Energiebronnen

Energie uit koolzaad en wind, dat weet nu ieder kind! Maar er zijn nog meer energiebronnen: aardolie, aardgas, steenkool, kernenergie, de zon en nog enkele andere.

energiebronnen

We gebruiken steeds meer energiebronnen naarmate we rijker worden. Dat is heel goed te zien in Brazilië, China en Zuid-Afrika. Want in die landen zijn de afgelopen tientallen jaren steeds meer mensen rijk genoeg geworden om auto’s, koelkasten, wasmachines en wat al niet te kopen, en om verre reizen te maken. Voor dat alles is extra energie nodig. Die moet toch ergens vandaan komen, toch?

Welke bronnen gebruikt men in deze landen om toch voor iedere bewoner voldoende energie op te wekken?

Dat is een belangrijke vraag, omdat elke energiebron heeft zijn voor- en nadelen heeft.

 


 

opdrachtIn deze les zoek je antwoord op de volgende vragen:

  • Welke energiebronnen worden er steeds meer gebruikt in Brazilië, China en Zuid-Afrika?
  • Hoe voordelen hebben deze landen daarvan?
  • Wat voor problemen ontstaan er hierdoor in de landen zelf en wereldwijd?
  • Wat kunnen en willen ze aan die problemen doen?

 



werkinuitvoeringVoor deze opdracht krijg je vijf kwartier de tijd. 

Eerst laat je juf of meester enkele films zien over energie. Hier trekt zij of hij een kwartier voor uit. In de films komen steenkool en andere energiebronnen aan bod. Noteer alvast voor jezelf bij die energiebronnen welke voor- en/of nadelen er worden genoemd bij het gebruik ervan.

Hierna begin je aan de opdracht van de les. Je krijgt er 1 uur de tijd voor.

Om te beginnen deelt zij of hij de klas in groepen van twee in. Zij of hij geeft ieder groepje één van de volgende drie onderwerpen.

  1. Zuid-Afrika en steenkool
  2. China en waterkracht
  3. Brazilië en biobrandstof.

Lees eerst de teksten over het onderwerp dat je hebt gekregen. In de teksten worden enkele energiebronnen beschreven die in het land worden gebruikt. Schrijf bij elke energiebron puntsgewijs de voordelen en de nadelen op. Wordt bij een energiebron een voor- of nadeel niet genoemd en je weet er toch van, schrijf dat er gerust bij.

Lees daarna ‘Wat doen de VN?’.

Schrijf daarna een energienota voor het land waar je over hebt gelezen. In de nota leg je uit hoe het land de negatieve gevolgen van energieopwekking en het gebruik ervan zo veel mogelijk kan beperken of voorkomen. Gebruik hierbij de informatie in ‘Wat doen de VN?’.

Tot slot laat je energienota zien aan je juf of meester.

 


 

Hoe wek je stroom op? Dat zie je in de Schooltv-film ‘Energiebronnen’:energie1


Kijk naar de Schooltv-film ‘Energie uit steenkool’ over steenkool, aardolie en aardgas:energie2


Kijk naar de Schooltv-film ‘Kernenergie’:energie3

 
En kijk naar de Schooltv-film ‘Kernafval’: energie4



Hoe wordt in Zuid-Afrika in 2017 stroom opgewekt?

  • Uit aardolie, aardgas en steenkool 85%
  • Uit kernenergie 4%
  • Uit waterkracht 1%
  • Uit alle andere energiebronnen 10%

Zuid-Afrika heeft twee werkende kerncentrales.

Steenkool
Zuid-Afrika heeft een enorme voorraad steenkool. Steenkool is een belangrijk exportproduct voor Zuid-Afrika. In het land zelf wordt steenkool vooral gebruikt voor het opwekken van elektriciteit. Ook maakt men vloeibare brandstoffen, zoals kerosine en benzine, uit steenkool.  De winning van de steenkolen gebeurt voor de helft onder de grond en voor de helft in open pits (grote kuilen).

steenkool

Voordelen:

  • Steenkool is erg goedkoop te delven, als het uit pits kan worden gehaald.
  • Zuid-Afrika verdient veel geld aan de uitvoer van steenkool.
  • Voor het delven van dieper gelegen steenkool zijn veel arbeidskrachten nodig omdat hiervoor schachten en gangen moeten worden gegraven, diep in de grond. Daarmee kunnen veel mensen hun brood verdienen.
  • Zuid-Afrika is dankzij de steenkool niet zo afhankelijk van de invoer van aardolie. Dat is voordelig als de prijs van aardolie hoog is.

