Sommige boeddhisten vasten. Dat doen ze om beter te kunnen nadenken over wat wijs is en wat de zin van het leven is. Of anders gezegd: om beter te kunnen mediteren.
Ook zien ze vaak af van het eten van vlees, omdat het hen helpt om het nirwana te bereiken. Dat is een eeuwigdurende staat van geluk, zonder verlangen naar dingen die je nog niet bezit en zonder pijn door dingen die je kwijt bent geraakt. Sommige boeddhisten geloven dat iedereen het nirwana kan bereiken, anderen nemen aan dat alleen monniken en nonnen dat kunnen.
Veel boeddhisten eten ook geen vlees om levende wezens geen pijn te hoeven doen of te doden. Ook drinken ze geen dranken met alcohol, om helder te kunnen denken.
Ten slotte eten boeddhistische monniken en nonnen niet na 12.00 uur in de middag.