Het weer is de toestand van de atmosfeer of dampkring op een bepaalde plaats en tijdstip. Hoe warm is het nu aan de kust in Zeeland? Hoe hard waait het er? Regent het of is het droog? Schijnt de zon? Met antwoorden op dat soort vragen beschrijf je het weer.
Weer kun je ook meten. Hiervoor gebruiken weerkundigen onder meer een thermometer en een regenmeter. Dat is een bak waar regenwater in valt met een peilschaal waarmee je kunt zien hoeveel regen in millimeters (of liters per vierkante meter) er is gevallen na de laatste meting.
Als je aan de kust van Zeeland deze metingen iedere dag doet, steeds op dezelfde momenten van de dag en dat jaren achtereen, krijg je een lange reeks gegevens over temperatuur en hoeveelheid regen. Uit die reeks gegevens bereken je gemiddelden in temperatuur en hoeveelheid regen. De uitkomsten geven een beschrijving van het klimaat aan de kust van Zeeland. Klimaat is dus gemiddeld weer. Die beschrijving kun je ook weergeven in een grafiek dat klimaatdiagram heet.
Links zie je temperatuur in Celsius; de rode lijn is de gemiddelde temperatuur.
De cijfers 01-12 staan voor de twaalf maanden van januari t/m december.
Rechts zie je de hoeveelheid milimeter neerslag; de blauwe balki s wat er die maand aan neerslag gevallen is.
Op die manier kun je nagaan hoe het klimaat is in een stad, in een streek of in een land of groep van landen. Weerkundigen doen dat meestal meetgegevens die gedurende dertig jaar zijn verzameld.
Zoals het weer per streek nogal verschilt, zo verschillen ook het klimaat per streek behoorlijk. Daarom heeft de Europese Unie niet overal hetzelfde klimaat. Integendeel! Dat gaan jullie zien in de opdracht die jullie gaan maken.
In deze opdracht staan foto’s van verschillende streken in de Europese Unie. Bij elke foto is een klimaatdiagram geplaatst van een woonplaats in of vlakbij de afgebeelde streek.
Zoek bij elke foto en het klimaatdiagram het klimaat dat volgens jullie het beste er bij past.
Vertel in het kort bij elke foto met klimaatdiagram waarom het gekozen klimaat er bij past. Zeg daarbij iets over waar in de Europese Unie de streek ligt en andere redenen waarom de streek dit klimaat moet hebben.
Voor deze opdracht krijg je 1 lesuur de tijd. Maak de opdracht samen met een klasgenoot.
Zoek op in de Bosatlas 54e editie landkaart 79B of in de Bosatlas 55e editie landkaart 79A. Zijn deze atlassen niet te vinden, dan krijg je van je juf of meester een kopie van een van deze landkaarten.
Hou bij het maken van deze opdracht de landkaart die je kunt gebruiken bij de hand.
Lees 'Bron: Europese klimaten'.
Kijk goed naar de andere bronnen. Elke bron is een foto van een landschap ergens in de EU.
Koppel elke bron aan een klimaat uit de klimaatlijst in hierboven genoemde bron die volgens jullie het best bij de bron past. Op de landkaart die je gebruikt, staat bij elk van deze klimaten een korte omschrijving.
Schrijf in het kort op waarom het klimaat dat je gekozen hebt, bij de bron past.
Succes!
Europa heeft verschillende klimaten. Dat komt omdat het gemiddeld warmer word naarmate je verder naar het zuiden reist. Verder wordt het klimaat in Europa beïnvloed door:
- de zeeën met warme en koude zeestromen die rond Europa liggen (die zeestromen zie je op de landkart van Europa);
- door het Alpengebergte;
- luchtstromingen vanuit het Noordpoolgebied;
In Europa kun je onder meer de volgende klimaten onderscheiden:
- warm steppeklimaat
- zeeklimaat;
- landklimaat;
- Middellandse-Zeeklimaat;
- boreaal klimaat;
- toendraklimaat;
- hooggebergteklimaat.
Hieronder zien jullie het landschap van de Betuwe.
Hieronder vinden jullie het klimaatdiagram van de Bildt. Deze stad heeft hetzelfde klimaat als de Betuwe.
Hieronder vinden jullie het landschap van de Côte d'Azur.
Midden in de Côte d'Azur ligt de stad Cannes met hieronder het klimaatdiagram.
Samiland of Lapland verspreidt zich over vier landen: Noorwegen, Zweden, Finland en Rusland.