Nadelen:

  • Bij kolenwinning komt methaan vrij. Dat is een broeikasgas. Hoe meer methaan er in de dampkring van de aarde komt, hoe sterker het broeikaseffect wordt en hoe sneller de aarde dus opwarmt.
  • Bij het verbranden van steenkool komt veel kooldioxide of CO2 vrij. Ook dat is een broeikasgas.
  • De mijnwerkers ademen tijdens hun werk stof in. Dat is slecht voor hun longen.
  • Om steenkool te delven heb je veel water nodig. De grootste steenkoolmijn van Zuid-Afrika ligt in een zeer droog gebied waar het ook al moeilijk is om voor iedereen voldoende schoon drinkwater te vinden. De mijn boort steeds nieuwe waterputten aan. Hierdoor daalt het grondwaterpeil.
  • Bij het delven van steenkool komen giftige stoffen vrij, die soms in het grondwater komen te zitten. Ook hierdoor blijft er voor mensen minder schoon drinkwater beschikbaar.

 



Andere energiebronnen in Zuid-Afrika.

Kerncentrales
Zuid-Afrika heeft twee kerncentrales, Koeberg-1 (zie de foto) en Koeberg-2. Die stoten geen broeikasgassen uit, maar bij het opwekken van stroom uit kerncentrales ontstaat radioactief afval. Dat moet zorgvuldig en vele honderden of zelfs duizenden jaren lang worden opgeborgen omdat de straling van dat afval gevaarlijk is voor mensen en de natuur.

koeberg1
Schone energiebronnen
In een groot deel van Zuid-Afrika is het vaak zonnig. Daarom worden er in Zuid-Afrika zonnecentrales gebouwd. Hierin wordt stroom uit zonne-energie opgewekt. In die centrales worden zonnestralen door gebogen spiegels gebundeld om water mee te verhitten. Dat water gaat koken. De stoom die daardoor ontstaat drijft een grote turbine (soort dynamo) aan die daardoor elektriciteit produceert. Voordeel is dat er bij het opwekken van stroom uit zonne-energie geen CO2 en andere broeikasgassen ontstaan

In Zuid-Afrika zijn meerdere stuwdammen in rivieren gebouwd om mensen aan meer schoon drinkwater te helpen en om stroom op te wekken. Een van de grootste stuwdammen is de Vanderkloofdam in de Oranjerivier.

Ook heeft Zuid-Afrika windparken die met grote molens stroom uit wind opwekken. Bij die opwekking van stroom komen geen broeikasgassen vrij.

Dankzij het zonnige klimaat in grote delen van Zuid-Afrika kunnen mensen in huis een zonneboiler gebruiken om water te koken. Bedrijven in Venlo bijvoorbeeld verkopen hun zonneboilers onder andere in Zuid-Afrika.

Weetje
Terwijl Zuid-Afrika veel stroom uitvoert naar het buitenland, hebben lang niet alle bewoners van het land toegang tot stroom. Zij moeten het vaak nog alleen met brandhout doen. Wel werken bedrijven en de overheid er aan om die mensen te gaan voorzien van stroom.

 



Hoe wordt in Brazilië in 2017 stroom opgewekt?

  • Uit waterkracht 64%
  • Uit aardolie, aardgas en steenkool 17%
  • Uit kernenergie 1%
  • Uit alle andere energiebronnen samen 18%

Brazilië heeft twee werkende kerncentrales.

