Fort Europa


Veel mensen die in Oost-Europa, Afrika, het Midden-Oosten of Azië wonen, willen naar de Europese Unie verhuizen. Sommigen van hen willen weg uit hun eigen land omdat ze zich er onveilig voelen of omdat ze in hun land in armoede leven. Anderen willen in de EU een opleiding volgen of bij familieleden gaan wonen die al in de EU zijn. Wat voor reden ze ook hebben, de EU binnenkomen is voor hen vaak lastig of zelfs onmogelijk. Daarom wordt de Europese Unie ook wel ‘Fort Europa’ genoemd, een plek dus waar je alleen binnen kan als je allerlei hindernissen weet te overwinnen.

forteuropa

Hoe kan dat? Wie wordt er wél binnengelaten en wie niet? Waarom worden sommige mensen die in de EU zijn gekomen, weer weggestuurd?

 



opdrachtDat gaan jullie ontdekken in deze les. Daarna mag je zelf uitmaken en zeggen of we méér mensen van buiten moeten toelaten tot de EU of juist minder.

Heb je klasgenoten en/of ken je leeftijdgenoten van wie de (groot)ouders van buiten de EU komen of komen je ouders van buiten de EU? Neem dan je ervaringen als migrantenkind mee bij het geven van je standpunt over migratie naar de EU. Of gebruik de kennis van klasgenoten die migrantenkinderen zijn.



werkinuitvoeringeenuurVoor deze les trekt je juf of meester 1 lesuur uit. Deze les bestaat uit twee delen. In he eerste deel werk je alleen, in het tweede met de hele klas. Wat je in het tweede deel gaat doen, lees je hieronder.

  • Kijk naar de video.
  • Lees de bronnen, Je krijgt er 40 minuten de tijd voor.

Je juf of meester vraagt alle leerlingen om aan te geven of de EU meer of minder migranten moet binnenlaten. Aan de hand van de antwoorden deelt je juf of meester de klas in twee groepen in: A en B.

  • Vind je dat de EU meer migranten moet binnenlaten, ga dan naar groep A
  • Vind je dat de EU minder migranten moet binnenlaten, ga dan naar groep B.
  • Kies binnen je groep iemand uit die met de leerling uit de andere groep in debat gaat over de vraag of de EU meer of minder migranten moet binnenlaten.
  • Deze twee leerlingen voeren hun debat. Hier ruimt je juf of meester 20 minuten voor in.
  • Je mag tijdens het debat vragen stellen aan de leerlingen die het debat voeren.
  • Als de twee leerlingen die het debat het niet met elkaar eens worden, is dat helemaal niet erg. Ook de bestuurders van Nederland en de EU hebben soms de grootste moeite om te bepalen wat ze eigenlijk aan willen met de migranten die de EU binnen proberen te komen.

 


 

Kijk naar ‘Reddingsschip migranten geweigerd voor Europese Kust’:

 



Migranten zijn mensen die van het ene land naar het andere verhuizen. Vaak om daar te werken of on een opleiding te volgen, dan weer om bij iemand te wonen op wie ze verliefd zijn of bij familieleden, dan weer om te ontkomen aan armoede, geweld of vervolging.. Er zijn twee groepen migranten:

  • Mensen die weggaan uit hun land vanwege geweld en/of vervolging. Deze groep wordt ‘vluchtelingen’ genoemd.
  • Mensen die weggaan om een andere reden, meestal om (beter) de kost te kunnen verdienen voor zichzelf en hun familie of om een opleiding te volgen. Deze groep wordt (economische) migranten genoemd.

overhethek

In twee documenten van de Verenigde Naties is iets te vinden over vluchtelingen. 

1) In Artikel 14 van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens staat dit: ‘Een ieder heeft het recht om in andere landen asiel te zoeken en bescherming te genieten tegen vervolging.’

2) In het Vluchtelingenverdrag van de VN wordt iemand vluchteling genoemd als hij buiten zijn land woont omdat hij reden genoeg heeft om te vrezen voor vervolging omwille van zijn ras, godsdienst, nationaliteit, het behoren tot een bepaalde sociale groep of zijn politieke overtuiging. In dat verdrag staat ook dat vluchtelingen recht hebben om asiel aan te vragen in het land waar zij naartoe zijn gevlucht. Asiel betekent dat het bestuur van dat land hen een plek om te wonen biedt tot het voor hen veilig is om terug te keren naar zijn eigen land.

