Afzien van eten

 

afzienvanetenSoms kiezen mensen ervoor om een tijd lang niets te eten of te drinken. Of ze kiezen ervoor om een tijd lang bepaalde dingen niet te eten. Dat noemen we ‘vasten’. Andere mensen eten en drinken bepaalde dingen nooit.

Al deze mensen zien op een of andere manier af van eten. Maar waarom doen ze dat?

 


 
opdrachtDat gaan jullie als echte wetenschappers uitzoeken. Dat doe je door in dit dossier met zeven teksten te duiken.

Vijf van die teksten gaan over mensen die afzien van eten, omdat ze een van de wereldgodsdiensten aanhangen. Die godsdiensten zijn: boeddhisme, christendom, hindoeïsme, islam en jodendom.

Twee teksten gaan over mensen die bepaalde dingen niet eten en drinken om niet-godsdienstige redenen.

Uit die zeven teksten kies je er een om te lezen.

Geef na het lezen ervan antwoord op twee onderzoeksvragen:

  • Is er bij het afzien van eten sprake van vasten of van zich aan bepaalde regels houden of van allebei?
  • Waarom zien mensen, volgens de tekst die je gelezen hebt, af van eten?

Ten slotte vertel je aan de klas wat voor antwoorden je hebt gevonden.

 


 
werkinuitvoeringeenuurVoor deze opdracht krijg je 1 lesuur de tijd.  Eerst lees je in je eentje  de tekst van ‘Wat doen de VN?’. Je krijgt er 10 minuten de tijd voor.

Daarna gaan jullie als echte wetenschappers uitzoeken waarom sommige mensen afzien van eten. Voor dit onderzoek krijg je 30 minuten de tijd.

Je juf of meester deelt de klas in zeven groepen in. Kies met je groepsgenoten een van de zeven bronteksten over afzien van eten uit. Je juf of meester ziet erop toe dat alle zeven teksten aan bod komen.

Lees de tekst die je gekozen hebt. Schrijf voor jezelf de antwoorden op van de vragen in ‘Opdracht’.

Ten slotte houdt je juf of meester met de klas een klassengesprek. Hier trekt hij of zij 20 minuten voor uit.

Je juf of meester vraagt iedere groep wat het onderzoek naar afzien van eten heeft opgeleverd. Daarna gaan jullie samen met jullie juf of meester na of er redenen zijn om af te zien van eten, waar iedereen het mee eens kan zijn, of je nou godsdienstig bent of niet.

Dat wordt vast een boeiend klassengesprek!

 


 
Rooms-katholieken mochten vroeger geen vlees eten op vrijdag, omdat dat de dag was dat Jezus Christus aan het kruis gestorven is. Vis, eieren en zuivelproducten mochten ze op die dagen wel eten. Nu mogen ze alleen geen vlees meer eten op de vrijdagen tijdens de Veertigdagentijd (= de Vastentijd in de veertig dagen voor Pasen).

nieteten chrtistendom

De Veertigdagentijd begint op Aswoensdag (= de woensdag na het na het carnaval). Carnaval betekent zoiets als ‘vlees vaarwel’, wat komt uit het Latijn: ‘carne vale’. Tijdens carnaval mag je drie dagen lang flink feest vieren: gek doen, veel eten en veel drinken.

In de periode van veertig dagen erna, zondagen niet meegerekend, mocht je vroeger maar één volledige maaltijd per dag gebruiken. Kinderen en zwangere vrouwen mochten wél drie maaltijden per dag eten. Snoepen mocht niet, behalve op zondag. Al dat lekkers werd gedurende de week bewaard in een snoeptrommel. Op zondag mocht die trommel open en mocht je het snoep eruit halen.

De Vastentijd eindigt op Paaszondag.

Protestanten deden en doen over het algemeen niet mee aan het vasten. Toch zijn er protestanten, die er wel aan meedoen.

Christenen vasten om dichter bij God te komen of dieper na te denken over het dagelijkse leven. Daarmee laten ze ook zien dat ze gehoorzaam zijn aan God.

 


 
Het jodendom kent geen vaste periode in het jaar waarin gevast wordt. Gevast wordt er wel na Jom Kipoer (= Grote Verzoendag): de heiligste en belangrijkste dagen van de joods godsdienst (in september of oktober van de christelijke kalender). De joden mogen dan ruim een etmaal lang niets eten of drinken.

