Landmijnen ruimen

 

Mijnen ruimen is gevaarlijk werk. De mijnenruimers lopen het gevaar dat de mijnen ontploffen. Als er rond hun werkplek nog wordt gevochten, moeten ze ook beducht zijn voor vijandige aanvallen, aanslagen, bermbommen en ontvoeringen. Geen wonder dat veel mensen zich afvragen: wat bezielt die man of vrouw dat hij of zij mijnenruimer als beroep kiest.

Toch zijn er mannen en vrouwen die dat doen. Ze werken in het leger van hun land of voor een bedrijf dat zich toelegt op het ruimen van mijnen (en niet-ontplofte bommen en munitie).

landmijnruimen

 


 

opdrachtWaarom stellen deze mensen op die manier hun leven in de waagschaal, iedere keer weer? Aan het einde van deze les weet je het. Ook leer je waarom mijnenruimers worden ingezet op plekken waar oorlog is geweest en hoe ze te werk gaan.

Jullie beginnen een mijnenruimbedrijf. Jullie maken voor dit bedrijf een prospectus. Dat is een mapje of website met informatie over jullie bedrijf. Het is dus net een visitekaartje, maar dan uitgebreider.

In deze prospectus stoppen jullie datgene wat jullie hebben geleerd over landmijnen en mijnen ruimen.

 



werkinuitvoeringeenuurVoor deze opdracht krijg je 1 lesuur de tijd. Werk in groepen van vier aan de opdracht in de les.

Eerst laat je juf of meester drie fragmenten utt een SchoolTV-video zien, die gaan over landmijnen en het ruimen ervan.

Daarna deelt je juf of meester de klas in groepen van vier in.

Lees de bronnen Mijn leven als mijnenruimster’ en ‘Wat doen de VN?’

Verdeel de andere bronnen onder elkaar en lees de bron of bronnen die je uitgekozen hebt.

Dan samen aan de slag om het prospectus te maken.

Als je klaar bent, laat je je prospectus aan je juf of meester zien.

 



Je juf of meester toont eerst drie fragmenten uit de SchoolTV-video “Het Klokhuis onderneemt: Productontwikkeling”: 

productontwikkeling
Fragment I:
Massoud uit Afghanistan heeft een rollend stuk speelgoed bedacht en beproefd om landmijnen veilig op te ruimen.
Van 2,35 minuten “Wereldwijd liggen er” tot 5.13 minuten “Ja, natuurlijk.”

Over deze vinding zegt Masoud nog dit: “Op iedere bol komt een GPS-apparaatje dat verbonden is aan een website waarop je kunt zien welke gebieden mijnenvrij zijn gemaakt.

Fragmenten II en III:
Massoud is bezig om een drone te ontwikkelen waarmee je landmijnen kunt opsporen en veilig kan laten ontploffen.
Van 10,48 minuten met beelden en geronk van een drone tot 12,40 minuten “Ja. Hij zit vast.”
Van 13,49 minuten “De metaaldetector onder de drone” tot einde.

 



Tijdens elke oorlog worden huizen, wegen, bruggen, krachtcentrales, fabrieken, ziekenhuizen, scholen en kantoren vernield. Gebombardeerd, kapotgeschoten, met tanks kapotgereden, noem maar op. Op journaalbeelden van een oorlog die aan de gang is, kun je dat vaak zien.

Zodra een oorlog is afgelopen, kan het dagelijks leven weer op gang komen. Men kan de schade gaan herstellen. Maar niet op plekken waar tijdens de oorlog landmijnen zijn gelegd. Daar is het op die plekken te gevaarlijk voor. Werklieden die wegen, huizen enzovoort willen repareren, kunnen niet aan de slag.

gevaar

Dat is nog niet alles, want:

