Sinds 2011 mogen lidstaten van de EU stukken van hun nationale culturele erfgoed aandragen voor een plaats op een Europese erfgoedlijst. Iedere lidstaat mag jaarlijks twee voorstellen hiertoe doen. Van die twee voorstellen wordt er één op de lijst gezet na beoordeling door experts en voorzien van het keurmerk ‘Cultureel erfgoedlabel’. Nederland heeft op die manier al enkele stukken nationaal cultureel erfgoed op de lijst gekregen.
Het is de bedoeling dat uw leerlingen cultureel erfgoed uit Nederland aandragen voor de Europese erfgoedlijst. Elk item in de lijst ‘Bron: Nederlands erfgoed' dat door leerlingen kan worden aangedragen voor de lijst is van belang of van belang geweest voor de Europese eenwording. Dat is al een argument om het aan te dragen, maar de leerlingen moeten wel uitleggen waarom het zo is. Ook kunnen ze andere argumenten aanvoeren om aan te geven waarom het item een ploek op de lijst moet krijgen.
Voor deze les trekt u 1 uur uit. U laat de leerlingen in groepjes van drie de opdracht maken. Laat de groepen de bronnen lezen. Trek er 30 minuten voor uit.
Daarna kiest iedere groep een van de stukken Nederlands cultureel erfgoed uit de lijst Bron: Nederlands erfgoed. Let er wel op dat ieder stuk erfgoed aan bod komt. De groepen schrijven hun opstel over het stuk erfgoed dat ze gekozen hebben. Ruim er 25 à 30 minuten voor in.
Ten slotte leest en beoordeelt u de opstellen. Haal er de twee beste uit om in te dienen bij de Europese Unie.
Uitwerking:
1) Het standbeeld ‘Us Mem’, materieel erfgoed, is een symbool van de Friese cultuur en in het bijzonder van de landbouw in Friesland. Veeteelt, en met name het houden van melkkoeien was en is in Friesland een belangrijk middel van bestaan en belangrijk voor de voedselvoorziening in Nederland en de rest van de Europese Unie (en ook voor landen buiten deze unie).
2) De Vierdaagse van Nijmegen is immaterieel erfgoed. Dit jaarlijkse talloze wandelevenement trekt deelnemers en toeschouwers uit Nederland, maar ook uit vele andere landen. Die deelnemers en bezoekers komen met elkaar in contact en ook met mensen die hen onderdak bieden. Daarmee draagt dit evenement bij aan de Europese eenwording
3) Het Olympisch Stadion te Amsterdam, materieel erfgoed, werd gebouwd omdat Amsterdam in 1928 de Olympische Spelen mocht houden. De Olympische Spelen zijn een sportevenement dat om de vier jaar wordt gehouden en waar sporters uit de hele wereld met elkaar in competitie gaan. Na deze spelen is het stadion als voetbalarena gebruikt. Wedstrijden van het Nederlands Elftal werden soms in het stadion gespeeld. Als Ajax aan een Europees voetbaltoernooi meedeed, speelde het zijn thuiswedstrijden soms in zo’n toernooi in het Olympisch Stadion.
4) Romeinse wachttoren in Heumensoord is materieel erfgoed. Van deze wachtoren zijn alleen enkele resten over. Toch weten we dat Romeinen in de 3e eeuw deze toren bouwden om de grens van het Romeinse rijk te bewaken. Die grens liep toen vlak ten noorden van Heumensoord langs, onder meer door Nijmegen. De toren werd gebouwd omdat Franken bij Heumensoord en elders aan de grens telkens het Romeinse rijk binnenvielen. Vanuit de toren kon men in het vervolg een oprukkende troepenmacht van Franken al van verre zien aankomen. Dat gaf de bewakers de tijd om Romeinse troepen die bij Nijmegen en Heumensoord gelegerd waren, te waarschuwen voor de inval. Die konden dan de aanvallers terug de grens over jagen. De Romeinen deden bij Heuemsoord al aan bewaking van hun buitengrens ongeveer 1.700 jaar voordat de Europese Unie dat ging doen met haar eigen buitengrens. In beide gevallen was en is een goede grensbewaking een zaak van algemeen belang.
