Wat voor weer wordt het vandaag? En morgen, of in het weekend? Daar kun je eenvoudig achter komen. Elke dag kun je weersverwachtingen lezen of bekijken in de krant, op de radio, op TV en op je smartphone. Weermannen en -vrouwen maken dagelijks of zelfs meermalen per dag weersverwachtingen.
Hoe ze dat doen, leer je een beetje in deze les. Je leest waar de weerkundigen op letten. Je leert wat je beslist moet weten van het weer in Europa als je weersverwachtingen wil maken. Zodra je dat weet, maken jullie zelf een weersverwachting voor de komende week voor de Europese Unie.
Voor deze opdracht krijg je 1 lesuur de tijd. Je maakt de opdracht in de les samen met een klasgenoot.
Bekijk de films in 'bron: video's'. Lees de bronnen.
Bekijk de weerkaarten van Europa via de onderstaande links:
- Satellietfoto's van Europa gemaakt in de afgelopen drie uren op https://www.buienradar.nl/wereldwijd/europa/satelliet.
- Waar heeft het in Europa de afgelopen 3 uur geregend en waar niet? op https://www.buienradar.nl/wereldwijd/europa/buienradar.
- Waar in Europa gaat het de komende zeven dagen regenen en waar blijft het droog? Dat kun je vinden op https://www.buienradar.nl/wereldwijd/europa/7daagse.
Schrijf een kort weerpraatje met de weersverwachting voor de komende week in Europa
Maak een weerkaart: Je krijgt van je juf of meester een blanco kaart van Europa. Geef met zonnetjes aan waar je zon verwacht in de komende week. En met wolken laat je zien waar het bewolkt is. Met regendruppels geef je aan waar je denkt dat de regen zal vallen.
Spreek wel van tevoren af wie de weerkaart gaat tekenen en wie het weerpraatje gaat schrijven.
Geef de weerkaart en je weerpraatje aan de juf of meester. Die hangt ze allemaal op. Over een week kijk je nog een keer naar de internetlinks en controleer je of je een beetje in de buurt zat met jouw voorspelling.
Kijk naar twee gedeeltes van 'Weerbericht - Het Klokhuis‘:
Kijk ook naar de film 'Zeestromen en wind’:
De Golfstroom is een zeestroming. Die gaat vanuit de Golf van Mexico, ten zuiden van Noord-Amerika, de Atlantische Oceaan in. De Golfstroom bevindt zich aan en vlak onder het zeeoppervlak. Met die zeestroming komt een heleboel warm water mee uit warme streken. Het grootste deel van dat warme water keert terug richting Florida, in Noord-Amerika. De rest van het warme water trekt richting Europa en komt terecht bij Ierland en Noorwegen. Dankzij de Golfstroom is het in Europa warmer dan op andere plekken op het Noordelijk Halfrond die net zo ver van de Noordpool liggen als Europa.
De Golfstroom is rood gekleurd, linksbovenin
Meestal is de luchtdruk bij de Azoren hoger dan bij IJsland. In sommige jaren is dat verschil erg groot. Dan beleven we een zachte winter waarin het bijna nooit vriest en sneeuwt. In andere jaren is het verschil kleiner. Dan beleven we een koude winter met op veel dagen sneeuw en vorst. In Noorwegen is het in die periode ongewoon droog. Hoe kan dat?
Als ’s winters het verschil in luchtdruk groot is, ligt er boven de Atlantische Oceaan op ongeveer tien kilometer hoogte een sterke luchtstroom. Die voert slechtweergebieden en stormen mee naar West-Europa. Meestal trekken die noordelijk langs Nederland. Dan staat er hier een straffe westenwind die warme lucht van de oceaan aanvoert. Dan blijft de temperatuur hier ook ’s nachts ruim boven nul.
Is tijdens de winter het luchtdrukverschil tussen IJsland en de Azoren klein, dan is de luchtstroom boven de oceaan zwakker. Daardoor komen sommige slechtweergebieden en stormen niet in West-Europa terecht maar in Zuid-Europa. Daardoor regent het in Noord-Europa minder vaak en in Zuid-Europa juist vaker. Daardoor ook waait er in Nederland en in de landen om ons heen soms een noorden- of oostenwind. 's Winters is die wind koud genoeg om voor schaats- en sneeuwpret te zorgen, zolas hieronder te zien is:
Nederland heeft een nationale weerdienst. Dat is het Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut of kortweg KNMI. Dit instituut houdt zich onder meer bezig met het maken van weerberichten voor Nederland. België heeft het Koninklijk Meteorologisch Instituut (KMI). Dat maakt weerberichten voor België. Ook de andere landen van de Europese Unie hebben hun nationale weerdienst.