In Samiland ligt de stad Rovaniemi met onderstaand klimaatdiagram.
De Alpen is een bergketen die zich uitspreidt over Frankrijk, Zwitserland, Italië, Oostenrijk, Duitsland en Slovenië.
In het Franse deel vind je de stad Chamonix met onderstaand klimaatdiagram.
Hieronder vind je het landschap van het binnenland van Polen.
Daar is onder meer de stad Brzostow met onderstaandklimaatdiagram.
Hieronder vind je het landschap van de streek Kainuu.
In deze streek ligt e stad Kajaani met onderstaand klimaatdiagram.
Hieronder zien jullie het landschap van de streek Almeria in Oostelijk Andalusië.
De stad Almeria heeft dezelfde naam als de streek. Hieronder vinden jullie het klimaatdiagram van de stad:
De klimaten in de Europese Unie zijn aan het veranderen. Als we het over klimaten hebben, hebben we het vaak over klimaatverandering. Maar er is meer aan de hand. In de vorige eeuw heeft de seizoensgemiddelde neerslag boven grote delen van Europa een duidelijke verandering ondergaan. De gemiddelde winterneerslag is toegenomen in grote delen van noordwest Europa (dus ook in Nederland), terwijl deze in Zuid-Europa juist is afgenomen.
Trek voor deze les 1 lesuur uit. Laat leerlingen de opdracht in de les in tweetallen doen.
Voor deze les hebben de leerlingen landkaart 79B uit de Bosatlas 54e editie nodig of landkaart 79B uit de 55e editie van de Bosatlas. Heeft u niet de beschikking over een van beide atlassen, zoek er een op en kopieer voor de leerlingen de landkaart die voor deze les nodig heeft,
Neem samen met de leerlingen de introductieteksten door. Daarna geeft u, indien er geen Bosatlas beschikbaar is, elke leerling een kopie van de landkaart die bij de opdracht gebruikt moet worden.
Daarna zet u de leerlingen aan de slag. Als iedereen klaar is, kijkt u het werk van de leerlingen na.
Uitwerking
- De Betuwe: (2) zeeklimaat met regen door het hele haar heen, ligt niet uitgesproken noord of zuid in Europa, klimaat wordt warm gehouden door warme zeestroom ten westen van Europa. Groen overheerst met loofbomen, graslanden en heide.
- Côte d’Azur: (4) Middellands Zeeklimaat. De meeste soorten planten en bomen hebben zich aangepast om lange droogte met hoge temperaturen te doorstaan en dat zie je aan hun kleine, naaldvormige of leerachtige bladeren.
- Alpen: (7) hooggebergteklimaat. Het klimaat is overwegend veel kouder dan een zeeklimaat door de grote hoogte. Daarom vooral weiden en boomgroei houdt boven een bepaalde hoogte helemaal op.
- Samiland: (6) toendraklimaat, vanwege de lage temperaturen, zelfs in hartje zomer, groeien er geen bomen, wel grassen, heide en korstmossen. Het klimaat is koud omdat het landschap vlakbij de Poolcirkel ligt.
- Brzoskow: (3) landklimaat, ligt ver van zee en zeker ver van de Atlantische Oceaan met de warme Golfstroom. Daarom naast loofbomen ook vooral naaldbomen.
- Kainuu: (5) boreaal klimaat, komt door de noordelijke ligging, niet ver van de Poolcirkel af. Toch is het klimaat warm genoeg voor boomgroei, en dan vooral voor de groei van naaldbomen.
- Oostelijk Andalusië: (1) warm steppeklimaat. Niet alleen in de zomer is het droog, ook in de rest van het jaar. Daarom vind je hier vooral steppelandschappen met vooral gras en lage struiken. En zelfs kale stukken ertussen.
De opdracht sluit aan bij:
- kerndoel 43: de leerlingen leren hoe je weer en klimaat kunt beschrijven met behulp van temperatuur, neerslag en wind.
- De leerling kan uitleggen waarom weer en klimaat niet hetzelfde zijn.
- De leerling heeft gezien dat de Europese Unie verschillende klimaatzones kent.
- De leerling kent de belangrijkste kenmerken van de verschillende klimaten in de Europese Unie.
- De leerling heeft gezien dat een landschap ergens in de Europese Unie dankzij de flora die erin voorkomt een goede indruk geeft van het klimaat dat heerst in het gebied waar het landschap in ligt.
Als de leerling bij elke bron met foto en klimaatdiagram het klimaat heeft gevonden dat er het beste bij past, is de opdracht goed gemaakt.