  • Landmijnen op en langs wegen en spoorlijnen maken het vervoer van personen en goederen gevaarlijk over die wegen en spoorlijnen gevaarlijk.
  • Door landmijnen kun je niet zonder gevaar naar school gaan, naar de dokter, naar een ziekenhuis, naar vriendjes en familie.
  • Door landmijnen kun je niet zonder gevaar buiten spelen.
  • Mensen kunnen niet naar hun werkplek (fabriek, kantoor, winkel). Daardoor zitten ze zonder werk. In sommige landen betekent geen werk vaak: leven in  armoede.
  • Door landmijnen kunnen boeren hun akkers niet bewerken. Ze kunnen hun vee niet laten grazen. Ze kunnen de kanalen en putten, die ze voor bevloeiing van hun akkers gebruiken, niet repareren. Daardoor kunnen ze niet aan de kost komen en wordt er geen voedsel geproduceerd.
  • Plattelandsbewoners zien zich gedwongen om te verhuizen naar een plek op het platteland waar géén landmijnen zijn of naar de stad te verhuizen. Daar hopen ze wél aan de kost te komen. De akkers en weiden die ze achterlaten, blijven ongebruikt en er worden geen gewassen op verbouwd.

Mensen die in de buurt van een mijnenveld wonen krijgen voorlichting over de gevaren van landmijnen.

 



kleinelandmijnEen landmijn is een kleine bom die vlak onder de oppervlakte in de grond is geplaatst. Er zijn twee soorten landmijnen: de antipersoonsmijn en de antivoertuig- of antitankmijn.

De antipersoonsmijn (zoals op de foto) is bedoeld om soldaten buiten gevecht te stellen. De antivoertuig– of antitankmijn dient om een tank of een ander legervoertuig op te blazen. De antipersoonsmijn ontploft als er een druk van 5 kg of meer op wordt uitgeoefend. Deze landmijn gaat al af als er een kind of een wat groter dier op stapt of als je tegen een draad loopt die met de mijn verbonden is.

De antivoertuigmijn ontploft pas als er een druk van 100 kg of meer op wordt uitgeoefend. Daardoor zijn dit soort mijnen voor mensen niet gevaarlijk (tenzij je meer dan 100 kilo weegt). Sommige antivoertuigmijnen gaan af door trillingen (veroorzaakt door de motor van het voertuig) of als er iets van metaal in de buurt van de mijn komt (via een magneet). 

 



Na een oorlog waarbij op veel plekken landmijnen zijn gelegd, vormen mijnen nog jarenlang een gevaar voor mensen die in de buurt van een mijnenveld wonen. Daarom worden mijnenruimers aan het werk gezet om die landmijnen op te ruimen. Pas als dat gebeurd is, kan men overal schade herstellen die door de oorlog is ontstaan. Pas dan kunnen kinderen naar school en buiten spelen, kunnen mensen naar hun werk gaan. Mensen en goederen kunnen weer veilig worden vervoerd over de weg of per spoor en boeren kunnen hun akkers weer bewerken of hun vee laten grazen.

Maar voor je mijnen kunt ruimen, moet je weten waar ze liggen. Hiertoe worden landkaarten gemaakt waarop is ingetekend waar de mijnen zijn verstopt.

wereldkaartWereldkaart met de plekken waar veel landmijnen zijn gelegd

De kaartenmakers beginnen met plekken waar je landmijnen kunt zien liggen, of waar met borden of hekken is aangegeven dat er landmijnen liggen. 

Daarna zoeken ze plekken die niet als mijnenveld bekend zijn, maar waar misschien landmijnen liggen. In gebieden waar soldaten hebben gewoond of gevochten, onderzoeken kaartenmakers bruggen, spoorlijnen, wegen, gebouwen en stukken grond. Ook bekijken ze plekken waar soldaten zich konden verschuilen en gebouwen en installaties die door soldaten zijn gebouwd.

Ten slotte zoeken mijnenruimers naar plekken waar voertuigen liggen die door landmijnen zijn beschadigd en stoffelijke resten van dieren en mensen die door landmijnen zijn gedood.

Soms gebruiken kaartenmakers bij hun speurwerk ook luchtfoto’s. Of horen ze van bewoners, oud-soldaten en bevelhebbers waar landmijnen liggen.

Op plekken waar ze landmijnen hebben aangetroffen, plaatsen ze borden en hekken.

Ondanks al dit speurwerk worden niet alle landmijnen teruggevonden. Daardoor blijven er landmijnen soms tientallen jaren verborgen en komen daarna per toeval voor de dag. In Nederland bijvoorbeeld wordt nog af en toe een landmijn gevonden uit de Tweede Wereldoorlog (1940-1945). In België vindt men zelfs nog af en toe een landmijn uit de Eerste Wereldoorlog (1914-1918)!

