Oppervlakte:
8.000
km 2 , een kwart van
Nederland
Bevolking:
635.000
Etnische
groepen:
Ossetiërs 60%
Russen
30%,
Ingush
10%
Geloof::
Ossetiërs zijn overwegend christenen
Ingush zijn
overwegend moslims
1 – Waar draait het
om?
2 – Welke
partijen?
3 –
Chronologie
4 –
Conflictbemiddeling
5
– Rondom conflicten
6
– Vooruitzichten
7 –
Meer informatie op Internet
Er is een conflict gaande tussen twee groeperingen in de noordelijke Kaukasus: de Ingush en de Noord-Ossetiërs. Deze strijd begint al in de tijd van de dictator Stalin en zijn deportaties tijdens de Tweede Wereldoorlog in 1943. De Ingush worden dan verdreven uit de Prigorodny-regio en hun land wordt bij de deelrepubliek Noord-Ossetië gevoegd. In 1992 als er meer vrijheid komt in Rusland proberen de Ingush terug te keren. Zij komen hierbij in aanvaring met de Ossetiërs. Rusland probeert het conflict daadkrachtig op te lossen samen met het nieuwe bestuur in Noord-Ossetië. Maar door de vijandigheid en achterdocht tussen de twee groeperingen (mede gevoed door het feit dat de volken verschillende godsdiensten aanhangen) lukt dit niet.
Noord-Ossetië en Ingushetië zijn twee autonome republieken binnen de Russische Federatie. In Noord-Ossetië wonen zowel Ossetiërs als Ingush. De christelijke Ossetiërs zijn van oorsprong Iraniërs. De Ingush zijn moslim. De Ingush worden gesteund door hun broeders in Ingushetië.
Noord-Ossetië is het meest verstedelijkte en geïndustrialiseerde land van de noordelijke Kaukasus. De Ossetiërs leven in een noordelijk en een zuidelijk deel van Ossetië, gescheiden door de internationale grens tussen Rusland (waartoe Noord-Ossetië behoort) en Georgië (waartoe Zuid-Ossetië behoort).
Kort samengevat: de Ossetiërs wonen in Noord-Ossetië (Rusland) en Zuid-Osseti|e (Georgië). De Ingush wonen in Noord-Ossetië en Ingushetië. In Noord-Ossetië staan beide groepen tegenover elkaar.
Welke partijen zijn betrokken bij het conflict?
De Ingush
1918: Tsjetsjenen/Ingush vieren het bestaan van de Republiek
Net als de Tsjetsjenen zijn de Ingush afstammelingen van het inheemse bergvolk de Nakhs. Het verschil tussen hen is de manier waarop ze op de kolonisatie door Rusland reageerden. De Tsjetsjenen kwamen fel in opstand, terwijl de Ingush zich meer naar de machthebbers voegden. Hierdoor werden ze meer gewaardeerd door de Russen en beter behandeld.
Stenen torens gebouwd door Nakh-stammen in de 1e en 2e eeuw voor Christus
Ruslan Aushev
President van buurland Ingushetië: Ruslan Aushev, hij steunt de Ingush in Noord-Ossetië
Noord-Ossetiërs
De
autochtone inwoners van Noord-Ossetië. Zij zijn met zes keer zoveel
mensen als de Ingush in hun land.
Aleksandr Sergeyevich Dzasokhov
Aleksandr Sergeyevich Dzasokhov, president van Noord-Ossetië; hij heeft vooral oog voor de belangen van de Osseten.
1834
– 1858
Shamil-revolutie:
Imam Shamil is geboren in de tijd van de oorlog van de moslims tegen het regime van de Russische Tsaar Ivan de Verschrikkelijke. Hij wordt de leider van alle Kaukasiërs en wint menige veldslag tegen de Russen.
1860
Steeds
meer Russen trekken naar de Kaukasus, de westerse Nakh’s (Ingush)
blijven passief, terwijl de oosterse Nak’s (de Tsjetsjenen) in opstand
komen.Vanaf dit punt worden ze door de Russen verschillend aangeduid,
dus als Ingush en Tsjetsjenen. De rebellerende Tsjetsjenen worden de
bergen ingedreven en de Ingush wordt aangemoedigd om zich in de vlakte
te vestigen.
1920 –
1930
Tijdens de
Stalinistische achtervolgingen in 1930 worden de Ingushleiders
vermoord, de taal verboden en aanslagen uitgevoerd om de
moslimtradities te breken. Het gevolg hiervan is dat iedereen moslim
wordt en de anti-Russische gevoelens alleen maar toenemen.