Naast die ene dag vasten kennen de joden spijswetten. Dat zijn regels over eten en drinken. Zo mogen zij geen zuivel gebruiken als ze (rund)vlees bereiden, omdat "je het vlees niet in de melk mag verdrinken." Als je zuivel eet of drinkt, wacht je tot de volgende zonsopgang of zonsondergang, voordat je vlees eet. Andersom, als je vlees gegeten hebt, moet je weer wachten tot je een glas melk kunt drinken.

Verder maken joden een onderscheid tussen voedsel dat geoorloofd of koosjer is en voedsel dat niet geoorloofd of onrein is.

Wat koosjer is of niet, kun je bijvoorbeeld terugvinden in het boek Deuteronomium. Dat boek maakt deel uit van de Thora, heilige boeken van het jodendom die deel uitmaken van de Hebreeuwse Bijbel. Zo valt in hoofdstuk 14 van Deuteronomium dit te lezen:

4 Dit zijn de landdieren, die ge moogt eten: runderen, schapen, geiten,
5 herten, gazellen, damherten, antilopen, gemzen en berggeiten.

(…)

8 Evenzo het varken, want het heeft wel gespleten hoeven, maar het is geen herkauwer, het geldt dus als onrein. Het vlees van deze dieren moogt ge niet eten en hun kadavers niet aanraken.

nieteten jodendomEen varken is niet koosjer maar onrein

Verderop in dit hoofdstuk staat dat de joden alle waterdieren met vinnen en schubben mogen eten en andere waterdieren niet.

Het komt erop neer dat joden laten zien dat ze trouw en gehoorzaam zijn aan Jahweh, als ze zich aan deze spijswetten houden.

 


 
De islam kent een periode van vasten tijdens de maand ramadan. Ramadan is de negende maand van de kalender van de moslims. Dat is een kalender met een jaar van 354 dagen en twaalf maanden van elk 29 of 30 dagen. Een maand is in deze kalender de periode van nieuwe maan tot nieuwe maan. In Nederland gebruiken we een christelijke kalender met 365 dagen. Daarom begint ramadan in Nederland ieder jaar elf dagen vroeger in het jaar dan in het jaar ervoor.

Tijdens ramadan eten en drinken moslims niets van zonsopgang tot zonsondergang. Ze vasten dus zolang de zon op is. Ook zien moslims af van roken en vrijen, zolang de zon op is. Zodra het donker wordt, gaan ze samen genieten van lekker eten en drinken.

Moslims vasten niet alleen om dichter bij Allah (God) te komen. Ze doen het ook om zelf te ervaren hoe het is om zo arm te zijn dat je niet voldoende eten kunt kopen. Ook vinden ze het een goede oefening om niet toe te geven aan wereldse genoegens.

Niet iedereen hoeft te vasten. Jonge kinderen, zwangere vrouwen, zieken, soldaten in oorlogstijd en reizigers mogen overdag gewoon blijven eten en drinken. Wel moeten volwassenen die overdag mogen eten en drinken, alle gemiste dagen van de vastentijd later inhalen.

De ramadan eindigt met een groots feest: het Suikerfeest.

nieteten islam

In Turkije heet het Seker Bayrami. In Marokko noemen de mensen het Id al Fitr, en in Indonesië is het Idul Fitri of Lebaran.

De islam kent ook regels voor eten en drinken. Enkele voorbeelden:

  • Moslims mogen alleen dieren eten die halal of rein zijn. De andere dieren worden onrein genoemd. Rein zijn de dieren die alleen planten eten (zoals koeien en schapen). Dieren zoals varkens, die (ook) andere dieren eten, zijn onrein.
  • Bij het slachten van dieren mogen ze geen onnodige pijn lijden.
  • Dieren die vanzelf zijn doodgegaan, mogen niet worden gegeten.
  • Voedsel waarin het bloed van dieren is verwerkt, eten moslims niet, omdat dat voedsel onrein is.
  • Vlees van varkens is niet alleen taboe omdat varkens dieren, zoals muizen, eten, maar ook omdat varkens ziekten kunnen overbrengen en omdat varkensvlees meer vet bevat dan vlees van andere dieren.
  • Het drinken van alcohol is voor moslims ook taboe.

Door te vasten en door zich aan spijswetten te houden laten moslims zien dat ze trouw en gehoorzaam zijn aan Allah.

 


 
Hindoes vasten soms om verschillende redenen: omdat het bij een bepaald hindoefeest hoort, om een politiek doel te bereiken (via een hongerstaking) of om geld te besparen dat zij dan aan de armen kunnen geven.

Je mag als hindoe zelf bepalen hoe lang je vast en hoe je vast. Maar altijd geldt als regel dat je dan niets eet dat zout bevat, gebakken is of is gekruid. Ook kinderen mogen vasten als ze dat willen.

