Bekijk vooraf de bronnen.
Verdeel de klas in groepjes van twee.
Lees de opdracht voor en beantwoord eventuele vragen van leerlingen.
Zorg dat binnen de groepjes het werk eerlijk wordt verdeeld.
Help leerlingen als ze moeilijke woorden niet begrijpen.
Bespreek op het eind van het lesuur de resultaten met de leerlingen.
Bron: Oorlogaffiches 1940-1945
Affiches A: 03, 05, 07, 11
Affiches B: 02, 04, 10, 12
Affiches C: 01, 06, 08, 09
Bron: Propagandatechnieken
Propaganda-affiche 01
A: Korte en bondige tekst: ‘Anglo-Amerikaanse oorlogvoering’, geen verdere tekst nodig (iedereen toen wist dat Nijmegen geraakt was door een vergissingsbombardement van de Engelsen en Amerikanen).
Q: De kleur rood voor gevaar: brand en een groot rood kruis door het rode silhouet van Nijmegen
Propgaganda-affiche 02
A: Korte en bondige tekst: ‘Zelfbescherming’, geen verdere tekst nodig
Q: De kleur rood voor gevaar: het rode silhouet van het laag overvliegend vliegtuig komt het zeer bedreigend over
Propaganda-affiche 03
A: Korte en bondige tekst: ‘Steeds dezelfde vijand! 1673-1943’ en ‘Strijdt met ons mede!’
J: De gebiedende vorm: ‘Strijdt (met ons mede)’
N: In 1673 is de Derde Engels-Nederlandse Oorlog; Michiel de Ruijter wint met zijn vloot een belangrijke zeeslag. Het Nederlandse symbool (het Nederlandse Zeilschip 1673) strijdt zij aan zij met het moderne Duitse oorlogsschip (1943). Ook de vlaggen zijn een duidelijk symbool: de Nederlandse vlag gaat de strijd aan met de gescheurde Engelse vlag.
Q: De kleur rood voor revolutie (de oorlog is uitgebarsten) en gevaar (Engeland wordt aangevallen, de vlag is al verscheurd)
Propaganda-affiche 04
A: Korte en bondige tekst: ‘Pst!’ Korter kan het niet zijn. Je ziet een ober die een gesprek afluistert en dat als een spion doorgeeft. De boodschap is duidelijk. Een Duitstalig affiche had dezelfde boodschap, maar met iets meer woorden: ‘Pst! Feind hört mit’ (de vijand luistert mee).
Propaganda-affiche 05
J: De gebiedende vorm: ‘Toont (u een waarachtige Nederlander)’ en ‘Meldt (u aan bij de Waffen-SS)’
N: We zien twee typisch Nederlandse symbolen: onze zeeheld Michiel de Ruijter en de zeeschepen waarmee in die tijd (1673, Zeeslag bij Kijkduin) grote successen werden behaald.
Propgaganda-affiche 06
A: Korte en bondige tekst: ‘Ons nationalisme uw redding – ons socialisme uw toekomst’
P: Een soldaat (bij de tekst ‘redding’) wordt samen met een vrouw en kind (bij de tekst ‘toekomst’) getoond, een manier om vertrouwen op te wekken.
Propaganda-affiche 07
A: Korte en bondige tekst: ‘Bommenterreur ten spijt’
C: De teksten ‘Het leven gaat verder’ en ‘Het werk gaat verder’ vergoelijkt de vele doden die het gevolg zijn van de bombardementen. ‘Het leven gaat verder’ met de bijbehorende foto’s toont geen slachtoffers; ‘Het werk gaat verder’ laat geen schade zien, alleen maar mensen die hard aan het werk zijn.
Q: De kleur rood voor gevaar: brandende kerk en de tekst ‘Bommenterreur ten spijt’ op de rode achtergrond
Propaganda-affiche 08
A: Korte en bondige tekst: ‘Strijdt mee! in het Vrijwilligers-Legioen Nederland’
J: Gebiedende vorm: ‘Strijdt mee’
Q: De kleur rood voor revolutie (‘Strijdt mee’ en soldaten tegen een rode achtergrond)
Propgaganda-affiche 09
A: Korte en bondige tekst: ‘Nationaal-socialisme is zorg voor het volk en zijn toekomst’
L: Kikkerperspectief: je kijkt van onderaf omhoog naar een glimlachende man die je het gevoel geeft dat het bij hem wel goed zit
P: Man, vrouw met een zogend kind zijn een symbool voor een gelukkige nationaal-socialistische toekomst
Propaganda-affiche 10
A: Korte en bondige tekst: ‘Europa is aangetreden’
N: Gebruik van verschillende vlaggen (met niet voor niets de nationaal-socialistische vlag die de troepen aanvoert) en het vertrappen van het christelijke kruis door de bolsjewisten.
Q: De kleur rood wijst op het gevaar (de bolsjewist heeft niet voor niets een fakkel in zijn handen)
Het propagandamiddel dat op (bijna) elke affiche gebruikt wordt is A (Korte en bondige teksten).
Het propagandamiddel D (Herhaling) valt bij een keuze uit maar tien affiches niet zo op. De veelheid aan oorlogsaffiches (bijna 5000 oorlogsaffiches zijn op www.geheugenvannederland.nl te bekijken) toont vaak aansporingen in de gebiedende vorm om mee te doen, zich aan te melden, mee te strijden (op affiches 3 en 8) met de Duitsers.
Wanneer is de opdracht goed afgerond?
Staan er geen taal- of spelfouten in de teksten?
Hebben de leerlingen goed samengewerkt en het werk goed verdeeld?
Hebben ze de twaalf affiches van bron ‘Oorlogsaffiches 1940-1945’ in drie perioden kunnen verdelen?
Hebben ze van drie affiches van bron ‘Propagandatechnieken’ aangegeven om welke technieken het gaat?
Hebben de leerlingen een eigen oorlogsaffiche ontworpen waarbij twee of drie propagandatechnieken gebruikt zijn?
Dan heb ze de opdracht prima uitgevoerd.
Leerdoelen
De leerlingen weten dat in de Tweede Wereldoorlog er veel affiches werden gebruikt om een boodschap door te geven.
De leerlingen weten wat propaganda is.
De leerlingen kennen het verschil tussen reclame en propaganda
De leerlingen weten dat zowel de Duitsers als de geallieerden propagandatechnieken gebruikten
De leerlingen weten dat de aard van de oorlogsaffiches in de loop van de Tweede Wereldoorlog in bezet Nederland veranderde en ze kunnen aangeven waardoor dat komt.
De leerlingen kunnen een eigen affiche ontwerpen met gebruik van enkele geleerde propagandatechnieken.