Jeugdhelden en jeugdheldinnen


Je ouders en grootouders hadden vast hun eigen helden of heldinnen toen ze zelf op school zaten.
Sommige helden en heldinnen bestaan niet meer, zoals Biggles, Hielke en Sietse Klinkhamer of Jip en Janneke.

jip en jannekeStandbeeld van Jip en Janneke in Zaltbommel

Andere helden en heldinnen hebben wel degelijk bestaan. Dat waren bijvoorbeeld hardloopster Fanny Blankers-Koen die driemaal goud won op de Olympische Spelen van 1948 en Wubbo Ockels, de eerste Nederlander die een reis in de ruimte maakte.

Alle jeugdhelden en -heldinnen zijn personen die veel indruk maken op kinderen. Iedere generatie had zijn eigen jeugdhelden en -heldinnen. Ook jullie en al jullie leeftijdgenoten hebben vast ook eigen helden en heldinnen. Sommige jeugdhelden en -heldinnen hebben overal ter wereld jonge bewonderaars. Verder heeft ieder land zijn eigen jeugdhelden en -heldinnen.

Ook de landen van de Europese Unie hebben hun eigen jeugdhelden en -heldinnen. Dat gaan jullie ontdekken door de opdracht in deze les te maken.

 


 
opdracht

Ter inspiratie kijken we eerst naar een video van de populairste stripjeugdheld(in) van Nederland in 2010.

Zoek daarna bij elke bron de juiste naam en de juiste afbeelding van een held(in) uit een bepaald EU-land.

Maak tot slot een portret van een van jullie eigen held of heldin. Het mag een persoon zijn die werkelijk leeft of heeft geleefd. Of persoon die alleen voorkomt in een verhaal, stripverhaal, film of game.


 
werkinuitvoering

eenuurVoor deze opdracht krijg je 1 uur de tijd. Je maakt de opdracht samen met drie klasgenoten. Eerst deelt je juf of meester de klas in groepen van vier in.

Daarna toont hij of zij een korte film over de verkiezing van de stripheld van het jaar in Nederland. Lees ook de EU-feiten.

Daarna krijg je negen bronnen te zien. Alle bronnen lezen is veel werk, Spreek daarom van te voren met je groepsgenoten af wie welke bronnen leest. Let er wel op dat alle bronnen gelezen gaan worden!

Zoek bij elke bron de juiste afbeelding en de juiste naam. Elke afbeelding en naam heeft een letter.

Vul samen met je klasgenoten achter elk bronnummer in 'Bron: held(inn)en' het een rijtje in.

Kies met je groepsgenoten een Europese held of heldin uit waar je zelf een portret van wil schrijven. Het moet wel een held of heldin zijn uit Europa die niet in de bronnen over helden en heldinnen voorkomt.

Schrijf het portret.

Laat je ingevulde lijst aan je juf of meester zien en je eigen portret van een held of heldin aan je juf of meester zien.


 

Kijk naar deze film over de verkiezing van de grootste stipheld van Nederland in 2010:


 

HELD(IN) A
Deze held is een verslaggever die in Brussel woont. In zijn eerste avontuur gaat hij voor zijn werk naar de Sovjet-Unie. Hij is een geoefende bokser en heeft een brede interesse in politiek en wetenschap. Na dit avontuur bezoekt hij als reporter veel andere landen in de wereld. Hij wordt altijd vergezeld door zijn trouwe hond Bobby. Die hond is een slimme en dappere poedel die zijn baas nooit in de steek laat. Een andere trouwe reisgezel is een stoere zeekapitein die vaak vloekt, dronken is, zich in de nesten werkt en dikwijls in woede uitbarst. Ook met deze reporter reizen vaak mee een geniale maar zeer verstrooide professor en twee totaal onbeholpen, onbekwame en onprofessionele detectives. Die detectives zijn niet van elkaar te onderscheiden want het zijn tweelingbroers.

HELD(IN) B
Deze figuur is een slimme, bijna betweterige kat. Hij is de beste vriend van een onhandige kasteelheer die zich telkens weer in de nesten werkt. De slimme kat moet hem dan uit de moeilijkheden redden. Hiervoor verzint hij een list. De kasteelheer is rijk van stand (= van adel) en heeft het uiterlijk van een vriendelijke beer. Ook draagt hij steeds een ruitjesjas. Hij hoeft niet op een paar centen te kijken en woont in een groot kasteel in het stadje Rommeldam. De naam Rommeldam lijkt een beetje op Rotterdam, de geboorteplaats van de bedenker van deze avonturen.