Een van de belangrijkste regels van het hindoeïsme houdt in dat hindoes afzien van geweld tegen mensen en dieren. Om zich aan die regel te houden, eten veel hindoes geen vlees en gebruiken ze geen andere producten van dieren, om levende wezens geen pijn te doen of te doden. Het eten van rundvlees is voor hindoes taboe, omdat de koe een heilig dier is. Maar de melk van koeien is niet taboe.

nieteten hindoeisme

 


 
Sommige boeddhisten vasten. Dat doen ze om beter te kunnen nadenken over wat wijs is en wat de zin van het leven is. Of anders gezegd: om beter te kunnen mediteren.

Ook zien ze vaak af van het eten van vlees, omdat het hen helpt om het nirwana te bereiken. Dat is een eeuwigdurende staat van geluk, zonder verlangen naar dingen die je nog niet bezit en zonder pijn door dingen die je kwijt bent geraakt. Sommige boeddhisten geloven dat iedereen het nirwana kan bereiken, anderen nemen aan dat alleen monniken en nonnen dat kunnen.

Veel boeddhisten eten ook geen vlees om levende wezens geen pijn te hoeven doen of te doden. Ook drinken ze geen dranken met alcohol, om helder te kunnen  denken.

Ten slotte eten boeddhistische monniken en nonnen niet na 12.00 uur in de middag.

nieteten boeddhisme

 


 
Vegetariërs zijn mensen die geen vlees eten, maar die wel melk, kaas, eieren en/of andere eetbare producten van dieren gebruiken. Veganisten eten nooit vlees, en ook geen andere eetbare producten van dieren.

Deze mensen doen aan vegetarisme of aan veganisme omdat:

  • ze willen bijdragen aan een betere verdeling van voedsel en schoon water over de wereld. Voor één kilo vlees is tien kilo plantaardig veevoer nodig. Ook is er veel water nodig om de akkers te bevloeien waar gewassen op worden geteeld voor veevoer. En het vee moet zelf ook nog kunnen drinken. Naarmate meer mensen minder vlees eten, blijft er voor iedereen meer voedsel over en ook meer schoon water.
  • ze willen helpen voorkomen dat tropische regenwouden en andere natuurgebieden plaatsmaken voor weiden voor het houden van vee en voor akkers waar gewassen op worden geteeld waar vee van moet eten.
  • ze daarmee willen opkomen voor vee. Om vlees te produceren, houden sommige veehouders hun dieren in stallen waar ze dicht opeengepakt hun dagen doorbrengen en nooit naar buiten mogen. Dat vinden vegetariërs en veganisten een vreselijke misstand. Helemaal vreselijk vinden ze het op welke manier deze dieren in een slachthuis aan hun einde komen.
    vegetariers
  • ze de vervuiling van bodem, water en lucht willen beperken. Kunstmest die over de akkers en weiden wordt verspreid, zakt met het regenwater in de bodemwater terecht en komt in het grondwater terecht. De bestrijdingsmiddelen die gebruikt worden, komen ook buiten de akkers terecht en doden vooral veel nuttige insecten. Veeteeltbedrijven stoten veel fijnstof uit. Fijnstof bestaat uit uiterst kleine stofkorreltjes. Het is niet alleen slecht voor je longen, maar maakt mensen ook kwetsbaarder voor gevaarlijke ziekten als Q-koorts. Juist in gebieden met veel bedrjven met geiten, sterven veel mensen aan Q-koorts.

 


 
Veel mensen proberen om af te vallen of om niet te dik te worden. Daarbij onthouden ze zich van bepaald voedsel en bepaalde dranken. Minder vlees eten helpt daarbij, omdat vlees altijd vet bevat. Mensen vermijden ook voedsel of drank waar (veel) suiker in zit. Als je meer suiker binnen krijgt dan je lichaam nodig heeft, wordt die extra suiker omgezet in vet en word je dikker. Mensen die lange tijd te dik zijn, lopen een grotere kans op een hartkwaal, een hersenbloeding of andere narigheid, dan mensen die niet te dik zijn. Frisdranken en groenten in blokken of glazen potjes bevatten alle veel suiker. Mensen die actie voeren voor gezond eten eisen van fabrikanten van deze producten om minder suiker bij de groente te doen. Inmiddels verkopen fabrikanten ook dranken waar weinig of geen suiker in zit.

gezondeten

Ook letten mensen erop dat hun voedsel niet meer zout bevat dan nodig en gezond is. Ze weten dat teveel zout je op den duur een te hoge bloeddruk bezorgt. Een te hoge bloeddruk maakt de kans groter dat je een hersenbloeding of een andere kwaal krijgt. Teveel zout is ook nog slecht voor je nieren. Daarom laat men bijvoorbeeld chips en andere hartigheden staan, omdat er veel zout in zit. De Nierstichting komt deze mensen te hulp met een zoutmeter. Dat is een website waarop je zelf kunt nagaan hoeveel zout je dagelijks binnenkrijgt door wat je gewoonlijk eet.