5) Het vliegtuig ‘Uiver’, materieel erfgoed, deed in 1934 mee aan de luchtrace van Londen naar Melbourne in Australië en speelde dus een pioniersrol in de ontwikkeling van de internationale luchtvaart in Nederland en Europa. Vanaf 1999 is in het Aviodrome in Lelystad een vliegtuig van hetzelfde type te zien als de Uiver. De Uiver zelf is in 1934 tijdens een vlucht naar Nederlands-Indië (nu Indonesië) neergestort en verloren gegaan.
6) Het planetarium van Eise Eisinga is materieel erfgoed en is te bezoeken in Franeker. Tussen 1774 en 1781 heeft de Friese wolkammer dit planetarium in zijn woning gebouwd. Het werkt nog steeds en is daarmee het oudste nog werkende planetarium van Nederland. Het is een model van het zonnestelsel met zes planeten. Tjoen het planetarium gebouwd werd, waren Uranus en Neptunus en de dwergplaneet Pluto nog niet ontdekt en dacht men dat Saturnus de buitenste planeet van het zonnestelsel was. Eisinga was dus niet van beroep sterrenkundige, wel een groot liefhebber van deze tak van wetenschap. Zijn bijdrage aan de wetenschap, het planetarium kwam tot stand in een tijdperk vanaf de 15e eeuw waarin mensen in Europa de aarde en het heelal hebben verkend en nog verkennen en steeds beter in kaart hebben gebracht.
7) Het verhaal van Rixt van Oerd, immaterieel erfgoed, gaat over een oude weduwe die lang geleden in de Oerd op het oostelijke deel van Ameland leefde. Ze verdiende de kost als strandjutter, dat wil zeggen door wrakhout en andere spullen te verzamelen die op het strand van het eiland aanspoelden telkens als buitengaats een schip was vergaan. Om aan meer van dat wrakhout en die spullen te komen, bond ze een lamp aan een koe en joeg het dier het strand op. Schippers die de lamp zagen, dachten dat ze vlakbij een veilige haven waren en stuurden hun schepen naar het licht toe. Die schepen sloegen op het zand te pletter. Op een keer kwam een schip op die manier aan haar einde waar haar szoon Sjoerd als bemanningslid op voer. Na die scheepsramp trof Rixt haar zoon dood op het strand aan. Toen viel ze zelf dood neer en een grote golf sleurde haar lichaam en dat van haar zoon de zee in. Scheepvaart was toen het verhaal ontstond al een belangrijk verbindend element tussen landen in Europa en daarbuiten en is het nog steeds, en in sterkere mate zelfs.
8) De Terp Hogewaldstraat in Beuningen is materieel erfgoed. Het is een voorbeeld van landschappen die door mensen zijn gemaakt om in hun behoeften te voorzien. Een terp, ook wel wierde genoemd, is een kunstmatige heuvel die een vellige en droge plaats biedt aan mensen en dieren als het land erom heen onder water loopt als gevolg van hoogtij, een storm of een rivieroverstroming. Terpen laten een manier zien hoe Nederlanders van oudsher hebben leren omgaan met het gevaar wan hoog water. Met deze manier en andere manieren om overstromingen te voorkomen of in te perken kunnen andere Europese landen die aan zee liggen en kampen met rivieroverstromingen hun voordeel doen.
Extra informatie:
Een deel van het Nederlandse culturele erfgoed is van belang geweest voor de Europese eenwording of heeft het nog steeds, Een voorbeeld hiervan is het Vredespaleis. Dit soort erfgoed heeft bij de Europese Unie de voorkeur en zal eerder op de lijst geplaatst worden dan ander cultureel erfgoed. Een ander, recent aan de Europese erfgoedlijst toegevoegd voorbeeld is het Verdrag van Maastricht waarin de monetaire eenwording van de Europese Unie en de invoering van de euro in sommige EU-lidstaten is geregeld.
De opdracht sluit aan bij
- Kerndoel 55: De leerlingen leren op eigen werk en dat van anderen te reflecteren.
- Kerndoel 56: De leerlingen verwerven enige kennis over en krijgen waardering voor aspecten van cultureel erfgoed.