Biobrandstoffen in Brazilië
Biobrandstoffen zijn brandstoffen gemaakt uit planten. Biodiesel wordt gemaakt van maïs, koolzaad, palmolie, suikerriet of soja. Bio-ethanol (vervanger voor benzine) wordt gemaakt van suikerbiet, suikerriet of graan. Deze brandstoffen worden dus gemaakt van eetbare producten.
In de toekomst zullen er ook biobrandstoffen gemaakt worden van niet-eetbare producten zoals: hout, stro, algen en afval dat overblijft als je voedsel bereidt, zoals schillen.

In Brazilië maakt men uit suikerriet bio-ethanol en biodiesel. Brazilië is een van de grootste producenten van bio-ethanol ter wereld. Daarnaast wordt er in Brazilië veel biodiesel gemaakt.

In Brazilië wordt al sinds ongeveer 1975 bio-ethanol gebruikt als autobrandstof. Sommige auto’s rijden op een mengsel van benzine en ethanol: 75% benzine en 25% ethanol. Er komen steeds meer auto’s op de weg op met een flex-motor. Deze auto’s kunnen op alle mengsels van benzine en ethanol rijden. Ze kunnen ook op pure benzine of ethanol rijden. Ethanol is in Brazilië bijna 40% goedkoper dan de (gemengde) benzine.
Dieselauto’s in Brazilië rijden op een mengsel van biodiesel en gewone diesel.

Van de bio-ethanol die in Brazilië wordt gemaakt, wordt een groot deel in het land zelf gebruikt. De rest gaat naar andere landen, zoals de VS.

Hoeveel bio-ethanol en biodiesel Brazilië maakt en verbruikt, hangt af van hoe duur benzine en gewone diesel op dat moment zijn. Is de prijs van deze brandstoffen hoog, zoals in 2008 en ook tussen 2010 en 2014, dan is de vraag naar biobrandstoffen groot. De vraag naar biobrandstoffen wordt ook groter als Brazilië de uitstoot van CO2 kleiner wil maken. Brazilië heeft dat beloofd te doen samen met vele andere landen. Doel is om de opwarming van de aarde af te remmen. Sinds Jaïr Bolsonaro in 2019 president is geworden van het land, doet Brazilië daar niet meer aan mee.

ethanol
Voordelen van biobrandstoffen
Waarom help je de opwarming van de aarde af te remmen als je biobrandstoffen gebruikt in plaats van benzine, diesel of LPG? Het zit zo:

Biobrandstoffen worden gemaakt uit planten. Die hebben CO2 uit de lucht gehaald om te groeien. Bij verbranding van de brandstoffen uit deze planten komt de CO2 weer vrij. Het is dus een korte kringloop, waarbij geen extra CO2 vrijkomt. Verbrand je benzine, diesel of LPG, dan is er van die korte kringloop geen sprake. Die brandstoffen komen uit aardolie dat diep in de grond heeft gezeten.

De koolstof in aardolie is heel erg lang geleden uit de lucht gehaald. Dat komt weer terug in de dampkring als je brandstoffen uit aardolie verbrandt, dus neemt de hoeveelheid CO2 in de dampkring toe. CO2 is een broeikasgas. Hoe meer van dat gas er in de dampkring zit, hoe sterker het broeikaseffect is en hoe sneller de aarde opwarmt. Overigens gebeurt dat ook als je steenkool verbrandt.

De koolstof in de steenkool heeft heel lang in de grond gezeten en komt dan als CO2 in de dampkring terecht.

Biobrandstoffen hebben nog een voordeel dat steenkool, aardolie en aardgas niet hebben. Planten waaruit deze brandstoffen worden gemaakt, raken niet op omdat er voortdurend nieuwe planten groeien. Steenkool, aardolie en aardgas raken wel op omdat er maar een beperkte hoeveelheid van in de grond zit en er niets bijkomt. Dus zullen ze op de lange duur steeds schaarser en duurder worden en ten slotte helemaal opraken.

Tenslotte stoten auto’s die op biodiesel rijden, minder roet, fijnstof en  giftige uitlaatgassen uit dan auto’s die op gewone diesel rijden.