De Tsjetsjenen en de Ingush gaan door de
onderdrukking samenwerken.
1940 –
1945
In
de Tweede Wereldoorlog vechten de beide groepen mee met de Duitsers.
Hierdoor worden zij na de oorlog verbannen naar Siberië en
Centraal-Azië en verwijderd uit officiële Russische
stukken.
1957
De
Ingush worden gerehabiliteerd. Bij terugkeer vinden zij hun dorpen en
steden bewoond, wat veel onrust veroorzaakt. De Ingush zijn inmiddels
behoorlijk anti-Russisch geworden door hun jarenlange
verbanning.
1975
Ondanks
allerlei ontmoedigingspraktijken blijven de Ingush trouw aan de islam.
In 1978 worden de eerste moskeeën weer
geopend.
1991 – 1992
Ten
gevolge van de toenemende vrijheid in Rusland ten tijde van de
Glasnost
komen de Ingush in opstand. Zij willen hun aanspraken op de
Prigorodny-vallei doen gelden. Rusland had deze aanspraken erkend in
1989.
Tussen november 1991 en oktober 1992 is er sprake van toenemend geweld aan beide kanten. De Russen sturen troepen om samen met de Noord-Ossetische Garde, een speciale politiemacht, de Ingush uit de republiek Noord-Ossetië te verdrijven.
Kinderen in
Noord-Ossetië
1997
De
spanning neemt toe. De president van Ingushetië, Rushlan Aushev,
beveelt Rusland in te grijpen en direct beheer te nemen over
Prigorodny. Noord-Ossetië komt in opstand. De president Akhsarbek
Galazov dreigt met afscheiding van Rusland. Er volgen verschillende
aanslagen. De spanning verergert als Tsjetsjeense bevelhebbers zich er
ook mee gaan bemoeien, ze dreigen hun leger te sturen als de rust niet
hersteld wordt.
In het tweede deel van dat jaar nemen de officiële overlegsituaties toe. Een gezamenlijk actieplan wordt opgezet en ondersteund. Het moet de terugkeer van verdreven mensen voorbereiden en intermenselijk verkeer activeren. Opzet is de terugkeer van alle verdreven Ingush naar hun oorspronkelijke woongebied. Dit wordt vastgelegd en getekend in september 1997 in de Treaty Regulating Relations en Coöperation tussen Noord-Ossetië-Albanië en de republiek Ingushetië.
1998
De
verkiezing van
Alexander Dzasokhov als president van Noord-Ossetië wordt verwelkomd
door de Ingush, omdat hij niets met het conflict te maken heeft gehad.
De Noord-Ossetiërs gaan zich bedreigd voelen en vormen oppositie. Een
golf van ontvoeringen en moorden volgt in de zomer van 1998 en leidt
tot verslechtering van de veiligheidssituatie. Verbreking van het
overleg op topniveau volgt als Aushev, de president van Ingusetië,
Dzasokhov beschuldigt van samenwerking met de nationalisten.
De oorlog in Tsjetsjenië heeft veel gevolgen voor Ingushetië. 200.000 Tsjetsjenen vluchten hier naartoe. Hierdoor bieden de Ossetiërs nog meer weerstand tegen de terugkeer van de Ingush, omdat zij de Tsjetsjenen terroristen vinden. Bomexplosies en moorden werken bepaald niet mee aan een goed vredesoverleg.
Een springlading vernietigt het ziekenhuis in Mozdok, Noord-Ossetië waar Russische militairen verblijven.
2004
Tsjetsjeense
rebellen houden meer dan duizend kinderen en volwassenen gegijzeld in
een school in Beslan, Noord-Ossetië. De gijzeling eindigt met de dood
van de meeste gijzelnemers en meer dan driehonderd gegijzelde kinderen
en volwassenen. De gijzeling verhardt de tegenstellingen tussen
Noord-Osseten en Ingush (die als bloedbroeders van de Tsjetsjenen
worden gezien).
Het Noord-Ossetië/Ingush-conflict is voor de Russen het eerste interetnische conflict in de zelfstandige Russische deelrepublieken. Rusland besluit militaire hulp aan Noord-Ossetië te geven. Na veel militair machtsvertoon wordt een burgerwacht ingesteld. Nadat de dreiging in 1996 bezworen is, wordt er een interimregering (ORFPR) gevestigd, die voornamelijk uit Russische officieren bestaat.