Het KNMI, het KMI en de nationale weerdiensten van 27 andere landen zijn aangesloten bij een organisatie die EUMETSAT heet. Het is een Europese organisatie, vandaar de EU in de naam (hoewel ook de Turkse nationale weerdienst meedoet) maar geen onderdeel van de Europese Unie. EUMETSAT gebruikt weersatellieten om gegevens te vergaren over het weer in Europa en erbuiten. Vandaar de ‘SAT’ in de naam. Die gegevens gebruiken de dertig weerdiensten om hun weersverwachtingen voor hun land te maken.
Het hoofdkantoor van EUMETSAT
In 1975 hebben 31 landen in Europa én Marokko het weerinstituut ECWMF opgericht. Voluit betekent ECWMF in het Nederlands: Europees Centrum voor Weersverwachtingen voor de Middellange Termijn (= meerdere dagen vooruit). Het instituut is gevestigd in de Engelse stad Reading, vlakbij Londen. In 1979 gaf de ECMWT zijn eerste weerberichten uit. Na zijn oprichting hebben nog drie landen zich aangesloten bij het ECWMF.
Het ECWMF werkt ook nauw samen met de Europese Unie. Het doel van het ECMWF is samen te onderzoeken hoe het weer nog beter kan worden voorspeld.
Trek voor deze les 1 lesuur uit. Laat de leerlingen in tweetallen aan de opdracht in de les werken
Print exemplaren uit van een blanco landkaart van de Europese Unie uit (in een wat groter formaat te downloaden via https://imgur.com/t/europe/dLON8YE). U heeft een aantal exemplaren van de landkaart nodig dat de helft is van het aantal leerlingen in de klas.
Zo gaat u te werk:
- Kijk samen met de leerlingen naar de videofragmenten
- Deel de klas in tweetallen in.
- Geef elk tweetal een exemplaar van de blanco landkaart van de Europese Unie.
- Vertel de klas dat van elk tweetal de ene leerling het weerpraatje voor over een week moet maken en de ander van de blanco landkaart een weerkaart maakt met de verwachting voor over een week.
- Vervolgens laat u de leerlingen de actuele weerkaarten opzoeken op de links die genoemd zijn in 'Dit ga je doen'.
- Dan kan iedereen aan de slag met de bronteksten en de opdracht.
- Als iedereen klaar is met de opdracht, verzamelt u de teksten en de kaarten.
Een week na het maken van de opdracht laat u de leerlingen weer kijken naar de actuele weerkaarten van Europa via de links in 'Dit ga je doen'. De leerlingen kunnen op die manier controleren of de weerkaartjes en de weerpraatjes die ze hebben gemaakt, enigszins kloppen.
Uitwerking
Om een idee te krijgen van hoe het weer in de Europese Unie over een week is, moet je weten dat:
- de Golfstroom een zeestroming is die warm water naar West-Europa voert. Door dat warme water heeft dit deel van Europa een warmer klimaat vergeleken met andere streken op het noordelijk halfrond die op dezelfde breedte liggen.
- er boven de noordelijke Atlantische Oceaan en West-Europa meestal een westenwind staat omdat de luchtdruk bij IJsland laag is en bij de Azoren hoog. Met die wind komen lagedrukgebieden mee die regen brengen in West-Europa. Als die westenwind lange tijd achtereen niet waait, regent het in Noord- en West-Europa minder vaak en kan het ’s winters flink vriezen en sneeuwen.
Deze opdracht sluit aan bij:
- Kerndoel 43: De leerlingen leren hoe je weer en klimaat kunt beschrijven met behulp van temperatuur, neerslag en wind.
- De leerling heeft gezien wat de Golfstroom is en wat daarvan de invloed is op het weer in Europa.
- De leerling kan uitleggen waarom de wind in Nederland en zijn buurlanden vaak uit het westen waait.
- De leerling heeft gezien wat voor informatie over het weer weermannen en -vrouwen gebruiken om weersverwachtingen op te stellen en hoe ze aan die informatie komen.
- De leerling heeft ervaring opgedaan met het opstellen van weersverwachtingen voor een bepaald gebied aan de hand van weerkaarten en satellietfoto's die met tussenpozen van dat gebied zijn gemaakt.
De leerlingen hebben de opdracht goed gemaakt als:
- de tekst van het weerpraatje duidelijk is;
- de tekst van het weerpraatje de Europese Unie betreft;
- de weerkaart van de Europese Unie goed aansluit op het weerpraatje.
Als de weersvoorspelling na 3 dagen ook nog redelijk accuraat blijkt, dan hebben de leerlingen een extra compliment verdiend.