleden een van de weinige stabiele landen in de regio.

Rust in de moslimgelederen. Er vinden schermutselingen plaats tussen rivaliserende moslimgroeperingen.

Wijs leiderschap: Mali kent een lange geschiedenis van tolerant islamisme. De laatste jaren gaan er steeds ‘strengere’ stemmen op. De president wordt verweten anti-religieus te zijn en teveel naar het westen te luisteren. Voor de president is het zaak een balans te vinden tussen de eisen van de moslimgemeente en de relatie van Mali met het westen. Enkele eisen van Imam Mahoud Dicko zijn:
‘We willen familiewetten die de vrouwen verplichten hun man te gehoorzamen.’
‘We willen televisieprogramma’s die de jongeren opvoeden, niet corrumperen’.

De historische stad Djenné. De stad ligt in de delta van de rivier de Niger. In het regenseizoen vormt het een eiland.   

Bron
Bram Posthumus: Mali, een geslaagde bemiddelingspoging leidt tot blijvende vrede
Uit de reeks ‘Op zoek naar vrede 2002′
Guus van Westen: Mali; Landenreeks Koninklijk Instituut van de Tropen (KIT)

Dank
Wij danken Frysinger-Galen en Afrikatour voor hun toestemming voor het gebruik van foto’s.


Meer informatie op Internet: 

http://www.minbuza.nl/land-mali:
landendossier van het Ministerie van Buitenlandse Zaken
http://www.countryreports.org//mali.htm:
over  economie, defensie, geografie, regering en bevolking
http://www.halcyon.com/pub/FWDP/Africa/tuareg.txt:
over de levensstandaard van de Touareg
http://www.afrikatour.info/landengegevens/Mali/gegevens-mali.htm: interessante, overzichtelijke site die informatie geeft over de geschiedenis, en het volk van Mali. Geïllustreerd met fotomateriaal dat met bronvermelding mag worden gebruikt.
http://www.ruf.rice.edu/~anth/arch/mali-interactive/:
Fotobeelden van Mali