Het hoofd van de ORFPR, Vladimir Kalamanov, gaat voortvarend te werk. Hij probeert goed overleg op hoog niveau te voeren en vertrouwen te winnen. Dit doet hij door voor de vluchtelingen rekeningen te openen, zodat zij financiële steun kunnen ontvangen. Bovendien krijgen ze hulp bij het al dan niet verhuizen naar een goede woonplek.
Ingushetië wordt in 1994 een vrije markteconomie, waardoor veel belasting ontvangen wordt van aangrenzende landen. Hun wens om een nieuwe hoofdstad te creëren, Magas, wordt ingewilligd en er komt een nieuw vliegveld. Door corruptie, wantrouwen en gesjoemel met het geld van de rekeningen van de vluchtelingen is zijn goede inzet gedoemd te mislukken.
Rusland probeert ook de Noord-Ossetiërs tegemoet te komen. Zij krijgen een voorkeursbehandeling. Ze mogen wodka produceren zonder belasting te betalen, dit geld kan dan weer ten goede komen aan het land. Daarnaast mogen ze de grens met Georgië controleren.
Wanneer in 1998 de vijandelijkheden weer toenemen, probeert Moskou toch nog maatregelen te nemen, maar de Ingush gaan niet akkoord. Ze willen een gemeenschappelijk bestuurd gebied in de regio Prigorodny. Dit wordt door Rusland en Noord-Ossetië geweigerd.
Door de oorlog in Tsjetsjenië komt elk overleg stil te liggen.
(boven en onder:) Vluchtelingenkamp in Ingushetië
Internationale bemiddeling
Vanaf 1990 hebben internationale groeperingen zich bemoeid met de oorlog in Noord-Ossetië en Ingushetië. Diverse NGO’s (non-gouvernementele organisaties) hebben geprobeerd vredesoverleg te voeren. Dit is niet zo gemakkelijk omdat de diverse clans buiten hun eigen groep weinig contacten hebben met elkaar waardoor het moeilijk is een goed netwerk op te bouwen.
De WHO (World Health Organisation) financierde in 1998 een trainingsseminar voor Tsjetsjenen, Russen, Noord-Ossetiërs en Ingushetiërs over “gezondheid als brug naar de vrede”. Er volgde een follow-up in 2000.
Doordat de vertegenwoordiger van de UNHCR ontvoerd is, besluit deze organisatie zich terug te trekken. De nationale CRC (Caucasus Refugee Council) neemt de bevoegdheden over.
ARD (Agency of Rehabilitation and Development), een Nederlandse organisatie, begint zijn activititeiten in Tsjetsjenië maar breidt deze uit naar Ingushetië. Zij traint lokale leiders en onderwijzers in de opvang van getraumatiseerde kinderen en vrouwen. Zij organiseren verder seminars over het opbouwen van wederzijds vertrouwen.
Assa is een onafhankelijke NGO-jongerenorganisatie die deelneemt aan diverse forums en de diverse jongerenorganisaties stimuleert tot overleg.
CPCD is een lokale jongeren vredesbeweging die zich inzet voor communicatie tussen jongeren, zowel in seminars als via moderne communicatiemiddelen als internet. Deze groep wil op deze manier proberen alternatieven aan te dragen voor geweld.
De verenigde Naties Jongeren Organisatie (UNOY) houdt ook seminars voor jeugdleiders om ze zo op te voeden in een andere manier van omgaan met elkaar.
Veel vrouwengroeperingen, zoals de Soldatenmoeders zetten zich in voor vrede. Deze groep werkt ook samen met de CPCD.
Intenationale bemoeienis met Noord-Ossetië en Ingushetië is in de laatste jaren afgenomen. Dit komt waarschijnlijk door de minimale opbrengst die alle inspanningen opgeleverd hebben.
De onveiligheid in het gebied is ook een obstakel voor de internationale gemeenschap. Zeker door de 2 e oorlog in Tsjetsjenië wordt dit nog erger, daar de Russen de buitenlandse NGO’s van spionage verdenken.
Ook door de conflicten in andere gebieden in de wereld die de aandacht opeisen, is de aandacht voor Noord-Ossetië in de afgelopen jaren afgenomen. Het conflict zal voor een groot deel buiten de aandacht van de media voortsudderen en van tijd tot tijd oplaaien.
Ingush-vrouwen
voelen zich klemgezet in Noord-Ossetië
Het laatste nieuws over Noord-Ossetië: