Vervuiling zonder grenzen

 

De Europese Unie kent strenge milieuregels waaraan alle EU-landen moeten voldoen. Die regels zijn er onder meer voor om de gezondheid van alle inwoners van de EU te bewaken. En dat is maar goed ook. Je leest in deze opdracht over vijf voorbeelden van milieuvervuiling, vroeger en nu en van binnen en van buiten de de EU. Alle voorbeelden laten zien dat milieuvervuiling niet stopt aan de grens, niet aan binnengrenzen en niet aan de buitengrenzen van de EU.

vervuiling


 
opdracht

  1. In elke bron staat een milieuprobleem beschreven. Geef op de landkaart aan waar de milieuproblemen voorkomen, die in de vijf bronnen genoemd worden.
  2. Schrijf er een korte tekst bij, op de landkaart. Dat mag ook met plakbriefjes als je de kaart goed wilt houden. Schrijf per milieuprobleem in een paar zinnen om wat voor vervuiling het gaat, wie er het meest last van hebben en of er iets aan gedaan kan worden.
  3. Boven de kaart staat 'Landen van Europa'. Daar maak je een slagzin van tegen de milieuvervuiling die over grenzen heen gaat. Maak de volgende slagzin af "Landen van Europa . . . . . . . . . . ".

 


 
werkinuitvoering

  • Lees de bronnen.
  • Daarna geef je de landkaart een nieuw gezicht, bij voorbeeld door inkleuring
  • Om te voorkomen dat het te rommelig wordt op de landkaart is het verstandig om het in deze volgorde te doen
  • Bij bron 5 over de aswolk uit IJsland kun je het best een lichte kleur (bijvoorbeeld lichtgeel) gebruiken: heel Europa had met deze aswolk te maken: kleur dus heel Europa lichtgeel.
  • Bron 3 over fijnstof: genoemd worden met name de dichtbevolkte gebieden met veel industrie: het Ruhrgebied, de Randstad en het gebied rond Antwerpen. Zet in deze gebieden kruisjes.
  • Bij Bron 2 over het zwerfafval in de Noordzee kun je met een heldere kleur, bij voorbeeld rood, de Noordzee voorzien van rode strepen.
  • Bij Bron 1 over het containerschip MSC Zoe geef je stranden een kleur waar spullen zijn aangespoeld uit containers die van dit schip waren gevallen. Gebruik een kleur die je nog niet gebruikt hebt. Neem bijvoorbeeld zwart
  • Bij Bron 4 over giftig afval trek je een aantal dunne zwarte pijlen vanuit Europa in de richting Afrika: dit om aan te geven waarheen het giftige afval vanuit Europa naar toe werd getransporteerd.
  • Daarna maak je een legenda: die bestaat dus nu uit vijf elementen
    1. Een hokje met een gele kleur: aswolk
    2. Een hokje met kruisjes: fijnstof
    3. Een hokje met rode streepjes: afval in de Noordzee
    4. Een hokje met zwarte streepjes: vervuiling door de MSC Zoe
    5. Pijlen: dump van giftig afval
  • Schrijf in een paar zinnen op (eventueel op plakbriefjes) wie/wat de oorzaak van de vervuiling was, wie er het meeste last van hadden/hebben en of het inmiddels opgelost/voorbij is.
  • Zet op de landkaart je slagzin.
  • Laat jouw landkaart aan jouw juf of meester zien.

 

Op 1 januari 2019 voer het schip MSC Zoe in oostelijke richting over de Noordzee, vlak langs de Waddeneilanden. Daar woedde op dat moment een storm die de golven hoog opzweepte. Door die golven sloegen 342 containers overboord en zonken. Sommige containers barstten open, waardoor spullen die erin zaten wegdreven of op de zeebodem kwamen te liggen. In de dagen en weken na de ramp spoelden er spullen aan op de noordelijke stranden van de Waddeneilanden. Vooral op Schiermonnikoog raakten de stranden bezaaid met spullen uit de kapotte containers. Mensen gingen de stranden op om zoveel mogelijk spullen op te rapen en te verzamelen.

containerschip zoe
Ook spoelden op Schiermonnikoog miljoenen plastic korrels uit kapotte containers aan. Die korrels zijn slecht voor dieren. Die krijgen de korrels binnen met het eten en kunnen er ziek van worden. De vereniging Natuurmonumenten liet uitzoeken op welke plekken je de meeste korrels kunt vinden. Op die plekken is het dan het meest gemakkelijk om de korrels op te ruimen. Het was een monnikenwerk, dat pas in november 2019 klaar was. Pas toen waren de korrels opgeruimd.

Het opruimen van de spullen die op stranden waren aangespoeld kostte de vijf eilandgemeentes van het Waddengebied, natuurbeschermers en het Rijk handenvol geld. Daarom stelde de Nederlandse Staat de rederij aansprakelijk voor die kosten. In mei 2019 dienden de eilandgemeenten, natuurbeschermers en het Rijk schadeclaims in bij de rederij. Op 26 juni 2019 besloot de rederij die claims uit te betalen. Bij elkaar betaalde de rederij 3,35 miljoen euro uit.

 


 
Bij dat afval kwamen bijvoorbeeld ook winterhuisjes die je in november en december 2019 kon krijgen als je bij Albert Heijn boodschappen deed. Als je op die manier een aantal huisjes bij elkaar had gespaard, kon je er een dorp mee bouwen. Probleempje: die huisjes waren van plastic en wat gebeurde ermee als je ze weg deed? Je kon ze bij het andere plastic afval stoppen en laten ophalen door de vuilophaaldienst van je woonplaats. Maar sommige mensen gooiden het gewoon weg, zoals ze ook ander afval 'zomaar' weggooien. Zo kwamen er ook winterhuisjes van Albert Heijn in de Noordzee terecht.

Zeevogels en zeezoogdieren raken verstrikt in zwerfvuil. Maar dat is lang niet alles. Sommige dieren eten zwerfvuil op. Noordse stormvogels bijvoorbeeld doen dat. Plastic dat in het zwerfvuil zit, kan in hun maag niet worden verteerd. Het blijft erin zitten en er komt steeds meer plastic bij. Op den duur sterven de dieren door al het plastic in hun maag.

zwerfafval
De Noordse stormvogel komt in het hele Noordzeegebied voor. Ze zien alles wat op het water drijft voor eten aan. Daardoor krijgen ze een hoop zwerfvuil binnen. Jan Andries van Franeker, onderzoeker van de Universiteit van Wageningen, onderzoekt hoeveel zwerfvuil dode stormvogels in hun maag hebben. Zo weten we waar de Noordzee het meest vervuild is.

Omdat de problemen groter en groter werden, besloten de ministers van de Noordzeelanden in 2002 dat er onderzoek moet komen naar olievervuiling en zwerfvuil in de Noordzee. Het geld voor dat onderzoek is betaald door de Europese Unie, uit het potje 'Save the North Sea'.

 


 
Een derde van het fijnstof in onze lucht is afkomstig uit Nederland zelf. De rest is afkomstig uit het buitenland. Vooral boven dichtbevolkte gebieden met veel industrie zit er fijnstof in de lucht. Die gebieden zijn bijvoorbeeld de Randstad, het gebied rond Antwerpen en het Ruhrgebied in Duitsland.

Iets meer dan een kwart van het fijnstof ontstaat in de natuur (bijvoorbeeld als kleine deeltjes zeezout van het zeeoppervlak opwaaien). De rest ontstaat door de mens. Van de menselijke bronnen van fijnstof is het verkeer de grootste, komt de industrie op de tweede plaats en neemt de landbouw de derde plaats in.

fijnstof

Niet alleen is fijnstof ongezond als je het inademt. Uit sommige bestanddelen van fijnstof ontstaat ook zure regen. Die zure regen is slecht voor bossen, landbouwgewassen en andere planten. Bovendien brengt zure regen schade toe aan gebouwen en monumenten.

In 2008 hebben de EU-landen met elkaar afgesproken om vóór 2020 de kleinste deeltjes fijnstof in stedelijke gebieden met gemiddeld 20 procent te verminderen. Veel landen proberen dit onder andere te bereiken door het plaatsen van roetfilters in auto's en op elektriciteitscentrales en industriële stookinstallaties. In Nederland heeft dat al resultaat gehad. In de jaren 2000 en 2010 is de gemiddelde hoeveelheid fijnstof in de lucht boven Nederland kleiner geworden.

 


 
In het Eest-Afrikaanse land Ghana wordt afval geïmporteerd, onder meer uit Europa. Het afval bestaat uit afgedankte apparaten. Die worden op schrootmarkten gesloopt door kinderen. Zij halen met blote handen metalen uit televisies en computers en verkopen die aan handelaren. Zo verdienen de kinderen wat geld. Maar dit werk is heel ongezond.

Maar liefst 79 procent van de afgedankte apparaten die Ghana binnenkomen komt uit West-Europa. Een groot deel daarvan komt uit Nederland. Toch is het in Nederland en andere landen in West‑Europa verboden om gevaarlijk afval naar ontwikkelingslanden uit te voeren. Om dat verbod te omzeilen, worden de spullen verscheept als tweedehands apparaten. Maar bij aankomst blijkt het merendeel van de apparaten kapot te zijn en gaan kapotte apparaten direct naar de sloop.

giftigafval
Greenpeace vindt dat fabrikanten van elektrische apparaten, zoals Philips, giftige stoffen moeten uitbannen. Zij moeten ervoor zorgen dat in alle landen waar ze apparaten verkopen, deze ook weer worden ingezameld en worden gerecycled.

Alleen zo is te voorkomen dat afgedankte apparaten worden gedumpt in ontwikkelingslanden waar ze het milieu vervuilen en de gezondheid van mensen schaden. Kim Schoppink, campagneleider giftige stoffen bij Greenpeace Nederland op onderzoek in Ghana: "Philips moet er daarom voor zorgen dat alle apparaten hier gerecycled worden, zodat ze niet het milieu in arme landen vervuilen."

In Nederland en andere Europese lahden worden, vooral na het alarmerende bericht van Greenpeace, apparaten gerecycled. In Nederland betaal je bovendien verwijderingskosten, telkens als je een nieuw apparaat koopt, een tv bijvoorbeeld. Met die kosten wordt het afvoeren en het (voor een deel) recyclen van het apparaat betaald, zodra je het apparaat afdankt en laat afvoeren.

 


 
Vanaf donderdag 15 april 2010 om 18 uur vlogen er geen vliegtuigen meer boven Nederland. De vliegtuigen mochten niet vliegen, omdat er een grote aswolk boven Nederland hing. Op Schiphol kregen 1.500 mensen die niet weg konden, van de luchthaven dekens. Ook mochten ze slapen op uitklapbare bedden. Pas na enkele dagen, nadat de aswolk was weggetrokken, ging het luchtruim boven Nederland weer open.

Op 16 mei werd het luchtruim boven Nederland opnieuw gesloten omdat er een nieuwe aswolk boven Nederland hing.

De aswolken kwamen uit een IJslandse vulkaan die aan het uitbarsten was. Die vulkaan heet Eyjafjallajökull. Een moeilijke naam om uit te spreken, maar nieuwslezers kregen, na het begin van de overlast door as, dagen de tijd om het te leren.

aswolk
De eerste aswolk dreef in zuidoostelijke richting over de Britse eilanden en het Europese continent. Daarbij overdekte het veel landen. Daardoor hadden mensen niet alleen in Nederland last van de aswolk. Integendeel. Boven veertig landen en gebieden mocht dagenlang niet worden gevlogen. Daaronder waren België, Ierland, Groot-Brittannië en de Scandinavische landen. Later nam de hoeveelheid as in de lucht af en konden steeds meer vliegvelden weer open.

Naar: Uitbarsting IJslandse Eyjafjallajökull-vulkaan op http://www.vulkanisme.nl/vulkaanuitbarsting-ijsland.php


Maar waarom vindt men vliegen door een aswolk te gevaarlijk?

