Leven na de dood

 

Iedereen gaat een keer dood. Dat is één van de weinige dingen waar je zeker van kunt zijn. Maar wat gebeurt er daarna met je? Daar denken mensen heel verschillend over.

levennadedood

Dat kun je zien aan hoe ze hun doden ten uitvaart dragen en aan plekken en gebouwen die ze voor hun doden inrichten.

Enkele plekken voor doden zijn wereldberoemd. Men vindt die plekken zó belangrijk dat de Verenigde Naties helpt om ze te behouden en te beschermen.

 


 

opdrachtJullie maken kennis met drie verschillende ideeën over wat er na de dood komt. Ook leer je twee plekken kennen die te maken hebben met de dood en wat erna komt. Die plekken worden beschermd door de Verenigde Naties.

Daarna laten jullie zien

  • wat jullie zélf voor leven na de dood willen;
  • wat voor hulp (tijdens je uitvaart en daarna) je wil krijgen om dat leven te bereiken;
  • wat je allemaal hoopt tegen te komen en mee te maken dat je gelukkig maakt in dat leven.

 


 

werkinuitvoeringeenuurVoor deze opdracht krijg je 1 lesuur de tijd.  De opdracht in de les doe je samen met enkele klasgenoten.

Eerst vertelt je juf of meester over:

  1. wat Egyptenaren verwachtten van het leven na de dood toen hun land lang geleden werd geregeerd door een farao (koning);
  2. wat de joden, moslims en christenen verwachten van het leven na de dood, en
  3. wat boeddhisten en hindoes verwachten van het leven na de dood.

Dan mag je kiezen wat voor leven na de dood je zelf zou willen. Dat leven ga je uittekenen.

Aan de hand van wat iedereen wil, deelt je juf of meester de klas in groepen in:

  • Een groep die opvatting 1 uittekent;
  • Een groep die opvatting 2 uittekent;
  • Een groep die opvatting 3 uittekent;

Daarna krijgt iedere groep een vel A3-papier en kleurstiften of -potloden.

Aan de slag

  • Lees samen de tekst die gaat over de opvatting over leven na de dood die je gekozen hebt.
  • Lees ook samen de tekst ‘Wat doen de VN?’
  • Maak dan de tekening.
  • Klaar? Laat je tekening aan je juf of meester zien.

 


 
Lang geleden werd Egypte geregeerd door een farao (koning). In die tijd geloofden de Egyptenaren dat je na je dood met je lichaam en al naar het hiernamaals ging, als je goede dingen had gedaan. Wie slechte dingen had gedaan en daar nooit berouw over had gehad, bleef niet bestaan na de dood.

Voor de reis naar het hiernamaals kregen doden voedsel, kleding en andere zaken mee die ze nodig zouden hebben. Die gingen mee het graf in. Ook zorgden de Egyptenaren ervoor dat de lichamen van de doden in goede staat bleven. Dat deden ze door de lichamen te balsemen en in linnen te wikkelen. Zo maakten ze de lichamen tot mummies. Dat was dan nodig voor het leven na de dood. De mummies werden in een rijk beschilderde en gebeeldhouwde doodskist geplaatst.

mummie

Ten slotte werden de doden en hun spullen bijgezet in een graf. Farao’s lieten voor zichzelf een piramide met grafkamer bouwen om daar begraven te worden. De piramides en graven kwamen bij elkaar te staan in dodensteden. De grootste dodenstad, met de piramiden van Gizeh, ontstond bij Memphis, een stad bij de plek waar nu Caïro ligt.

 


 
Joden, christenen en moslims geloven dat je ziel naar het hiernamaals gaat als je sterft. Je lichaam blijft zielloos achter. Zielen van mensen die goed hebben geleefd komen in de hemel. Zielen van mensen die slechte dingen hebben gedaan en daar nooit berouw over hebben gehad, gaan naar de hel. God (door moslims Allah genoemd en door joden Jahweh) beslist of je naar de hemel of naar de hel gaat.

In het Nieuwe Testament (een deel van de christelijke Bijbel) lees je dat Jezus Christus, de stichter van het christendom, heeft laten zien dat met de dood niet alles afgelopen hoeft te zijn. Hij is in Jeruzalem gekruisigd, gestorven, begraven en uit het graf opgestaan. Op de plek waar dit volgens de Bijbel gebeurd is, staat nu de Heilige Grafkerk. Wie in Jezus gelooft en zijn leer navolgt, zal net als Jezus uit de dood opstaan.

Christenen, joden en moslims geloven niet dat mensen op aarde kunnen praten met de zielen van hun overleden familieleden en vrienden. Wel herdenken ze hun doden, bijvoorbeeld door af en toe hun graf te bezoeken en dat te versieren.

begraafplaats

Moslims en joden begraven hun doden. Christenen doen dat meestal ook, al laten steeds meer christenen zich cremeren. De as die van de doden overblijft, wordt in een urn bewaard of uitgestrooid, bijvoorbeeld op een weide bij het crematorium waar de dode is verbrand.

