In de Europese Unie worden steeds meer kinderen te dik. Een deskundige legt uit hoe dat komt: “De kinderen eten te veel en te ongezond. Ze snacken wat af; chips, frisdrank, snickers, noem maar op. En gezonde maaltijden met groente en fruit worden vervangen door vette pizza’s en patatten, Als het zo door gaat, ontwikkelen ze later allerlei gezondheidsproblemen, zoals suikerziekte, hartproblemen en een te hoge bloeddruk. Overgewicht is een groot gevaar voor de Europese volksgezondheid.”
Daar wil de EU iets aan doen, en ook jij kunt dat ook, samen met je klasgenoten.
Je stelt met je klas een protocol (= serie afspraken) op om te voorkomen dat jij en je klasgenoten dikker worden dan goed voor je is of helpt afvallen als je al te dik bent. In de les kom je allerlei ideeën tegen over afvallen die je voor het opstellen van dit protocol kunt gebruiken.
Voor deze opdracht krijg je 1 lesuur de tijd.
Eerst kijk je naar de video en lees je de bronnen. Dat doe je alleen en je krijgt er 45 minuten de tijd voor.
Daarna stel je samen met je juf of meester en je klasgenoten het protocol op. Hier trekt je juf of meester 15 minuten voor uit.
Xander (11) doet mee aan een afvalprogramma:
(iframe width="704" height="396" src="/https://www.youtube.com/embed/ccTT-_LVhIU" title="YouTube video player" frameborder="0" allow="accelerometer; autoplay; clipboard-write; encrypted-media; gyroscope; picture-in-picture" allowfullscreen></iframe)
Je kunt jezelf of iemand anders te dik vinden, of juist te dun, of geen van beide. Het is een kwestie van smaak, zou je dus zeggen. Toch niet helemaal.
Er bestaat namelijk een maat die aangeeft of je te dik bent, te dun of geen van beide. Die maat heet Body Mass Index of BMI. Die kun je voor jezelf uitrekenen. Hiervoor moet je weten je lengte, je leeftijd en je gewicht. Vul deze gegevens in op:
https://www.voedingscentrum.nl/nl/service/vraag-en-antwoord/kinderen-en-jongeren/is-de-bmi-body-mass-index-van-mijn-kind-gezond-.aspx
Onderaan deze webpagina zie je of je te dik bent, te dun of geen van beide volgens deze maat.
Je kunt te dik zijn. Dan heb je overgewicht. Als je een BMI van 30 of meer hebt, dan spreken we van obesitas of anders gezegd: je bent obees.
Obesitas ontstaat als je van jongs af aan te veel en te vet eet en daarbij niet voldoende beweegt. Het is dus geen ziekte. Maar je kunt er wel ziek van worden, vooral als je wat ouder wordt.
Als je obees bent, is dat slecht voor je gezondheid. Dankzij wetenschappelijk onderzoeken weten we nu dat obesitas allerlei ziektes kan veroorzaken. Je loopt bijvoorbeeld een veel grotere kans om suikerziekte te krijgen, een hartkwaal of te hoge bloeddruk. Je gewrichten, zoals je knieën, hebben moeite om dat gewicht te torsen. Ze verslijten veel sneller en gaan pijn doen.
Daar komt nog dit bij: als je basisschoolleerling al te dik bent of zelfs obees, dan heb je een grotere kans dat ook te zijn als je volwassen bent.
Als je dat wil voorkomen, moet je juist nu wat minder ongezond eten en/of wat meer bewegen. Helemaal helpen doet dat niet, want naarmate mensen ouder worden, worden ze vanzelf ook zwaarder.
Er is nog een nadeel aan te dik zijn. dikke kinderen kunnen erg ongelukkig zijn omdat ze vaker worden gepest en uitgescholden. Bij sport staan ze aan de kant en ze worden niet gevraagd om mee te gaan spelen. Dikke kinderen voelen zich daarom vaak buitengesloten. Misschien heb je dat wel eens meegemaakt of gezien.
De meeste ouders zijn trots op hun kinderen. Soms zo trots dat ze niet zien dat de kinderen te dik zijn. Dat gebeurt vooral als kinderen nog jong zijn, zo’n 5 tot 7 jaar. En als iets oudere kinderen - die eigenlijk te dik zijn - aan hun ouders vragen “is mijn buik te dik” dan antwoorden ouders vaak uit liefde “nee kind, je bent mooi zoals je bent”. Of, “nee hoor, mollig is juist mooi”. Zulke antwoorden geven je meer zelfvertrouwen. Maar of het voor jou zo goed is dat je zulke antwoorden krijgt?
Dikke ouders hebben vaak dikke kinderen. “Dat komt omdat het in de familie zit”, zeggen veel ouders. En dat is ook waar, voor een deel: als kind van dikke ouders heb je 30% meer kans dat je zelf ook te dik wordt. Voor de overige 70% ligt het aan wat je eet, hoeveel je eet en hoeveel je beweegt. Aan je leefstijl dus.