Nadelen van biobrandstoffen
Biobrandstoffen worden gemaakt uit gewassen. In de VS is dat maïs, in Brazilië suikerriet. Die gewassen nemen plaats in. Wil je meer maïs of suikerriet telen omdat de vraag naar biobrandstoffen stijgt, dan moet je er meer ruimte voor maken. Die maak je door minder voedselgewassen te verbouwen of door natuurgebieden in cultuur te brengen. Bovendien wordt voedsel duurder als er meer gewassen worden geteeld voor het maken van biobrandstoffen. In plaats van suikerriet had men ook andere voedingsgewassen kunnen verbouwen.

 



Andere energiebronnen in Brazilië

Waterkracht
In sommige delen van Brazilië valt er jaarlijks veel regen, vooral in het Amazonegebied. Daarom lopen er door het land verschillende grote rivieren. De Amazone is de grootste rivier. Daardoor is het op veel plekken mogelijk om stroom op te wekken in waterkrachtcentrales in die rivieren. Een van de bekendste is de Itaipu-waterkrachtcentrale (op de foto hieronder). Die bestaat onder andere uit een dam met een lengte van 7,7 km en een hoogte van 196 meter. Het is de op één na grootste waterkrachtcentrale ter wereld. Alleen de Drieklovendam in China is groter. De centrale produceert 80% van de elektriciteit voor Paraguay en 25% voor Brazilië. Hij ligt in de rivier de Paraná op de grens van Brazilië en Paraguay. Sinds zijn voltooiing in 1982 wordt hij wel beschouwd als een van de zeven moderne wereldwonderen. Het stuwmeer dat door aanleg van de stuwdam is ontstaan, heeft een oppervlakte van 1350 km² en is 170 km lang.

waterkrachtbrazilie

Waterkracht is schoon. Er ontstaat geen CO2 en vervuiling bij het opwekken van stroom uit waterkracht. Maar als je een dam in een rivier aanlegt, loopt een groot gebied voor de dam onder water. Mensen die in het gebied wonen, moeten dan verhuizen en de natuur in het gebied gaat verloren.

Aardolie en aardgas
De laatste jaren zijn bij de zuidoostkust van het land grote olievelden en een gasveld ontdekt. Daar worden al volop aardolie en aardgas uit gewonnen. Hiervan wordt een deel gebruikt in Brazilië zelf gebruikt en een deel uitgevoerd.

Kleinschalige energiebronnen
Miljoenen Brazilianen in afgelegen gebieden hebben geen elektriciteit. Die weten zich vaak te behelpen met zonneboilers, kleine windmolens, biomassacentrales en kleine waterkrachtcentrales. Ze gebruiken dus schone energiebronnen, die geen CO2-uitstoot en geen vervuiling veroorzaken.

 


 

Hoe wordt in China in 2016 stroom opgewekt?

  • Uit aardolie, aardgas en steenkool 62%
  • Uit waterkracht 18%
  • Uit kernenergie 2%
  • Uit alle andere energiebronnen samen 18%

China heeft 46 werkende kerncentrales.

Van erg vuil naar schoner
De economie van China groeit sterk. Dat wil zeggen dat er steeds meer fabrieken bij komen. Het land en de inwoners worden hierdoor steeds 'rijker'. Steeds meer mensen kunnen gaan autorijden. Ook kunnen ze allerlei apparaten kopen, zoals tv’s, pc’s, koelkasten, wasmachines en airco’s. Het energiegebruik neemt hierdoor sterk toe. In snel tempo verrijst de ene nieuwe kolencentrale na de andere. China produceert zelf veel olie, maar heeft er zoveel van nodig, dat het ook aardolie invoert. Ook voert het land veel aardgas in, onder meer uit Rusland.

Door het gebruik van steenkool voor elektriciteitscentrales ontstaan veel  roet, fijnstof en CO2. CO2 is een broeikasgas. Hoe meer er van dat gas in de dampkring terecht komt, hoe sterker het broeikaseffect wordt en hoe sneller de aarde hierdoor opwarmt. In Beijing en andere grote steden is de lucht door het verbranden van steenkool soms zo vuil, dat veel mensen ziek worden en mensen op straat mondkapjes dragen.

Daarom laat de Chinese regering ook steeds meer stroom opwekken met windmolens en zonnepanelen. Want bij het opwekken van stroom uit wind en zonne-energie ontstaat geen vervuiling en geen CO2-uitstoot. In 2017 werd 35% van alle stroom in China opgewekt uit schone energiebronnen. In Nederland was dat in 2019 14%. Daar staat tegenover dat Chinese bedrijven nu (ook) veel kolencentrales bouwen in andere landen.

Naar: ‘China bouwt windmolens in eigen land… en kolencentrales in de rest van de wereld’ op https://www.volkskrant.nl/nieuws-achtergrond/china-bouwt-windmolens-in-eigen-land-en-kolencentrales-in-de-rest-van-de-wereld~bde9b83e/

Drieklovendam
De regering heeft in de rivier Yangtze de grootste waterkrachtcentrale ter wereld laten bouwen, de Drieklovendam. Want bij het opwekken van stroom uit waterkracht ontstaat geen vervuiling en CO2. In 2009 kwam deze centrale in gebruik. De dam is 185 meter hoog en 2.309 meter lang.

drieklovendam

Het stuwmeer, dat bij de dam is ontstaan, is 660 kilometer lang. Het breedste stuk is 1,2 kilometer breed en het oppervlak is meer dan 1000 km2. De 26 generatoren kunnen maximaal 18,2 miljoen kilowattuur stroom opwekken. Dat is 1/19 van alle stroom die China nodig heeft. Die stroom gaat naar de industriegebieden in Oost-, Midden- en Zuid-China. Daardoor hoeven in die gebieden geen kolencentrales worden gebouwd.

Voordat de dam werd aangelegd, hadden mensen aan de rivier vaak te kampen met overstromingen. Na de bouw vangt het stuwmeer veel water op, ook als er erg veel water door de rivier wordt aangevoerd. Daardoor hebben oeverbewoners minder vaak te kampen met een overstroming van de rivier de Yangtze. Stroomopwaarts van de dam is het waterpeil gestegen. Daardoor kunnen grotere schepen door de rivier en door het stuwmeer zelf varen.

Wel moesten boven de dam ongeveer 2 miljoen mensen verhuizen omdat hun woongebied onder water kwam te staan. Talloze steden en dorpen moesten worden ontruimd. Ook verdwenen vele eeuwenoude tempels en andere gebouwen onder water. Daar hadden archeologen voor gewaarschuwd, maar ze konden de bouw van de dam niet tegenhouden.

Verder is er kans dat de dam kapotgaat door een aardbeving of aardverschuiving. Als dat echt gebeurt, ontstaat er een enorme overstroming. De kans is groot dat het water in het stuwmeer erg vervuild raakt door afvallozingen van de zware en chemische industrie in de Yangtze. Bovendien staan straks duizenden oude fabrieken, mijnen en vuilstorten onder water, terwijl er niets is schoongemaakt.

Het water van de Yangtze voert veel slib met zich mee. Dat slib dreigt zich op te hopen op de bodem van het stuwmeer. Het zakt naar beneden omdat er in het meer geen stroming is. Daardoor wordt het meer steeds minder diep en kan het steeds minder water bevatten. Daardoor zouden de generatoren steeds minder stoom kunnen opwekken.

 



Andere energiebronnen in China

Steenkool
Steenkool is de belangrijkste energiebron van China. Die steenkool is voor een deel erg goedkoop te delven, omdat die vlak onder de aardoppervlakte zit. Als je schachten en gangen diep onder het aardoppervlak moet graven om de steenkool te delven, zijn daar veel arbeidskrachten voor nodig. Daar kunnen dan veel mensen de kost mee verdienen. Maar Chinese kolenmijnen zijn erg gevaarlijk om in te werken. Vaak vinden er ontploffingen, branden, overstromingen en andere ongelukken in kolenmijnen plaats. Die halen soms het wereldnieuws. Bij die ongelukken vallen jaarlijks duizenden doden. De regering belooft al jaren ervoor te zorgen dat de mijnen veiliger worden.

Steenkool heeft nog andere nadelen.

  • De mijnwerkers ademen tijdens hun werk stof in. Dat is slecht voor hun longen.
  • Om steenkool te delven heb je veel water nodig.
  • Bij kolenwinning komt methaan vrij. Dat is een broeikasgas. Hoe meer methaan er in de dampkring van de aarde komt, hoe sterker het broeikaseffect wordt en hoe sneller de aarde opwarmt.


Kernenergie
China heeft 46 werkende kerncentrales. Maar om die draaiende te houden, moet China uranium invoeren. Dat is de stof waar door atoomsplijting energie uit gehaald kan worden. Een groot deel van het uranium komt uit  Australië.

kerncentralechina

Alle kerncentrales staan in dichtbevolkte gebieden. De Chinese media hebben de bevolking ervan overtuigd dat kernenergie schoon en veilig is. Er zijn dan ook nog geen protesten tegen het gebruik van kernenergie.


Elektrische auto’s
In China brengen fabrikanten elektrische auto’s op de markt. Steeds meer Chinezen schaffen er een aan in plaats van een auto die op benzine, diesel of LPG rijdt. Elektrische auto’s stoten geen CO2 en geen vervuilende stoffen uit, in tegenstelling tot auto’s die op ben zine, diesel of LPG rijden. Hoe meer mensen in een elektrische auto rijden, hoe schoner de lucht wordt. Maar elektrisch rijden helpt alleen tegen het opwarmen van de aarde, als de stroom die de auto’s gebruiken, niet is opgewekt uit fossiele brandstoffen.

 



De Verenigde Naties houden zich op allerlei manieren bezig met energie en alles wat daarmee te maken heeft.

iaeaHet VN-Internationaal Atoom Energie Agentschap IAEA let er op dat elk land kernenergie alleen gebruikt voor opwekking van stroom en het behandelen van mensen met kanker. Kernenergie moet zeker niet gebruikt worden voor het maken van kernwapens. Het IAEA let er ook op dat er op een veilige manier wordt omgesprongen met kernenergie. Dat verkleint de kans op ongelukken waar veel straling bij vrijkomt.

Het National Environmental Program UNEP (de milieuorganisatie van de VN) helpt ervoor zorgen dat er bij de opwekking en het gebruik van energie zo weinig mogelijk vervuiling ontstaat. Zo blijft het milieu schoner en wordt de natuur gespaard. Daarom wil het UNEP de uitstoot van boeikasgassen omlaag brengen. Dat doet het UNEP door landen te helpen fossiele brandstoffen te vervangen door windenergie, waterkracht, zonne-energie en andere schone energiebronnen.

De UNEP heeft met alle lidstaten afspraken gemaakt om het milieu te beschermen. Om de vijf jaar komen de landen hiervoor bij elkaar en wordt bekeken of iedereen zich aan de afspraken houdt en of het heeft geholpen.

Het Intergovernmental Panel on Climate Change IPCC (Internationaal klimaatbureau) onderzoekt hoe snel de aarde opwarmt. Die opwarming komt mede door het verbranden van fossiele brandstoffen. Het komt ook door uitstoot van het broeikasgas methaan in de landbouw en bij de winning van aardolie en aardgas. Het IPCC gaat ook na wat voor gevolgen de opwarming heeft. Komen er vaker droge perioden en overstromingen voor en mislukt de oogst vaker? Hoe snel zal de zeespiegel stijgen doordat gletsjers en ijskappen op Groenland en in het zuidpoolgebied afsmelten? Wanneer moeten dus mensen verhuizen uit kustgebieden en van eilanden die nu al nauwelijks boven het zeewater uitsteken? Ten slotte vertelt het IPCC aan de lidstaten van de VN hoe ze de opwarming van de aarde kunnen afremmen. In 2015 beloven de meeste lidstaten van de wereld er aan te werken dat de aarde in 2100 niet meer dan 1,5 graad Celsius zal zijn dan ze was in 1800.