HELD(IN) C
Dit duo bestaat uit een jongen en een meisje. Ze wonen bij een tante en twee van hun beste vrienden heten Jerom en Lambiek. Ze wonen in Vlaanderen en met zijn vieren beleven ze allerlei avonturen. Niet alleen in verre landen maar ook in het verre of nabije verleden. Ze kunnen namelijk tijdreizen in een tijdmachine. Die is gebouwd door de geniale professor Barabas. Jerom is enorm sterk en dapper. Dat komt tijdens de avonturen van het duo altijd goed van pas. Vooral omdat Lambiek nog wel eens domme streken wil uithalen, hoewel hij het altijd goed bedoelt. De jongen en het meisje zijn het slimst van het hele stel. Ze staan altijd klaar om onrecht te bestrijden. Ook weten ze altijd door hun slimheid uit de moeilijkheden te komen.

 


 
HELD(IN) D
Hier gaat het om een duo. De eerste held is één van de bekendste verzonnen indianen uit het Wilde Westen. In de verhalen over dit duo is hij het opperhoofd der Apachen, een indianenstam uit het Wilde Westen. Hij is dapper, sterk maar heeft ook een groot gevoel voor rechtvaardigheid. Hij is dan ook altijd bereid mensen in nood te helpen. Vaak gebruikt hij daarvoor een list. Hij komt met de tweede helft van het duo in aanraking als die aan het werk is als landmeter. Dan doet deze persoon metingen voor de aanleg van een spoorbaan door het stuk de prairie waar de stam van de Apachen woont. Het dappere opperhoofd beschouwt de blanke landmeter in het begin als zijn vijand. Maar de landmeter vindt het opperhoofd helemaal geen vijand. Deze blanke is net zo dapper en slim als het indianenopperhoofd. Ook redt hij de indiaan meerdere keren het leven. De twee beleven veel avonturen op hun reizen door de Verenigde Staten. Daarbij  nemen ze het samen op tegen vele vijanden en slechteriken. Ze sluiten een levenslange vriendschap op zijn indiaans: door samen de vredespijp te roken en een ritueel uitvoeren om bloedbroeder van elkaar te worden.

HELD(IN) E
Deze heldin is een jong meisje, dat weet wat ze wil. Haar moeder is helaas gestorven en haar vader is piratenhoofdman en koning van het eiland Taka Tukaland. Hij is net als zijn dochter sterker dan elk ander mens. Ook is hij schatrijk. Het is niet te verwonderen dat zijn dochter een tas vol met goudstukken heeft en alles met goudstukken betaalt. Ze woont samen met haar aapje, meneer Nilsson, en haar paard Kleine Witje in haar huis Villa Kakelbont. Daar zijn de brave burgers in het stadje waar ze woont, niet blij mee. Ze vinden dat een kind pas echt kan opgroeien als hij samen met gezinsleden in huis woont. Dus niet alleen, zelfs al zou hij dat willen. Veel boeven en oplichters proberen van haar rijkdom te stelen. Maar dat weet het dappere meisje steeds weer te verhinderen. Dat komt omdat ze zo sterk is. Ze is niet alleen rijk, maar ook behoorlijk slim, en ze heeft gevoel voor humor. Met haar vriendjes Tommy en Annika beleeft ze allerlei avonturen.

HELD(IN) F
Deze held is een trol. Trollen komen voor in verhalen en sprookjes uit vooral landen als Noorwegen en Zweden. Een trol lijkt op een kabouter, maar is wat forser en steviger van uiterlijk. En de trollen waar het hier om gaat hebben een beetje weg van nijlpaarden. De held komt uit een vrolijke en avontuurlijk aangelegde trollenfamilie. Deze familie woont in een groot trollenhuis in een afgelegen vallei. Trollen hebben doorgaans een slechte reputatie. Van hen wordt gezegd dat ze stelen, roven en mensen het leven zuur maken. De held en zijn familieleden voldoen niet aan dit beeld. Ze hebben met iedereen het beste voor. Ook proberen ze het beste ervan te maken bij ieder avontuur dat ze beleven.


