Pagina 11 van 13
Deze les stelt een ethische vraag centraal: in hoeverre mogen we dieren gebruiken voor testen en onderzoek? Welke soort testen zijn toelaatbaar? Welke niet? Onderzoeken we de alternatieven voldoende? Stellen we daarvoor voldoende geld beschikbaar? Kinderen in groep 7/8 zullen de dierproeven vrijwel zeker ‘zielig’ vinden. Maar ze gebruiken op die leeftijd waarschijnlijk al cosmetica in een of andere vorm. Of medicijnen en inentingen. Hoe wegen ze het belang van dieren tegen het belang van de gezondheid van mensen?
- Voor deze les trekt u 1 lesuur uit.
- Eerst lezen de leerlingen de bronnen individueel. Daar geeft u ze 40 minuten de tijd voor.
- Print terwijl de leerlingen de bronnen lezen blaadjes uit met daarop de volgende stellingen genummerd 1 t/m 5.
- Dierproeven moeten altijd verboden worden
- Dierproeven moeten toegestaan worden indien ze geneesmiddelen veilig moeten helpen maken
- Dierproeven moeten toegestaan worden indien zie 2 en indien ze voedsel veilig moeten helpen maken.
- Dierproeven moeten worden toegestaan zie 3 en omdat het nodig is voor mensen die geneeskunde studeren.
- Dierproeven moeten altijd worden toegestaan.
- Deel de blaadjes met de stellingen in de klas uit.
- Vraag leerlingen met welke (niet meer dan een) van deze stellingen ze het meest eens zijn. Deel aan de hand hiervan de klas in vijf groepen in. Elke groep verdedigt zijn stelling en zoekt manieren (behalve bij stelling 5) om dierproeven te vervangen. De groep die stelling 5 behandelt, moet nagaan hoe je kunt voorkomen dat proefdieren onnodig lijden.
- U geeft de groepen 15 minuten de tijd om een kort artikel te schrijven waarin ze hun stelling onderbouwen.
- Ten slotte vraagt u van iedere groep een leerling om het artikel voor te lezen dat de groep geschreven heeft.
- Heeft u nog tijd, probeer dan met de hele klas een gezamenlijk standpunt over de (jon)wenselijkheid van dierproeven te vinden.
Uitwerking
Proeven op dieren worden onder andere gedaan voor:
- toxiciteitonderzoek, waarbij wordt onderzocht of allerlei kunstmatige stoffen waar je als mens in het dagelijkse leven mee in aanraking komt (zoals schoonmaakmiddelen, bestrijdingsmiddelen tegen ongedierte en conserveringsmiddelen in ons voedsel) niet schadelijk zijn voor ons.
- het testen van medicijnen.
- het maken en testen van vaccins.
- ruimteonderzoek.
- bij het opleiden van dokters en dierenartsen.
Achtergrondinformatie
- Boek: verzin iets beters van J.W. Blijdorp
http://janwillemblijdorp.nl/kinderen/groep-8-beleeft-altijd-wat/verzin-iets-beters/ - Meer informatie over dierproeven
https://www.nemokennislink.nl/publicaties/dierproefalternatieven/ en
https://www.stichtinginformatiedierproeven.nl/
De opdracht sluit aan bij: de volgende kerndoelen:
- Kerndoel 3: de leerlingen leren informatie te beoordelen in discussies en in een gesprek dat informatief of opiniërend van karakter is en leren met argumenten te reageren.
- Kerndoel 37: de leerlingen leren zich te gedragen vanuit respect voor algemeen aanvaarde waarden en normen.