Bron: Sicco Mansholt
Sicco Leendert Mansholt werd ruim honderd jaar geleden in de provincie Groningen geboren. Zijn ouders en grootouders waren Groninger hereboeren (boeren met een groot bedrijf met arbeiders) en er werd thuis veel over politiek gepraat.
In de Blauwe Stad in Groningen staat een beeld van Sicco Mansholt
Direct na de Tweede Wereldoorlog werd hij gevraagd om minister van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening te worden. Hij had in de oorlog bewezen goed te kunnen organiseren. Bovendien wist hij als boer veel van de landbouw af. In die tijd waren de mensen bezorgd of er wel voldoende voedsel zou zijn voor de groeiende bevolking. Mansholt had daar wel ideeën over: de boerenbedrijven moesten groter worden, met meer koeien en varkens en meer grond. Bovendien moest alle werk zo veel mogelijk door machines worden gedaan, tractoren, maaimachines, melkmachines en zo voort. Op die manier konden de boeren dan arbeidsloon uitsparen, sneller werken, kortom, meer doen voor minder geld. Het grote voordeel was dat ze zo meer en goedkoper voedsel konden produceren. Goed voor de portemonnee van de boer én de consument. Dit steeds groter worden van bedrijven wordt wel schaalvergroting genoemd.
Om de boeren een steuntje in de rug te geven, beloofde de minister hun producten tegen een vaste minimumprijs af te nemen.Een minimumprijs wil zeggen dat de boer zeker weet dat hij/zij een vast bedrag voor een product krijgt. Ook al brengt dat product op de Europese markt minder op. En wat later in 1958 –toen Mansholt de eerste landbouwcommissaris in de Europese Commissie de was geworden- kwamen daar nog subsidies bij. Subsidies zijn financiële bijdragen van de overheid voor de productie van een bepaald product. Met dat geld kunnen de boeren hun bedrijf nog verder uitbreiden. En met een groter bedrijf kunnen ze nog meer produceren.
Niet alle boeren konden Mansholt’s plannen bijhouden. Veel boeren met kleine bedrijfjes verdwenen. Daarvoor kwamen steeds grotere bedrijven in de plaats. Geen 20 koeien meer , maar 100, 200, 300. Geen zeven varkens meer, maar honderd, 1500, zelfs drieduizend! Mansholt’s plan werkte wel: binnen tien jaar schoot de productie omhoog. Nog nooit hadden de boeren zoveel melk, vlees en boter geproduceerd!
moderne loopstal voor koeien
Bij zoveel productie zou je denken dat de prijzen omlaag zouden gaan. Maar dat gebeurde niet. De Europese Unie bleef vast houden aan de vaste minimumprijs. Ook de subsidies bleven overeind. Daardoor bleven de boeren maar produceren. Al die producten werden vervolgens opgeslagen in grote koelhuizen. Daar lagen ze te wachten tot ze voor een goede prijs op de wereldmarkt verhandeld konden worden. Maar dat was lang niet altijd het geval. Zo ontstonden er grote voorraden, die de geschiedenis ingingen als de boterbergen en melkplassen. Een bekende maatregel uit die tijd was de verkoop van de zogenaamde ‘kerstboter’. Om een beetje door de voorraden heen te komen, werd de boter tijdens kerstmis goedkoop op de markt gebracht.
Mansholt zag het probleem van de overproductie aankomen. Daarom wilde hij de ondersteuning aan de boeren afschaffen. Maar ja, daar waren de boeren natuurlijk niet zo blij mee! Zijn pogingen om de subsidies ongedaan te maken, mislukten. Ondanks deze teleurstelling bleef Mansholt zich wel inzetten voor een gemeenschappelijk Europees landbouwbeleid. Hij deed dat met zoveel inzet en overtuiging dat hij wel Meneer Europa (Mister Europe) werd genoemd.
Aan het eind van zijn carrière als eurocommissaris voor landbouw -in 1973- begon hij te twijfelen: was die schaalvergroting wel zo’n goed idee geweest? Wat de voedselproductie betreft wel, maar voor het milieu en de voedselveiligheid? Daar kwamen steeds meer vragen over. Je hebt vast wel eens gehoord over mestoverschotten en gekke koeienziekte en dergelijke. En wat te denken van het leven van die miljoenen dieren in de stallen? Ook daarop hadden -en hebben- steeds meer mensen kritiek.
In 1973 ging Sicco Mansholt met pensioen. Maar hij bleef actief en gaf vaak lezingen over de landbouwontwikkelingen in Europa. Daarbij wees hij ook op de negatieve kanten van de schaalvergroting en pleitte voor een milieuvriendelijke landbouw. Hij overleed in 1995.
Bronnen o.a. Wikipedia