Dan is er nog een organisatie die opkomt voor arbeiders, ook die in de mijnbouw. Dat is de International  Labour Organisation, ILO. Deze instelling ziet erop toe dat mijnwerkers niet worden uitgebuit en dat ze bij hun werk zo min mogelijk gevaar lopen door ongelukken.

 


 

Ieder land probeert in zijn, vaak stijgende, behoefte aan energie te voorzien. Hiertoe maken beleidsmakers en bedrijven keuzes: hoeveel energie is nodig? Uit welke bronnen moet die komen? En hoeveel energie uit welke bron? Omdat elke energiebron zijn voor- en nadelen heeft, hebben de keuzes die worden gemaakt op termijn gevolgen voor het land zelf en voor de rest van de wereld. Soms moet het energiebeleid aan de hand hiervan worden bijgesteld en gebeurt dat ook. Maar soms gebeurt dat niet in voldoende mate of helemaal niet.

Dit alles gaan de leerlingen ontdekken aan de hand van de voorbeeldlanden Brazilië, China en Zuid-Afrika. Voor deze landen is gekozen, omdat de welvaart er de afgelopen tientallen jaren flink is toegenomen en daarmee ook het verbruik van energie.

Voor deze les trekt u 1¼ uur uit. Hiervan is het eerste kwartier bedoeld om aan de klas enkele films over energie te laten zien. Zie hiervoor ‘KIJK NAAR’. Vraag de leerlingen om puntsgewijs op te schrijven bij welke energiebronnen er voor- en/of nadelen worden genoemd.

Het resterende deel van de tijd besteedt u aan de opdracht in de les. U laat de leerlingen in tweetallen aan deze opdracht werken.

Voor dit deel van de les gaat u als volgt te werk:

Deel de klas in tweetallen in. Geef elk tweetal een tekst te lezen over Brazilië, China of Zuid-Afrika. Hierin lezen ze hoe het betreffende land in zijn almaar stijgende energiebehoefte voorziet en welke positieve en negatieve gevolgen dat heeft voor het land zelf en voor de rest van de wereld.

Ze stellen een energienota op voor het land. Hierin doen ze aanbevelingen om negatieve gevolgen van hun energiebeleid af te zwakken of te voorkomen.

Ten slotte leest en beoordeelt u de energienota’s.


Uitwerking
Brazilië

Huidige situatie.

Het aandeel van schone energiebronnen is groot. Met name waterkracht geldt als een schone energiebron. Voor biobrandstoffen geldt dat in mindere mate. Het telen van suikerriet voor het maken van biobrandstoffen en de aanleg van grote waterkrachtcentrales in rivieren legt veel beslag op de beschikbare ruimte. Dat gaat bij het telen van suikerriet ten koste van de natuur en de voedselproductie en bij het aanleggen van waterkrachtcentrales gaat het ten koste van woon- en natuurgebieden.

Na de vondst van grote aardolie- en aardgasvelden voor de zuidoostkust van het land neemt het aandeel van fossiele brandstoffen in het totale energiepakket van het land toe. Onder het bewind van Jaïr Bolsonaro, verkozen tot president in 2019, is niet te verwachten dat Brazilië een grote bijdrage zal leveren aan het afremmen van de opwarming van de aarde.

Verbeterpunten: het gebruik van fossiele brandstoffen moet zoveel mogelijk beperkt blijven ten gunste van de schone energiebronnen die nu al in gebruik zijn. Wel verdient het aanbeveling te letten op hoeveel ruimte je wil reserveren voor het gebruiken van die energiebronnen. Een groter gebruik van zonne-energie en kernenergie kan helpen om dat ruimtebeslag te beperken.

