Schepping of evolutie - bron: darwin en vinken


Een Griekse wetenschapper die 2500 jaar geleden leefde, geloofde al in evolutie. Volgens die geleerde zijn de dieren en mensen uit vissen voortgekomen. Ook Charles Darwin (1809-1882) geloofde in evolutie. Hij kwam tot die overtuiging door dieren te onderzoeken.

Voor onderzoek ging hij met het zeilschip Beagle naar de Galápagoseilanden. Op die eilanden onderzocht hij vinken. Het viel hem op dat die vinken verschillende soorten snavels hadden. Toch moeten ze dezelfde voorouders gehad hebben. Dat waren dan vinken die in een ver verleden vanuit Zuid-Amerika naar de eilanden gevlogen zijn. In Zuid-Amerika waren ze gewend zaden te eten. Ze hadden daarom allemaal dezelfde snavel, die geschikt was voor het eten van zaden. De vinken op de eilanden kregen steeds meer nakomelingen. Het werden er zoveel dat er niet meer voldoende zaden waren. Vooral als het heel droog was, waren er te weinig zaden.

vinken

Daarom moesten steeds meer vinken hun best doen om genoeg zaden te bemachtigen om van te leven. Vinken streden min of meer met elkaar om in leven te blijven. Alleen vinken die een snavel hadden die net iets groter, langer of sterker was dan de gemiddelde vooroudersnavel kregen dat voor elkaar. Die bleven lang genoeg leven om nakomelingen te krijgen. Ook die nakomelingen hadden een grotere, langere of sterkere snavel. Met die grotere, langere en sterkere snavel konden ze ook hardere (cactus)zaden kraken. De meeste andere vinken met een 'gewone' snavel stierven van de honger.

De vinken met een 'gewone' snavel die overbleven, hoefden minder te vechten om de schaarse zachte zaden en konden zich ook voortplanten. Ook hun nakomelingen hadden snavels waarmee ze zachte zaden konden eten.

Zo ontstonden er twee soorten vinken die elk aan hun eigen voedsel kunnen komen.

Daarna kwamen er soorten vinken bij met snavels die geschikt waren om weer heel ander voedsel mee te kunnen eten. Vinken met een puntige snavel om glibberige wormen mee vast te grijpen, en vinken met een snavel die geschikt was om een stokje mee vast te houden. Daarmee kunnen ze in holletjes pulken om er mee sappige insecten uit te halen. Zo zijn er op de Galápagoseilanden maar liefst dertien verschillende vinkensoorten ontstaan.

Darwin dacht dat het zo ongeveer ook met het ontstaan van andere soorten is gegaan. Daar zijn dan wel honderden miljoenen jaren overheen gegaan. Hij schreef er een boek over met als titel ‘On the Origin of Species’ Het boek verscheen in 1859. Wat hij in het boek vertelde, heet ‘evolutieleer’. Evolutie wil zeggen een stapsgewijze ontwikkeling.

 

verwante lessen

Login Form