Alle landen van de EU hebben beide documenten ondertekend. Daarmee hebben ze erkend dat vluchtelingen die naar de EU komen, recht hebben op asiel. Omdat ze het vluchtelingenverdrag hebben getekend, hebben de EU-landen ook de plicht om vluchtelingen op te nemen en asiel te geven.  Dat gebeurt ook, en ook mensen die op de vlucht zijn voor oorlog, kunnen asiel krijgen in de EU.

Als we het in de EU over migranten hebben, dan hebben we het vaak meestal over mensen die uit Azië of Afrika naar de EU komen. Deze groep wordt meestal aangeduid als 'niet-westerse' migranten.


 
Veel mensen in Azië, Afrika en het Midden-Oosten hebben het zo moeilijk op hun woonplek dat ze er weg willen. Ze lijden grote armoede, ze worden vervolgd of in hun land wordt een oorlog uitgevochten (bijvoorbeeld in Jemen en Syrië).

Ze weten, of vermoeden dat het in de Europese Unie veilig is en dat ze er aan de kost kunnen komen. Ze hebben er alles voor over om er naartoe te gaan. Ze zijn onder meer bereid om mensensmokkelaars veel geld te betalen om hun hulp bij de overtocht te krijgen. Over land is al moeilijk want ze kunnen weinig van hun bezittingen meenemen en ook weinig eten en drinken. Gevaarlijk is het soms ook. Het komt voor dat migranten die in een vrachtauto worden vervoerd, ontkomen door uitdroging of verstikking.

Nog meer gevaar lopen migranten als ze door mensensmokkelaars de Middellandse Zee over worden gezet. Mensensmokkelaars gebruiken hier gammele bootjes voor makkelijk omslaan of vol water lopen als het hard waait en de golven op zee hoog zijn. Bovendien zetten mensensmokkelaars meer migranten op hun bootjes dan die bootjes kunnen herbergen waardoor die bootjes nog sneller vergaan als het slecht weer is. De bestemming van die bootjes is meestal de kust van Griekenland, Italië of Spanje. Maar onderweg verdrinken er honderden migranten doordat hun boten omslaan of zinken. Geen wonder dat de Middellandse Zee ook wel de ‘Slotgracht van Europa’ genoemd wordt.

opdeboot

Om ongelukken met boten vol migranten te voorkomen sturen hulporganisaties eigen schepen de Middellandse Zee op om migranten uit hun gammele bootjes te halen en aan boord te nemen. Maar die schepen moeten soms dagenlang zoeken naar een haven aan een Europese kust waar ze aan mogen leggen en de migranten van boord mogen. Soms mag een reddingsschip aanleggen in de haven van La Valetta op Malta, op het Italiaanse eiland Lampedusa of ergens andere, en mogen de migranten daar van boord. Tot dan toe  zitten de geredde migranten hutjemutje op elkaar gepakt en hebben ze vaak te weinig voedsel, drinkwater en geneesmiddelen. In de zomer als de zon brandt aan de hemel en het schip daardoor heet wordt, is het verblijf voor die migranten een grote kweling. Dan lopen migranten gevaar door uitdroging.

 



Moet de Europese Unie meer of minder migranten uit Oost-Europa en elders in de wereld binnenlaten? En waarom dan? En wanneer mag je migranten van elders in de wereld die al in de EU zijn, wegsturen naar hun eigen land? Daar praten bestuurders van Nederland, van andere landen van de EU en van de EU zelf (Europees Parlement, Europese Commissie) geregeld over. Soms gaat het er hard aan toe als bestuurders met hun standpunt lijnrecht tegenover elkaar staan en elkaar geen duimbreed willen toegeven.  En ondertussen proberen mensen naar de EU te komen via de Balkan, Turkije of de Middellandse Zee.

Wie denkt dat dit vraagstuk alleen iets van deze eeuw is, heeft het mis. Het heeft de afgelopen eeuwen vaker gespeeld in Europa, bijvoorbeeld in Amsterdam.