Bij een uitvaart mogen eerst familieleden en vrienden afscheid nemen van de dode. Die ligt opgebaard in zijn huis, in een crematorium of een ander gebouw. Daarna gaat de dode vaak naar een gebedshuis (kerk, moskee of synagoge of een ander gebouw). Daar houdt een geestelijke een uitvaartdienst voor de familie en de vrienden van de dode. Ten slotte maakt de dode vanuit dit gebedshuis zijn laatste reis naar een kerkhof of een crematorium.

Ook aanhangers van sommige natuurgodsdiensten geloven dat de ziel van een dode naar een hiernamaals gaat. Wel noemen ze zielen ‘geesten’ en geloven ze dat nabestaanden van doden kunnen praten met de geesten van hun overleden dierbaren. Die nabestaanden moeten dan wel eerbied betonen voor de geesten en hen te vriend houden.

 


 
Hindoes en boeddhisten geloven dat je na je dood weer geboren wordt in een nieuw lichaam. Ze geloven ook dat je dat al ontelbare malen hebt gedaan en dat je dat ontelbare malen zult doen. Ten slotte geloven ze dat je na je dood als mens of als dier geboren kunt worden.

Hindoeïsme
Hindoes verbranden hun doden omdat ze geloven dat het zo makkelijker wordt om een nieuw leven te beginnen.

hindoebegrafenis

Ze geloven dat het afhangt van wat je doet in dit leven, of je in je volgende leven beter of slechter af zult zijn dan nu. Wie goede dingen doet, zal na zijn dood een gelukkiger leven leiden. Wie slechte dingen doet en daar nooit berouw over heeft, zal een minder goed volgend leven hebben. Doodgaan en weer geboren worden heet reïncarnatie of zielsverhuizing. Omdat je ziel verhuist van het lichaam dat gestorven is naar een nieuw lichaam dat geboren wordt.

Is iedereen gedoemd om voor altijd te blijven in de kringloop van leven, doodgaan en opnieuw geboren worden? Volgens hindoes en boeddhisten niet.

Hindoes geloven dat als je goede dingen doet tijdens je huidige leven en je volgende levens, je dichter bij de brahman komt en die ook bereikt. De brahman is de hoogste werkelijkheid, die mensen niet kunnen bevatten.

Boeddisme
Volgens Boeddha, de stichter van het boeddhisme, kun je aan de kringloop ontsnappen en eeuwig blijven leven in geluk als je afleert dingen te willen hebben of houden. Al het lijden wordt volgens Boeddha veroorzaakt omdat mensen te veel dingen willen en die niet kunnen krijgen of omdat ze dingen kwijtraken waar ze aan gehecht zijn. Wie dat helemaal weet af te leren, bereikt het nirwana. Dat is een eeuwigdurende toestand van geluk zonder begeerte en lijden.


 
Iedereen waar ook ter wereld mag zijn eigen levensovertuiging hebben en ervoor uitkomen. Dat zegt Artikel 18 van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens van de Verenigde Naties uit 1948. Daarom mag iedereen zijn eigen opvatting hebben over wat er na de dood komt.

Op 13 september 2007 nam de Algemene Vergadering van de VN de Verklaring van de Rechten van Inheemse Volken aan. Ook in deze verklaring is iets over levensovertuigingen te vinden.
Artikel 11, lid 1 van deze verklaring zegt, dat inheemse volken het recht hebben om hun culturele tradities en gebruiken uit te oefenen of een nieuw leven in te blazen. Daar vallen ook ceremonies onder rond een uitvaart.
Artikel 12 uit deze verklaring zegt onder meer dat inheemse volken het recht hebben om hun spirituele en godsdienstige tradities, gebruiken en ceremonies in het openbaar te belijden, uit te oefenen, te ontwikkelen en te onderwijzen. Ze hebben volgens dat artikel ook het recht om hun godsdienstige en culturele plekken in stand te houden en te beschermen.

Sommige van die plekken vindt men zó belangrijk dat ze op een lijst van bijzondere plekken en gebouwen staan die Werelderfgoedlijst heet. Die lijst wordt bijgehouden en aangevuld door een organisatie van de VN die UNESCO heet. Dat is de VN-organisatie voor onderwijs, wetenschap en cultuur.

unesco

Die lijst is in 1972 bedacht nadat de landen van de VN het volgende met elkaar afgesproken hadden: ieder land wijst plekken binnen zijn grenzen aan, die bewaard en beschermd moeten worden. Die komen op deze lijst te staan. Die plekken willen de VN bewaren voor mensen die nu leven en voor toekomstige generaties. Ze vormen een erfgoed voor de hele wereld. Daarom heet deze lijst ‘Werelderfgoedlijst’.

