Veel mensen proberen om af te vallen of om niet te dik te worden. Daarbij onthouden ze zich van bepaald voedsel en bepaalde dranken. Minder vlees eten helpt daarbij, omdat vlees altijd vet bevat. Mensen vermijden ook voedsel of drank waar (veel) suiker in zit. Als je meer suiker binnen krijgt dan je lichaam nodig heeft, wordt die extra suiker omgezet in vet en word je dikker. Mensen die lange tijd te dik zijn, lopen een grotere kans op een hartkwaal, een hersenbloeding of andere narigheid, dan mensen die niet te dik zijn. Frisdranken en groenten in blokken of glazen potjes bevatten alle veel suiker. Mensen die actie voeren voor gezond eten eisen van fabrikanten van deze producten om minder suiker bij de groente te doen. Inmiddels verkopen fabrikanten ook dranken waar weinig of geen suiker in zit.
Ook letten mensen erop dat hun voedsel niet meer zout bevat dan nodig en gezond is. Ze weten dat teveel zout je op den duur een te hoge bloeddruk bezorgt. Een te hoge bloeddruk maakt de kans groter dat je een hersenbloeding of een andere kwaal krijgt. Teveel zout is ook nog slecht voor je nieren. Daarom laat men bijvoorbeeld chips en andere hartigheden staan, omdat er veel zout in zit. De Nierstichting komt deze mensen te hulp met een zoutmeter. Dat is een website waarop je zelf kunt nagaan hoeveel zout je dagelijks binnenkrijgt door wat je gewoonlijk eet.