 
HELD(IN) G
Deze held is de hoofpersoon in een hele serie komische reisavonturen. Hij is een oude man die denkt dat hij een rondzwervende ridder is. Hij is een dwaze held die zich ondanks zijn goede bedoelingen belachelijk maakt. Door het lezen van te veel ridderromans is hij zijn verstand kwijtgeraakt. Hij verlaat zijn dorp en huis en begint een dwaaltocht, op zoek naar avonturen. Hij wil goede daden stellen en onrecht bestrijden om beroemd te worden. Hij reist samen met zijn buurman en dienaar Sancho Panza. Sancho is een eenvoudige boer, maar helemaal niet dom. Onderweg blijkt vaak hoe erg in de war de held is. Hij ziet bijvoorbeeld herbergen voor kastelen aan, windmolens voor reuzen, een boerin voor een prinses en een kudde schapen voor een troep soldaten. Toch blijft Sancho zijn meester trouw.

HELD(IN) H
Van deze held zijn de meeste mensen bang. Je kunt hem dus beter een antiheld noemen. Ook is hij niet helemaal bedacht want hij lijkt sterk op een wrede vorst die in de Middeleeuwen leefde en heerste over Transsylvanië (beslaat nu het noorden van Roemenië en een klein deel van buurland Hongarije). De bedenker van de held moet dus goed geweten hebben wat voor iemand die vorst is geweest. De held is een vampier, een goed opgeleide tovenaar en blijft altijd jong. Hij kan zelfs jonger worden als hij veel bloed drinkt. Zolang hij regelmatig bloed drinkt, zal hij niet sterven door ouderdom. Ook kan hij van gedaante veranderen. Bijvoorbeeld in een vleermuis. Maar hij heeft ook een zwakke plek: zonlicht maakt hem zwak, dus is hij overdag minder sterk dan ’s nachts. Hij heeft een afkeer van knoflook en van wijwater, kruisen met Jezus eraan en andere heilige zaken. Ten slotte draagt hij meestal een lange zwarte cape.

HELD(IN) I
De naam van deze jonge held betekent in zijn eigen taal: "stukje pijnboom" en hij is gemaakt van hout. Hij is namelijk door een marionettenmaker uit hout gesneden en plotseling tot leven gekomen. In het begin is deze levende pop een echte kwajongen en haalt hij veel kattekwaad uit. Hij doet de brave houtbewerker, eigenlijk zijn "vader", dan ook veel verdriet als hij van huis wegloopt. Hij komt op het verkeerde pad terecht. Hij gaat om met verkeerde vrienden die hem tot allerlei slechte daden aanzetten. Hij dreigt zelfs te worden opgehangen als straf voor zijn vele fouten en overtredingen. Later betert hij zijn leven en komt alles toch goed terecht. De houten pop verandert uiteindelijk in een mensenkind. Deze jonge held is vooral bekend om zijn neus want die groeit telkens als hij een leugen vertelt. Zo kan hij altijd op zijn leugens worden betrapt.


 
bronnen 1 3Afbeeldingen 1  2 - 3

bronnen 4 6Afbeeldingen 4 - 5 - 6

bronnen 7 9Afbeeldingen 7 - 8 - 9

Als je het goed vult staat er: Held(in) – naam van de held(in) – EU-land – nummer van de afbeelding

Held(in) A - ...................................... - België - afbeelding .....

Held(in) B - ...................................... - Nederland - afbeelding .....

Held(in) C - ...................................... - België - afbeelding .....

Held(in) D - ...................................... - Duitsland - afbeelding .....

Held(in) E - ...................................... - Zweden - afbeelding .....

Held(in) F - ...................................... - Finland - afbeelding .....

Held(in) G - ...................................... - Spanje - afbeelding .....

Held(in) H - ...................................... - Roemenië - afbeelding .....

Held(in) I - ...................................... - Italië - afbeelding .....


 

Het stripverhaal bestaat al eeuwen. Het is een serie afbeeldingen die samen een verhaal vertellen. Stripverhalen werden en worden gemaakt door een of meer striptekenaars en een of personen die het verhaal bedenken en de teksten bij de afbeeldingen schrijven.