Daarbij spelen de ouders een belangrijke rol. Zij moeten het goede voorbeeld geven. Dus niet te veel zoete tussendoortjes eten, of patat eten in plaats van groente, of frisdrank drinken in plaats van water, enzovoort. En de tijd nemen voor een goed ontbijt, liefst aan tafel. Het geeft je energie voor de lange schooldag en je krijgt minder snel zin in ongezond snacken en snoepen.
Wat mag wel of niet op de TV? Mag je met gezonde tussendoortjes reclame maken? Terwijl die gezonde tussendoortjes helemaal niet zo gezond zijn. Mag je een product light noemen, terwijl er toch nog veel suiker en vet in zit? Of met zogenaamde magere worst adverteren terwijl die toch heel vet is?
Er zijn ook reclamecampagnes die zich speciaal op kinderen richten. Denk maar eens aan de spaaracties van grote winkels. En acties waarbij kinderidolen vertellen hoe goed een bepaald product is. Het is allemaal bedoeld om je over te halen die producten te kopen. Ook al zijn ze niet goed voor je gezondheid.
Daarom wil de Nederlandse Hartstichting dat er geen reclame meer wordt gemaakt voor ongezonde voedselproducten als die reclame gericht is op kinderen onder de 13 jaar.
Er zijn in de Europese Unie miljoenen kinderen met overgewicht. In 2018 was 11,7% van de kinderen tussen 4 en 17 jaar te zwaar. Dat is bijna één op de acht. Van ongeveer een kwart van die kinderen kun je zeggen dat ze in 2018 obees waren. Dat is om precies te zijn 2,7% van alle kinderen tussen 4 en 17 jaar. Bij kinderen tussen 4 en 11 jaar, dus de kinderen die naar een basisschool gaan, is een iets groter deel obees dan van alle kinderen tussen 11 en 17 jaar.
Ook sommige volwassenen zijn te dik of hebben zelfs obesitas. Sterker nog: er zijn naar verhouding meer volwassen te dik of obees dan kinderen. Van alle volwassenen was in 2014 ongeveer de helft te dik of obees. Bij kinderen is dat, zoals gezegd, bijna één op de acht. Hetzelfde verschil zie je als je kijkt naar hoeveel mensen obees zijn. Onder alle volwassenen is dat één op de zes, onder alle kinderen ongeveer één op de dertig.
Wel zijn er grote verschillen tussen de verschillende EU-landen. Een voorbeeld:
In 2014 was in Roemenië 9,4% van alle volwassenen obees, in Italië 10,7% en in Nederland 13,.3%. Wat dat bjetreft namen deze drie landen de onderste drie plaatsen in de ranglijst van (toen nog 28) EU-landen in. Malta voerde dat jaar deze ranglijst aan met ruim 25% van alle volwassenen.
Naar: volksgezondheid.info, overgewicht kinderen 2018, op https://www.volksgezondheidenzorg.info/onderwerp/overgewicht/cijfers-context/huidige-situatie#node-overgewicht-kinderen
Naar: ‘Hoe ouder hoe dikker: één op de zes in EU heeft obesitas’ op https://www.ad.nl/gezond/hoe-ouder-hoe-dikker-een-op-de-zes-in-eu-heeft-obesitas~a38c6085/
De Europese Commissie, het dagelijks bestuur van de EU doet haar best om overgewicht en obesitas onder EU-burgers aan te pakken. Ze stimuleert het (meer) eten van gezonde voedingsproducten en meer bewegen. Hiertoe lopen er allerlei projecten in de EU om overgewicht en obesitas aan te pakken. We noemen er twee:
- Gezonde kinderen in gezonde gezinnen. Het doel hiervan is dat kinderen en hun familieleden die er ongezonde levenswijzen op na houden, te helpen met het kiezen voor gezondere levenswijzen. Dit project is vooral bedoeld voor mensen in gebieden waar veel immigranten wonen, mensen die uit een ander land zijn verhuisd.
- ACTIVE. Kinderen tussen de 5 en 8 jaar worden met animatiefilms aangemoedigd om gezonder te leven door goed te eten en fit te blijven. In die films krijgen ze te zien hoe ze dat kunnen aanpakken. Het doel is dat deze kinderen later geen overgewicht of obesitas krijgen.
Naar: ‘EU-maatregelen tegen obesitas en gezondere levenswijzen’ op https://ec.europa.eu/health/newsletter/114/focus_newsletter_nl.htm
Trek voor deze les 1 lesuur uit.
Eerst laat u de leerlingen kijken naar de film over basisschoolleerling Xander die eerst te dik is en daarna van alles probeert om af te vallen onder begeleiding van een arts. In deze film kun je zien waarom kinderen als Xander het niet altijd prettig vinden om te dik te zijn. In de film worden ook manieren vermeld om af te vallen en legt Xander uit waarom hij het prettig vindt om niet meer zo dik. De film duurt iets meer dan vier minuten.
