De Verenigde Naties houden zich op allerlei manieren bezig met energie en alles wat daarmee te maken heeft.
Het VN-Internationaal Atoom Energie Agentschap IAEA let er op dat elk land kernenergie alleen gebruikt voor opwekking van stroom en het behandelen van mensen met kanker. Kernenergie moet zeker niet gebruikt worden voor het maken van kernwapens. Het IAEA let er ook op dat er op een veilige manier wordt omgesprongen met kernenergie. Dat verkleint de kans op ongelukken waar veel straling bij vrijkomt.
Het National Environmental Program UNEP (de milieuorganisatie van de VN) helpt ervoor zorgen dat er bij de opwekking en het gebruik van energie zo weinig mogelijk vervuiling ontstaat. Zo blijft het milieu schoner en wordt de natuur gespaard. Daarom wil het UNEP de uitstoot van boeikasgassen omlaag brengen. Dat doet het UNEP door landen te helpen fossiele brandstoffen te vervangen door windenergie, waterkracht, zonne-energie en andere schone energiebronnen.
De UNEP heeft met alle lidstaten afspraken gemaakt om het milieu te beschermen. Om de vijf jaar komen de landen hiervoor bij elkaar en wordt bekeken of iedereen zich aan de afspraken houdt en of het heeft geholpen.
Het Intergovernmental Panel on Climate Change IPCC (Internationaal klimaatbureau) onderzoekt hoe snel de aarde opwarmt. Die opwarming komt mede door het verbranden van fossiele brandstoffen. Het komt ook door uitstoot van het broeikasgas methaan in de landbouw en bij de winning van aardolie en aardgas. Het IPCC gaat ook na wat voor gevolgen de opwarming heeft. Komen er vaker droge perioden en overstromingen voor en mislukt de oogst vaker? Hoe snel zal de zeespiegel stijgen doordat gletsjers en ijskappen op Groenland en in het zuidpoolgebied afsmelten? Wanneer moeten dus mensen verhuizen uit kustgebieden en van eilanden die nu al nauwelijks boven het zeewater uitsteken? Ten slotte vertelt het IPCC aan de lidstaten van de VN hoe ze de opwarming van de aarde kunnen afremmen. In 2015 beloven de meeste lidstaten van de wereld er aan te werken dat de aarde in 2100 niet meer dan 1,5 graad Celsius zal zijn dan ze was in 1800.
Dan is er nog een organisatie die opkomt voor arbeiders, ook die in de mijnbouw. Dat is de International Labour Organisation, ILO. Deze instelling ziet erop toe dat mijnwerkers niet worden uitgebuit en dat ze bij hun werk zo min mogelijk gevaar lopen door ongelukken.