Na de Tweede Wereldoorlog verschenen in Frankrijk, België en Nederland veel stripweek- en maandbladen. Bekende tijdschriften waren Pep, Robbedoes en Eppo. In die tijdschriften vond je stripreeksen van onder andere Kuifje, Suske en Wiske en Lucky Luke. Die reeksen verschenen later als stripboek.

In Nederland vinden veel mensen stripverhalen geen echte kunst. Alleen de verhalen van Marten Toonder over Heer Bommel en Tom Poes worden beschouwd als literatuur. Op Nederlandse kunstacademies krijgen studenten weinig les over stripverhalen.

In andere landen van de EU krijgen stripverhalen meer aandacht en waardering dan in Nederland. In Frankrijk, Italië en Spanje vinden veel mensen stripverhalen wel degelijk echte kunst. België is een land met veel stripliefhebbers. Zo staat in Brussel het Belgisch Centrum voor het Beeldverhaal.

kuifjemuseumHet Belgisch Centrum voor het Beeldverhaal

En in Frankrijk zijn striptekenaars net zo beroemd als schrijvers die van kenners van literatuur veel waardering krijgen. Deze striptekenaars zijn regelmatig te zien in praatprogramma’s op TV. In Franse boekwinkels zijn stripboeken net zo vaak te koop als gewone boeken.


 
Deze les is gewijd aan het deel van het Europese cultureel erfgoed dat bestaat uit helden en heldinnen uit verhalen in boeken of strips.

De opdracht in de les  is tweeledig: Eerst koppelen de leerlingen elke bron over een held of heldin aan een naam en afbeelding van deze held of heldin. Daarna maken de leerlingen zelf een portret van een held of heldin die ze zelf bewonderen en die niet in de bronnen is beschreven. Het moet dan wel een held of heldin zijn uit Europa maar evengoed is er keus te over.

Trek voor deze les 1 uur uit.


Plan van aanpak

  • Laat de leerlingen de film in ‘bron: video’ zien.
  • Daarna deelt u de klas in groepen van vier in.
  • Iedere groep leest de ‘bron EU-feiten’.
  • De leden van elke groep verdelen de negen portretten van held(inn)en onder elkaar want al deze bronnen lezen zou te veel tijd kosten.
  • Al lezende vullen de leerlingen de tabel in ‘bron: held(inn)en’ in .
  • Daarna maakt iedere groep een portret van een eigen held of heldin.
  • Zodra iedereen klaar is, kijkt u de ingevulde tabellen en de portretten van de leerlingen na.


Uitwerking eerste deel opdracht
Held(in) A - Kuifje - België - afbeelding 4
Held(in) B - Tom Poes - Nederland - afbeelding 8
Held(in) C - Suske en Wiske- België - afbeelding 6
Held(in) D - Winnetou - Duitsland - afbeelding 3
Held(in) E - Pipi Langkous - Zweden - afbeelding 1
Held(in) F - Moem - Finland - afbeelding 7
Held(in) G - Don Quichote - Spanje - afbeelding 5
Held(in) H - Dracula - Roemenië - afbeelding 9
Held(in) I - Pinokkio - Italië - afbeelding 2


Deze les sluit aan bij:

  • Kerndoel 54: De leerlingen leren beelden, taal, muziek, spel en beweging te gebruiken, om er gevoelens en ervaringen mee uit te drukken en om er mee te communiceren.
  • Kerndoel 55: De leerlingen leren op eigen werk en dat van anderen te reflecteren.
  • Kerndoel 56: De leerlingen verwerven enige kennis over en krijgen waardering voor aspecten van cultureel erfgoed.

 


 

  • De leerling kan uitleggen wat een jeugdheld of jeugdheldin is.
  • De leerling heft gezien dat jeugdliteratuur, beeldverhaal en film onderdelen zijn van de Europese kunst en cultuur.
  • De leerling kan onderscheid maken tussen fictionele en historische helden
  • De leerling kan van een tiental EU-landen een bekende jeugdheld of jeugdhelden noemen.
  • De leerling kan uitleggen waarom hij een of meer fictionele of historische personen als held of heldin bewondert.

 

De leerlingen hebben de opdracht goed gemaakt als:

  • bij elk portret de juiste afbeelding met naam is gevonden, en
  • net zelf geschreven portret van een held of heldin bondig, helder en boeiend geschreven is.

Voor de fraaiste portret of portretten kunt u een leuke prijs geven.

verwante lessen

Login Form