Vliegtuigmotoren kunnen schade oplopen als ze via hun inlaat asdeeltjes opzuigen. Door de hitte in de motoren kunnen de asdeeltjes smelten en kunnen de motoren zelfs uitvallen. Daarom mogen voor de zekerheid vliegtuigen niet door een aswolk vliegen. Bovendien zijn de asdeeltjes piepkleine scherfjes met scherpe randen. Als een vliegtuig met grote snelheid door een aswolk vliegt, botsen die scherfjes met kracht tegen het oppervlak van de cockpitramen aan. Daardoor ontstaan er steeds meer krasjes en putjes in het raamoppervlak, waardoor de ramen op den duur ondoorzichtig worden. Dat is lastig voor de bemanning van het vliegtuig, als ze het vliegtuig willen laten vliegen en landen. In 1982 kwam een vliegtuig vlakbij Java in een aswolk terecht. Van dat vliegtuig vielen daardoor alle vier motoren uit. Maar net voordat het vliegtuig in zee stortte, gingen de motoren weer draaien omdat de gesmolten as uit de motoren was verdwenen en het vliegtuig weer in schone lucht vloog. Het toestel maakte daarop een veilige landing, ook al waren de cockpitramen door de asdeeltjes ondoorzichtig geworden.

 


 
Het Europees Milieu Agentschap houdt de kwaliteit van het milieu in de gaten. Onderstaande feiten komen uit het rapport 'Healthy environment, healthy lives: how the environment influences health and well-being in Europe' (= 'Gezond milieu, gezond leven: hoe het milieu de gezondheid en het welzijn in Europa beïnvloedt').

eea

  • Luchtverontreiniging blijft een grote bedreiging voor de volksgezondheid in Europa.
  • Andere bedriegingen zijn in dat verband: chemische stoffen, geluidshinder en de gevolgen van klimaatverandering, bijvoorbeeld hittegolven.
  • De last van vervuiling en de klimaatverandering verschilt van land tot land, met duidelijke verschillen tussen de landen in het oosten en het westen van Europa.
  • Mensen worden op ieder moment blootgesteld aan meerdere risico's, waaronder lucht- en waterverontreiniging, geluidshinder en chemische stoffen, die samengaan en elkaar in sommige gevallen versterken als het gaat om de gevolgen voor de gezondheid. Europese steden zijn bijzonder kwetsbaar voor deze meervoudige bedreigingen, maar beschikken tegelijkertijd over minder toegang tot groene en blauwe ruimten.

 


 
Deze opdracht helpt leerlingen een geografisch wereldbeeld te ontwikkelen aan de hand van gebieden en met behulp van kaartvaardigheden. Ook oriënteren ze zich op de natuurlijke omgeving en op verschijnselen die zich daarin voordoen, zoals verspreiding van vervuiling over grote afstanden. Het gaat daarbij hier met name om duurzame ontwikkeling, om (voedsel)veiligheid en gezondheid.

Aanpak

  • Print de lege landkaart van Europa hieronder. Print zoveel exemplaren van de landkaart als nodig is voor het maken van de opdracht.
  • Deel de klas in tweetallen in.
  • Geef elk tweetal een kopie van de landkaart.
  • Zorg ervoor dat alle leerlingen viltstiften kunnen gebruiken bij het maken van de opdracht.
  • Zodra iedereen klaar is kijkt u de landkaarten na.

blanco kaart europese unie

Deze opdracht sluit aan bij:

  • kerndoel 36
    De leerlingen leren hoofdzaken van de Nederlandse en Europese staatsinrichting en de rol van de burger.
  • kerndoel 39
    De leerlingen leren met zorg om te gaan met het milieu.
  • kerndoel 50
    De leerlingen leren omgaan met kaart en atlas, beheersen de basistopografie van Nederland, Europa en de rest van de wereld en ontwikkelen een eigentijds geografisch wereldbeeld.

 

  • De leerling heeft gezien dat verontreinigende stoffen zich over grote afstanden door de lucht en via water kunnen verplaatsen over de wereld.
  • De leerling weet dat dat dit meestal, maar niet altijd, door menselijk toedoen gebeurt.
  • De leerling kan minstens drie voorbeelden noemen van grensoverschrijdende verontreiniging.


De leerlingen hebben de opdracht goed uitgevoerd als 

  • de leerlingen op hun landkaart hebben aangegeven wat ongeveer de verspreiding is van de verschillende milieuproblemen.
  • ze per verontreiniging de belangrijkste oorzaak hebben aangegeven.
  • ze kort hebben weergegeven welke gevolgen de verontreinigingen hebben gehad.
  • ze een leuke slagzin hebben gemaakt.

 

 

verwante lessen

Login Form