Gesloten stad
De stad Amsterdam heeft in de 16e eeuw zo'n 35.000 inwoners. Via de landzijde kun je alleen overdag en te voet de stad in via drie stadspoorten. ’s Nachts zijn de poorten gesloten. De controle aan de poort is streng, dus lang niet iedereen mag de stad in.  Vreemdelingen mogen slechts twee dagen blijven.  Eenmaal in de stad toegelaten, mogen vreemdelingen zich er vrij bewegen net als de andere bewoners. Veel vreemdelingen overtreden de regels die voor hen gelden door langer dan twee dagen in de stad te blijven. Van tijd tot tijd worden grote groepen vreemdelingen de stad uitgestuurd. Begaat een vreemdeling in de stad een misdrijf, dan wordt deze zwaarder gestraft dan een inwoner die hetzelfde misdrijf heeft begaan.

Open stad
In de loop van de 17e en 18e eeuw heeft Amsterdam zo'n 200.000 inwoners. De Grachtengordel is voltooid en ligt er min of meer bij zoals we die nu kennen. Ook heeft de stad vijf toegangspoorten: Haarlemmerpoort, Leydsche poort, Utrechtse poort, Weesperpoort en Muiderpoort. Deze poorten zijn ook ’s nachts open, een groot verschil met de 16e eeuw. Van andere steden zijn de poorten ’s nachts wel dicht.

amsterdamEen schilderij van Adrianus Eversen met de Weesterpoo

In Amsterdam doen winkels, kantoren en werkplaatsen waar goederen worden gemaakt, goede zaken. Werk is er volop zodat veel stadsbewoners een goed belegde boterham kunnen verdienen. Kortom: de economie van Amsterdam bloeit. Dit dankzij het feit dat vreemdelingen welkom zijn in de stad als ze er willen werken en wonen. Maar nog steeds worden vreemdelingen die naar de stad komen, gecontroleerd aan de poort waar ze de stad in willen gaan. Daarbij moesten ze een bepaald bedrag betalen aan de poortwachters om recht te krijgen tot toegang tot de stad. Wie dat niet kan, mag de stad niet in.



De landen van de Europese Unie bepalen zelf hoeveel migranten ze in hun land toelaten. Het bestuur van de Europese Unie kan en doet dat ook. Daarbij streeft de EU de volgende doelen na:

  • Het moet voor migranten moeilijk worden om op illegale (tegen de wet) wijze de EU binnen te komen Ook moet het voor mensensmokkelaars minder aantrekkelijk worden om migranten illegaal de EU binnen te brengen.
  • De EU probeert migranten te redden die op zee om dreigen te komen door schipbreuk. Ook wil de EU haar buitengrens dicht houden voor illegale migranten. Daarom moet het EU-agentschap Frontex migranten die de EU binnen willen, controleren aan de buitengrens.

    frontex
  • De landen van de EU moeten ervoor zorgen dat migranten min of meer aan dezelfde voorwaarden moeten voldoen om asiel te krijgen. Het mag dus weinig of niets uitmaken in welk EU-land migranten asiel aanvragen.
  • Migranten die wel asiel krijgen en zijn toegelaten, moeten goed worden verzorgd. Ze moeten bijvoorbeeld goede huisvesting hebben zolang ze in hun gastland wonen.
  • De EU-landen moeten migranten die asiel hebben aangevraagd maar dat niet krijgen, zo snel mogelijk terugsturen naar het land waar ze vandaan gekomen zijn.
  • De EU wil migranten toelaten die een vak hebben geleerd of een andere opleiding hebben gevolgd waarmee ze in de EU makkelijk aan een baan kunnen komen. Ook wil de EU migranten toelaten die in de EU een opleiding willen volgen zoals aan een universiteit.

In 2015 nam het aantal migranten dat de EU binnen probeerde te komen enorm toe. Veel van deze migranten kwamen vanuit Syrië en Irak via Turkije Griekenland in. Toen was er oorlog in Syrië en Irak (in Syrië is het nog steeds oorlog). Ook uit Afrika kwamen veel migranten per boot over de Middellandse Zee naar de EU. Die waren op de vlucht voor armoede en geweld. Toen was er in Libië ook een oorlog aan de gang (ook nu nog steeds).

Om de toevloed van migranten te beperken, maakte de EU en de regering in 2016 met elkaar de volgende afspraak: migranten die vanuit Turkije illegaal Griekenland binnenkwamen, zouden naar Turkije worden teruggestuurd. In ruil hiervoor krijgt Turkije een vergoeding van drie miljard euro.. Deze zogenaamde Turkije-deal bestaat nog steeds.