 


 
Godsdienstvrijheid:
De Verenigde Naties hebben de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens opgesteld. In artikel 18 van deze verklaring staat dat iedereen recht heeft om zijn godsdienst te hebben en te beleven. Daar vallen ook het vasten en het afzien van bepaalde soorten voedsel onder. Beide zijn manieren om een godsdienst te beleven.

De VN-organisatie voor onderwijs, wetenschap en cultuur UNESCO gaat nog een stapje verder door vasten en het afzien van bepaalde soorten voedsel een beschermde status te geven. Dat doet de UNESCO door dit te bestempelen als cultureel erfgoed en daarmee tot iets waar we zuinig op moeten zijn.

Voedselzekerheid:
faoDe Verenigde Naties streven ernaar dat iedereen voldoende voedsel heeft, van een goede kwaliteit. De VN willen dat er ook in de toekomst voldoende beschikbaar is, opdat zoveel mogelijk mensen gezond blijven of worden. Of anders gezegd: de VN streven naar voedselzekerheid voor iedereen en daarmee naar uitbanning van honger en ondervoeding. Hiervoor zijn drie VN-organisaties in touw:

  • De Voedsel- en Landbouworganisatie FAO. Die houdt zich niet alleen bezig met de productie van voedsel in de landbouw, maar ook met de visserij en de bosbouw.
  • Het Internationaal Fonds voor de Ontwikkeling van de Landbouw IFAD. Dit fonds leent geld uit en geeft andere hulp aan ontwikkelingslanden, om waar nodig honger en ondervoeding aan te pakken. Het IFAD werd in 1977 opgericht, nadat de Sahel (een strook land aan de zuidrand van de Sahara) was getroffen door een ernstige en langdurige hongersnood.
  • Het Wereld Voedsel Programma WFP. Dit programma komt in actie waar en wanneer in een land of gebied een hongersnood dreigt of is uitgebroken.

 


 
Deze les laat leerlingen zien waarom sommige mensen zich tijdelijk of voor altijd  bepaalde genoegens ontzeggen, die te maken hebben met eten en drinken. Vaak heeft het te maken met godsdienstige tradities en gebruiken, maar dat is lang niet altijd het geval. Hoe dat zit, laat u in deze les uitzoeken.

Voor deze les trekt u 1 uur uit.

U laat elke leerling de tekst ‘Wat doen de VN?’ lezen. Geef ze er 10 minuten de tijd voor. Daarna laat u de leerlingen in groepen aan de opdracht werken. Voor dit groepswerk trekt u 30 minuten uit.

Deel de klas in zeven groepen in. U laat iedere groep een van de zeven bronnen lezen. Let er wel op dat elke tekst aan bod komt. Aan de hand van de gekozen tekst schrijft iedere groep de antwoorden op bij de volgende onderzoeksvragen:

  • Is er bij het afzien van eten sprake van vasten of van zich aan bepaalde regels houden of van allebei?
  • Waarom zien mensen af van voedsel, volgens de tekst die je gelezen hebt?

Na dit groepswerk houdt u met de leerlingen een klassengesprek van 20 minuten. Vraag iedere groep wat voor antwoorden ze hebben gegeven op de twee onderzoeksvragen. Daarna gaan u samen met de leerlingen na, of er redenen zijn om af te zien van eten, waar iedereen het mee eens kan zijn, of je nou godsdienstig bent of niet.

Uitwerking:

Christendom:
Vooral rooms-katholieken doen aan vasten, meestal tijdens de Veertigdagentijd.
Motieven: Op die manier komen ze dichter bij God. Het is een middel om tot bezinning te komen. Door te vasten laten christenen zien dat ze gehoorzaam zijn aan God.

Jodendom:
Vasten doen joden maar een dag per jaar, tijdens Jom Kipoer.
Verder houden ze zich aan allerlei spijswetten, die terug te vinden zijn in de heilige boeken van de Thora (De Thora is gelijk aan de eerste 5 boeken van het Oude Testament).
Motieven: Door zich aan spijswetten uit de Thora te houden, laten joden zien dat ze trouw en gehoorzaam zijn aan God.

