Het heilige boek van de islam is de Koran. De Koran is door Allah (zo noemen moslims God) via zijn engel Gabriël aan de profeet Mohammed geopenbaard. De teksten in de Koran worden vooral door strenggelovige moslims letterlijk genomen.
Allah wordt als mannelijk voorgesteld. Mohammed, profeet en de eerste kalief (leider van de moslims) is een man. Ook alle kaliefen die hem hebben opgevolgd, zijn man. De Eerste Wereldoorlog betekende het einde van het Ottomaanse Rijk. Vanaf 1920 is er geen kalief meer.
Voor Allah zijn mannen en vrouwen gelijk. Ze zullen allebei worden gered als ze zich overgeven aan Allah (islam betekent letterlijk: onderwerping aan Allah).
“De mannen en vrouwen die zich aan God hebben overgegeven, de gelovige mannen en vrouwen, de onderdanige mannen en vrouwen, de oprechte mannen en vrouwen, de geduldig volhardende mannen en vrouwen, de deemoedige mannen en vrouwen, de mannen en vrouwen die aalmoezen geven, de mannen en vrouwen die vasten, de mannen en vrouwen die God veel gedenken, voor hen heeft God vergeving en een geweldig loon klaargemaakt.”
Soera 33:35
De eerste vrouw van Mohammed, Khadidja, was een welgestelde zakenvouw voor wie Mohammed als karavaandrijver werkte, tot hij met haar trouwde. Dat neemt niet weg dat de idee van gelijkheid van man en vrouw niet altijd in praktijk wordt gebracht binnen de islam. Daardoor kunnen niet alle moslima’s net als Khadidja een belangrijke positie innemen.
Binnen het huwelijk zijn er namelijk grote verschillen:
“De mannen hebben een positie boven haar.”
Soera 2:228
Mannen mogen met vier vrouwen trouwen als hij ze alle vier kan onderhouden; vrouwen mogen maar met één man trouwen.
Binnen het huwelijk moet de vrouw onderdanig zijn aan de man. Vrouwen moeten hun man gehoorzamen en een man mag zijn vrouw slaan als ze ongehoorzaam is:
“De deugdzame vrouwen zijn onderdanig (…). Maar zij, van wie jullie ongezeglijkheid vrezen, vermaant haar, laat haar alleen in de rustplaatsen en slaat haar. Als zij jullie dan gehoorzamen, dan moeten jullie niet proberen haar nog iets aan te doen.”
Soera 4:34
Bij strenggelovige moslims moeten vrouwen bij voorkeur in huis blijven, en – als er gasten zijn - in aparte vrouwenvertrekken. Vrouwen mogen – bij strenggelovige moslims - geen contact hebben met vreemde mannen. Om geen last van de blikken van vreemde mannen te hebben, behoren vrouwen een sluier te dragen (zoals in Iran) en soms zelfs een kleed dat hun hele lichaam bedekt (een boerka, zoals in Afghanistan).
Islamitische mannen mogen met vrouwen met een andere godsdienst trouwen (ook christelijke vrouwen bijvoorbeeld), maar islamitische vrouwen mogen alleen met islamitische mannen trouwen.
Ook in de rechtsprak worden mannen en vrouwen niet altijd gelijk behandeld. In landen met een islamitische rechtspraak (sharia) geldt de getuigenis van een vrouw half zo zwaar als die van een man. Als een man zijn vrouw ernstig mishandelt en hij ontkent dat voor de rechtbank, dan krijgt de man gelijk omdat zijn getuigenis twee keer zo zwaar telt.
In 1981 gaf de Islamitische Europese Raad de Universele Islamitische Verklaring van de Mensenrechten uit. Dat deed de raad, omdat die het niet eens was met alle artikelen van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens van de VN. In de verklaring van de raad staan aparte rechten van gehuwde vrouwen en wordt meermalen verwezen naar islamitische wetten.