China
Huidige situatie: De economie van China is sterk afhankelijk van steenkool maar is in snel tempo bezig om over te schakelen op waterkracht en andere energiebronnen die niet bijdragen aan vervuiling en de opwarming van de aarde. Wel veroorzaakt de inzet van waterkracht, en met name de bouw van de Drieklovendam, dezelfde problemen als de aanleg van waterkrachtcentrales in Brazilië. Daar komt nog bij dat het stuwmeer bij de Drieklovendam vervuild raakt door lozingen van de zware en chemische industrie en steeds ondieper wordt door opeenhoping van slib op de bodem. Ten slotte is bij het vollopen van het stuwmeer veel cultureel erfgoed verloren gegaan. Chinese bedrijven bouwen kolencentrales in het buitenland en verplaatsen daarmee de problemen van vervuiling en bijdrage aan de opwarming van de aarde naar andere landen, terwijl die in China zelf worden aangepakt. Daar staat weer tegenover dat er steeds meer elektrische auto’s op de weg verschijnen. Die stoten geen broeikasgas CO2 uit, en geen vervuilende stoffen. Het helpt alleen tegen de opwarming van de aarde als de stroom, die de elektrische auto’s gebruiken, uit schone energiebronnen is opgewekt.

Verbeterpunten: De werkomstandigheden van mijnwerkers in Chinese kolenmijnen moeten worden verbeterd, zodat er minder dodelijke ongelukken gebeuren in de mijnen. Beter is nog om steenkool als energiebron steeds meer uit het totale energiepakket van China te halen ten gunste van schone energiebronnen. Dit wordt in China actief door de regering nagestreefd.

Zuid-Afrika
Huidige situatie: Het merendeel van de energie, die Zuid-Afrika opwekt en verbruikt, komt uit steenkool. Winning van steenkool schept veel werkgelegenheid, maar is ongezond, gevaarlijk en een bedreiging voor de drinkwatervoorziening. Het verbranden van steenkool draait bij aan het versterken van het broeikaseffect en dat versnelt de opwarming van de aarde.

Verbeterpunten: Het klimaat in Zuid-Afrika wordt in grote delen van het land gekenmerkt door zonnig weer. Hierdoor zijn er ruime mogelijkheden om stroom op te wekken uit zonne-energie in plaats van uit steenkool en andere fossiele brandstoffen. Het aanwenden van zonne-energie in huishoudens met behulp van zonneboilers is ook een mogelijkheid. De regering van het land en bedrijven kunnen ook inzetten op windenergie om het aandeel van schone energiebronnen in het totale energiepakket te vergroten. Een of meer kerncentrales erbij zou hierbij ook kunnen helpen.

 

Bronnen:
De gegevens over stroomopwekking in Brazilië, China en Zuid-Afrika zijn ontleend aan het CIA Factbook – The World Factbook op https://www.cia.gov/library/publications/the-world-factbook/geos/xx.html

De gegevens over aantallen werkende kerncentrales in deze drie landen zijn ontleend aan  ‘Nuclear power by country’ op https://en.wikipedia.org/wiki/Nuclear_power_by_country


De opdracht past bij:

  • Kerndoel 47 De leerlingen leren de ruimtelijke inrichting van de eigen omgeving te vergelijken met die in omgevingen elders, in binnen- en buitenland, vanuit de perspectieven landschap, wonen, werken, bestuur, verkeer, recreatie, welvaart, cultuur en levensbeschouwing. In ieder geval wordt daarbij aandacht besteed aan (…) een land in Azië, Afrika en Zuid-Amerika.

 


 

  • De leerling weet hoe stroom wordt opgewekt.
  • De leerling kan energiebronnen noemen die voor opwekking van stroom worden gebruikt.
  • De leerling kan ook energiebronnen noemen die voor verwarming, vervoer en bereiding van voedsel worden gebruikt.
  • De leerling kan bij elk van deze energiebronnen tenminste één voordeel en tenminste één nadeel benoemen.

 



De leerlingen hebben de opdracht goed gemaakt als hun energienota:

  • duidelijk maakt hoe het onderzochte land tegelijk helemaal in zijn energiebehoefte kan voorzien en hoe het land vervuiling, opwarming van de aarde en andere problemen die hierbij ontstaan, zo veel mogelijk beperkt.
  • goed is opgebouwd en niet teveel taalfouten bevat.

 

verwante lessen

Login Form