Islam:
Deze godsdienst heeft ook een traditie van vasten. Moslims moeten zich aan allerlei spijswetten houden.
Motieven: Door te vasten komen ze dichter bij God. Het maakt het makkelijker om zich in te leven in de positie van mensen die arm zijn en die niet (altijd) voldoende kunnen eten om gezond te blijven. Het is een oefening in zelfdiscipline, omdat je iedere dag lange tijd afziet van allerlei genoegens. Door te vasten en door zich aan spijswetten te houden, laten moslims zien dat ze trouw en gehoorzaam zijn aan God.

Hindoeïsme:
Er is sprake van vasten, soms als onderdeel van een hindoefeest, maar ook als hindoes er zelf behoefte aan hebben. Er is ook sprake van een spijswet die vlees eten taboe maakt, vooral het eten van rundvlees.
Motieven: Vasten is een middel om geld uit te sparen voor hulp aan armen en om tot bezinning te komen. Hindoes kiezen er vaak voor om geen vlees te eten, omdat het  voorkomt dat dieren slecht worden behandeld en dat ze gedood worden. Dit past bij de leer van de geweldloosheid. Hongerstaking is een vorm van vasten, die ingezet kan worden om bepaalde politieke of maatschappelijke doelen te bereiken.

Boeddhisme:
Boeddhisten doen aan vasten. Bij boeddhisten is er ook sprake van een spijswet die het eten van vlees taboe maakt. Sommige boeddhisten wijzen ook het nuttigen van alcoholische dranken af.
Motieven: Vasten is een middel om tot bezinning te komen en om beter te kunnen mediteren. Geen vlees eten helpt mee om de eeuwige staat van gelukzaligheid te bereiken, die Nirwana genoemd wordt. In deze staat heb je geen verlangens meer, en ook geen pijn meer om geleden verliezen. Sommige boeddhisten drinken geen alcohol om helderder te kunnen nadenken.

Vegetariërs en veganisten:
Er kan sprake zijn van vasten, maar dan wel voor de eigen gezondheid. Er kan ook sprake zijn van regels in verband met andere motieven. Hierbij kun je denken aan het feit dat er meer eten en drinkwater voor andere mensen. Vegetarisme en veganisme voorkomen ook dat er meer dieren slecht worden behandeld en gedood. Een ander motief is dat het milieu minder belast wordt, waardoor de gezondheid van mensen in het algemeen minder in gevaar komt. Tenslotte hoeven er minder hectares voor de landbouw gebruikt te worden, waardoor er meer ruimte is voor natuurgebieden.

Gezond(er) eten:
Er is meestal geen sprake van vasten, wel van het zich houden aan bepaalde regels.
Motieven: Het helpt overgewicht te voorkomen of te verminderen, waardoor je minder kans loopt op gezondheidsklachten, zoals (te) hoge bloeddruk.


Deze les past bij:

  • Kerndoel 34: De leerlingen leren zich te gedragen vanuit respect voor algemeen aanvaarde waarden en normen.
  • Kerndoel 38: De leerlingen leren hoofdzaken over geestelijke stromingen die in de Nederlandse multiculturele samenleving een belangrijke rol spelen, en ze leren respectvol om te gaan met verschillen in opvattingen van mensen.

 


 

  • De leerlingen kunnen de vijf wereldgodsdiensten noemen.
  • De leerlingen kunnen uitleggen wat vasten is.
  • De leerlingen kunnen godsdienstige motieven aangeven, en ook motieven die niets met godsdienst te maken hebben, waarom mensen zich beperkingen opleggen bij wat ze eten en drinken.
  • De leerlingen hebben een globaal beeld gekregen van hoe de Verenigde Naties de voedselveiligheid voor alle mensen wereldwijd proberen te borgen en, waar nodig, te herstellen.
  • De leerlingen hebben gezien dat de Verenigde Naties borg staan voor de vrijheid van godsdienst, ook waar het gaat om vasten en het naleven van spijswetten als godsdienstbeleving.

 


 
De leerlingen hebben de opdracht in de les goed gemaakt als ze:

  • kennis hebben gemaakt met godsdienstige tradities die gaan over vasten en/of afzien van het nuttigen van bepaalde soorten eten en drinken;
  • kennis hebben gemaakt met allerlei godsdienstige en niet-godsdienstige motieven die mensen hebben om af te zien van eten of drinken;
  • hebben nagedacht over welke motieven ze zouden hebben om dat ook te doen en als ze hun standpunt hierover tot uitdrukking hebben gebracht;
  • het klassengesprek heeft laten zien dat leerlingen met respect met elkaar om zijn gegaan en ook respect hebben getoond voor elkaars standpunten.

 

verwante lessen

Login Form