Ondertussen had vooral Italië te maken met talloze migranten die uit Afrika kwamen. Daarom besloten de landen van de EU in juni 2018 om in Noord-Afrika en op andere plekken buiten Europa opvangplekken in te richten waar migranten die naar de EU willen, werden gehuisvest. In 2019 besloten Frankrijk en Duitsland Italië te helpen door migranten op te nemen en te huisvesten die in Italië aan land waren gekomen.

Naar: ‘Asiel- en migratiebeleid’, op https://www.europa-nu.nl/id/vh1aly4653wh/asiel_en_migratiebeleid

 


 
Voor deze les trekt u 1 lesuur uit.

Hoogstwaarschijnlijk zitten er leerlingen in uw klas vanwie de (groot)ouders van buiten de EU komen. Die kunnen hun ervaringen als migrantenkind inbrengen als ze antwoord geven op de vraag waar de opdracht in de les op is gebaseerd. Kennen leerlingen leeftijdgenoten die geen klasgenoot zijn wier (groot)ouders van buiten Europa komen? Dan kunnen die leerlingen hun kennis van migrantenkinderen inbrengen bij het beantwoorden van de vraag in de opdracht.

De les bestaat uit een gedeelte waarin de leerlingen individueel de bronnen in de les doornemen. Trek voor dit gedeelte 40 minuten uit.

Het tweede gedeelte is klassikaal. Daar trekt u 20 minuten voor uit. U gaat als volgt te werk:

  • U vraagt alle leerlingen om aan te geven of de EU meer of minder migranten moet binnenlaten.. Aan de hand van de antwoorden deelt u de klas in twee groepen in: A en B.
  • In groep A zet u de leerlingen die vinden dat de EU meer migranten moet binnenlaten.
  • In groep B zet u de leerlingen die vinden dat de EU minder migranten moet binnenlaten.
  • Vraag beide groepen om iemand binnen de groep aan te wijzen als deelnemer aan het debat over het migratievraagstuk waar de EU mee te maken heeft.
  • De twee leerlingen voeren hun debat. Het gaat er niet om wie het debat wint, maar het is de bedoeling dat de twee leerlingen een consensus bereiken over de vraag of de U de instroom van migranten moet inperken of juist groter laten worden.
  • Geef de leerlingen de gelegenheid om vragen te stellen aan de leerlingen die het debat voeren als ze daar behoefte aan hebben.


Deze opdracht sluit aan bij de kerndoelen voor 'Oriëntatie op jezelf en de wereld':

  • Kerndoel 34: De leerlingen leren zorg te dragen voor de lichamelijke en psychische gezondheid van henzelf en anderen.
  • Kerndoel 37: De leerlingen leren zich te gedragen vanuit respect voor algemeen aanvaarde waarden en normen.
  • Kerndoel 38: De leerlingen leren hoofdzaken over geestelijke stromingen die in de Nederlandse multiculturele samenleving een belangrijke rol spelen, en ze leren respectvol om te gaan met verschillen in opvattingen van mensen.

 


 

  • De leerling heeft gezien wat een migrant is.
  • De leerling kan enkele redenen noemen waarom mensen van buiten de EU de unie binnen willen komen.
  • De leerling heeft in grote lijnen gezien waarom sommige migranten de EU binnen mogen en andere migranten juist niet, of verloop van tijd de EU weer uit worden gestuurd.
  • De leerling heeft aan de hand van de lesstof zelf uitgemaakt of de EU meer of juist minder migranten binnen moet laten en waarom.

 


 
Het debat is goed verlopen als:

  • de leerlingen hun standpunt hebben verdedigd met argumenten die gebaseerd zijn op de informatie die in de les zijn verwerkt;
  • de leerlingen blijk hebben gegeven van respect voor elkaars standpunt en de argumentatie die ter verdediging van dat standpunt.

Als het de leerlingen niet lukt om een compromis te bereiken, is het debat zeker niet mislukt. Ook politici in Nederland en in de Europese Unie hebben moeite met het uitstippelen van ee migratiebeleid waarin alle partijen zich kunnen vinden.

 

verwante lessen

Login Form