Op deze lijst staan landschappen en ook gebouwen en andere bouwwerken. Enkele van die plekken hebben te maken met wat mensen geloven wat er na de dood komt. Twee van die plekken zijn:

  1. De oude binnenstad van Jeruzalem met de Heilige Grafkerk. Die is gebouwd op de plek waar volgens de Bijbel Jezus Christus gekruisigd, gestorven, begraven en uit de dood opgestaan is.
  2. De dodenstad bij Memphis in Egypte met daarin de piramiden van Gizeh. Daar zijn oudheidkundigen aan het werk om meer te leren over het dagelijks leven en de godsdienst van Egypte in de tijd van de farao’s.

 


 

Voor deze les trekt u één uur uit.

Eerst maken de leerlingen kennis met drie wijdverspreide opvattingen over hoe het leven na de dood eruit ziet. Die worden tot uitdrukking gebracht door uitvaartrituelen.

Ter inleiding van de les vertelt u kort over die opvattingen:

  1. In de oudheid geloofden de Egyptenaren dat mensen na hun dood met hun lichaam een reis maakten naar een andere wereld. Voor die reis kregen de doden dan ook allerlei spullen mee in hun graf die ze onderweg nodig zouden hebben. Ook moest hun lichaam na de dood in goede staat blijven om te kunnen blijven leven in het hiernamaals. Daarom werden de lichamen gemummificeerd voor ze werden bijgezet.
  2. Joden, moslims en christenen geloven dat de zielen van mensen die doodgaan, het afgestorven lichaam verlaten en naar een andere wereld reizen. In wat voor wereld  ze komen, hangt af van hoe de overledenen geleefd hebben. Bij deze drie godsdiensten worden de doden begraven, al raakt onder christenen crematie steeds meer gemeengoed. Ook bij sommige natuurgodsdiensten is deze visie op het leven na de dood, terug te vinden. Wel wordt bij hen de ziel ‘geest’ genoemd en zou er contact kunnen worden gelegd tussen geesten van de doden en nabestaanden van de doden. Joden, moslims en christenen geloven niet dat je met zielen van overledenen kunt praten. Wel hebben ze de gewoonte om graven van hun overleden dierbaren regelmatig te bezoeken en te versieren.
  3. Boeddhisten en hindoes geloven dat mensen die dood zij gegaan, opnieuw worden geboren als mens of als dier. In ieder geval is er sprake van verhuizing van de ziel van het afgestorven lichaam naar een nieuw lichaam dat geboren wordt. Deze zielsverhuizing wordt reïncarnatie genoemd. Ook geloven ze dat het mogelijk is om uit deze kringloop van leven, doodgaan en opnieuw geboren worden te komen en een eeuwigdurende toestand van gelukzaligheid te bereiken. Bij beide godsdiensten worden doden vaak verbrand om de zielsverhuizing makkelijker te maken.

Na deze inleiding vraagt u de leerlingen of ze zelf in een van deze drie opvattingen over leven na de dood geloven.

Aan de hand van hun antwoorden deelt u de klas in drie groepen in. Een groep voor elke van de drie genoemde opvattingen over leven na de dood.

U geeft iedere groep een vel A3-papier en kleurstiften of -potloden.

Hierna gaan de groepen aan de slag.

Iedere groep leest ‘Wat doen de DE VN?’ en de bron over de opvatting waar ze voor gekozen hebben.

Daarna maken ze een tekening om die opvatting in beeld te brengen. Ze laten in de tekening zien welke hulp de doden krijgen tijdens en na hun uitvaart om het leven na de dood te bereiken. Ook mogen ze aangeven hoe ze dat leven zullen ervaren en wat ze allemaal aan prettige en mooie dingen hopen aan te treffen in dat leven.

Zodra alle groepen klaar zijn, haalt u de tekeningen op en kijkt u ze na.


Deze opdracht past bij:

  • Kerndoel 38: De leerlingen leren hoofdzaken over geestelijke stromingen die in de Nederlandse multiculturele samenleving een belangrijke rol spelen, en ze leren respectvol om te gaan met verschillen.

 


 

  • De leerlingen hebben kennisgemaakt met drie verschillende opvattingen over hoe het leven na de dood eruit ziet.
  • De leerlingen hebben gezien hoe de Verenigde Naties het recht van ieder mens borgen om te geloven hoe het leven na de dood er volgens dat geloof uitziet.
  • De leerlingen hebben gezien waarom sommige plekken, die te maken hebben met dood en het leven erna, beschermd worden door de Verenigde Naties.

 


 
De leerlingen hebben de opdracht in de les goed gemaakt als hun tekening duidelijk tot uitdrukking brengt wat ze zelf verwachten en hopen van het leven na hun dood aan de hand van wat ze over dit onderwerp hebben geleerd in de les.

 

 

verwante lessen

Login Form