Daarna laat u de leerlingen de overige bronnen lezen. Trek er 40 minuten voor uit.
Ten slotte stelt u samen met de leerlingen een protocol op met als doelen te voorkomen dat leerlingen dikker worden dan gezond voor ze is en leerlingen te doen afvallen als ze al dikker zijn dan gezond voor ze is. Trek voor deze activiteit 15 minuten uit.
Hang een exemplaar van het protocl in de klas of en geef iedere leerling een exemplaar mee om mee naar huis te nemen.
Uitwerking:
Neem in dit protocol in ieder geval op dat leerlingen andere leerlingen niet pesten of uitsluiten omdat die te dik zijn, of juist te mager.
Tips om af te vallen zijn in drie categorieën te verdelen:
- Meer bewegen. Bijvoorbeeld meer aan sport doen.
- Gezonder eten, bijvoorbeeld meer fruit en groente eten en minder vette voedingsproducten, snoep en andere hapjes laten staan want tijdens je dagelijkse maaltijden eet je normaal gesproken genoeg om gezond te blijven. Het helpt als de leerlingen altijd ontbijten jen daar de tijd voor nemen voordat ze naar school gaan, iets wat er bij sommige basisschoolleerlingen (en leerlingen voortgezet onderwijs) bij in schiet.
- Bewuster omgaan met boodschappen die aanzetten tot het kopen en eten van bepaalde voedselproducten, met name voedselproducten die veel vet of suiker bevatten. Die prikkels komen van reclame en door de aanwezigheid van verkooppunten waar van die voedselproducten worden verkocht. Hoe ouders van leerlingen daarbij kunnen helpen, laat de film over Xander goed zien.
Achtergrondinformatie
Er zijn steeds meer lidstaten die zich zorgen maken over het groeiende aantal kinderen met (extreem) overgewicht. Kinderen met overgewicht lopen een groter kans op ernstige gezondheidsproblemen, als kind en later als volwassene. Daarom ondersteunt de EU met geld projecten over gezonde voeding. Dat neemt niet weg dat gezonde voeding niet in de eerste plaats een verantwoordelijkheid is van de ouders, de school en het kind zelf.
Informatie over te dik zijn en obesitas vindt u in het artikel ‘Hoe ouder hoe dikker: één op de zes in EU heeft obesitas’ op https://www.ad.nl/gezond/hoe-ouder-hoe-dikker-een-op-de-zes-in-eu-heeft-obesitas~a38c6085/
Informatie over kindermarketing ongezonde voeding vindt u op https://www.hartstichting.nl/dit-doet-de-hartstichting/gezonde-samenleving/kindermarketing-ongezonde-voeding-moet-stoppen. Op deze webpagina roept de Nederlandse Hartstichting op tot een verbod op dit soort reclame.
De opdracht sluit aan bij:
- Kerndoel 16: De leerlingen kunnen enkele aspecten van groepen in onze samenleving beschrijven waaronder in elk geval:
- enkele vormen van groepsgedrag en factoren die daarvoor bepalend zijn
- discriminatie en tolerantie - Kerndoel 23: De leerlingen kunnen aangeven, hoe zij kunnen bijdragen aan het behoud en de bevordering van de eigen gezondheid. Dit betekent dat zij weten:
- welke verzorging het lichaam nodig heeft met betrekking tot voeding, beweging en rust, frisse lucht en hygiëne
- welke risico's verslavende gedragingen, waaronder in elk geval roken en alcoholgebruik, hebben voor de gezondheid - Kerndoel 26: De leerlingen beschikken als koper van producten en als gebruiker van diensten over de volgende vaardigheden:
- herkennen van en omgaan met verkoopbevorderingstechnieken;
- informatie gebruiken over de samenstelling en het gebruik van een product.
- De leerlingen kennen het verschil tussen overgewicht en obesitas.
- De leerlingen hebben gezien hoe leefstijl overgewicht en obesitas in de hand kan werken.
- De leerlingen kunnen manieren noemen om hun leefstijl zó aan te passen dat ze niet te dik worden of afvallen als ze al te dik zijn.
- De leerlingen hebben gezien op welke manieren ze worden aangemoedigd om voedselproducten te eten waar ze te dik van kunnen worden.
- De leerlingen hebben gezien dat kinderen met overgewicht en obesitas in sociale problemen kunnen komen.
- De leerlingen kunnen uitleggen waarom de EU obesitas als een toenemend gevaar voor de volksgezondheid beschouwt.
De leerlingen hebben de opdracht goed afgerond als het protocol dat ze hebben opgesteld:
- afspraken bevat die gericht zijn op het voorkomen van overgewicht en obesitas[
- afspraken bevat die leerlingen helpen afvallen als ze al overgewicht of obesitas hebben.
- alle afspraken helder geformuleerd zijn en het daardoor makkelijk is om na te gaan of zen in hoeverre ze worden nagekomen.