Magnetisme is een aantrekkingskracht. Het werd al in de oudheid ontdekt in het kristal magnetiet. In dit kristal zitten allemaal kleine stukjes ijzer. Elk stukje ijzer oefent aantrekkingskracht uit, of te wel is magnetisch. Maar pas als alle stukjes ijzer dezelfde kant op wijzen, wordt het kristal een magneet. In een normaal ijzeren voorwerp zitten ook allemaal kleine stukjes ijzer, maar omdat elk stukje ijzer een eigen kant op wijst is er geen magnetisme. Dat is er wel als die stukjes wél allemaal dezelfde kant op wijzen.
Magnetiet
Je kunt ook ijzeren voorwerpen magnetisch maken door met een magneet langs het ijzeren voorwerp te gaan, totdat er veel ijzerdeeltjes dezelfde kant op zijn gaan staan in het ijzeren voorwerp. Je kan dit makkelijk zelf doen met bijvoorbeeld een schaar en een magneet. Ga met de magneet heel vaak langs de schaar in dezelfde richting. Op een gegeven moment wordt de schaar magnetisch, want de ijzerdeeltjes zijn dezelfde kant op gaan staan. De schaar blijft alleen niet voor altijd magnetisch, want de ijzerdeeltjes gaan elk weer een andere kant op staan op den duur.
Bij magnetiet blijven de kleine stukjes ijzer allemaal dezelfde kant op gericht.
Elke magneet heeft twee verschillende polen. Gelijke polen stoten elkaar af. Ongelijke polen worden door elkaar aangetrokken. Dit kan je zelf gemakkelijk ervaren door twee magneten bij elkaar te houden. Trekken de polen elkaar aan dan zijn het ongelijke polen. Stoten de polen elkaar af dan zijn het gelijke polen.