 



Op plekken waar kaartenmakers landmijnen hebben aangetroffen kunnen mijnenruimers aan de slag. Ze dragen tijdens hun werk schoenen en kleding die bestand zijn tegen ontploffende antipersonenmijnen. Ook gebruiken ze bij het opsporen van landmijnen vaak metaaldetectors. Dat zijn apparaten die metalen voorwerpen onder de grond kunnen ontdekken. De meeste landmijnen bevatten metaal.

mijnenruimenkorea

Als de metaaldetector iets vindt, prikt de mijnenruimer met een prikstok in de grond. Als de stok een hard voorwerp raakt, gaan ze na of het een landmijn is. Is dat het geval, dan markeren ze de plek waar de landmijn ligt. Mijnenruimers gebruiken soms honden die de grond afsnuffelen. Deze honden hebben geleerd geuren van springstoffen te herkennen. Soms vindt een hond een landmijn, dan weer een niet-ontplofte granaat of een ander stuk munitie. Andere mijnenruimers halen de gevonden landmijnen of munitie weg.

Die laten ze op een afgelegen plek ontploffen. Naast honden gebruiken mijnenruimers ook varkens, ratten, honingbijen, sluipwespen of andere dieren.

Mijnenruimers gaan ook na of er onder een landmijn die ze gevonden hebben, nog een andere ligt. Die kan ontploffen zodra je de mijn die al gevonden is, weghaalt. Hiertoe prikken ze met hun stok in de grond onder de gevonden landmijn. Zo maken mijnenruimers ieder een strook van een meter breed vrij van landmijnen.

Mijnenruimers gebruiken soms machines om snel gangen in mijnenvelden vrij te maken. Deze machines halen planten weg en woelen de bodem om, waardoor er landmijnen tevoorschijn komen. Maar deze machines kunnen niet alle landmijnen blootleggen. Daardoor blijft er, op plekken waar een machine is gebruikt, een kans dat er iemand op een landmijn trapt.

Een plek helemáál vrijmaken van mijnen kan nog steeds alleen met prikstok, metaaldetector en dieren die springstoffen kunnen ruiken. Op die manier kost het een mijnenruimer al gauw een dag om een strook van enkele meters lang af te werken. Ook moeten de mijnenruimers geconcentreerd zien te blijven terwijl ze aan het werk zijn. Als hun aandacht even weg is, lopen ze kans op een ongeluk. Daarom moeten mijnenruimers na elk half uur een pauze nemen. 

In de Youtubefilm ‘Landmijn opruimen in Colombia – RTL NIEUWS’ zie je een mijnenruimer aan het werk. Het is wel iemand die zelf mijnen heeft gelegd op de plek waar hij aan het ruimen is.

 


 
Drie citaten uit het verhaal van Vera Bohle: 'Mijn leven als mijnenruimster'.

  1. "mijnlevenalsBerthold heeft me de bevestigingen van mijn nieuwe ongevallenverzekering gestuurd. Er zijn weinig verzekeringsmaatschappijen waar je als mijnenruimer terecht kunt. En voor het risico laten ze je flink betalen, meer dan 1000 mark per maand. Op een lijst lees ik op hoeveel procent van het verzekerde bedrag ik recht heb wanneer ik bijvoorbeeld mijn tenen, voeten, benen, vingers, handen of armen verlies of wanneer ik blind word. Daarover wil ik niet verder nadenken."

    * Toen het boek van Bohle verscheen, betaalde men in Duitsland nog met Duitse marken.

  2. Als mijnenruimster Vera Bohle een eindje gaat hardlopen ziet ze steeds het volgende: "Als de zon ondergaat, gaan de tuiniers en hondenverzorgers voor een hut zitten om thee te drinken. Daarbij doen ze hun prothesen af. Alle mannen die hier werken, zijn vroeger hondenbegeleider geweest en in die functie hebben ze een ongeluk met mijnen gehad. Soms wenken ze me: "kom hier en drink een kopje thee met ons"'. Maar ik wil rennen - zolang ik nog goede benen heb."

  3. "Opnieuw vraag ik me af hoe het zover heeft kunnen komen dat uitgerekend ik dit werk doe. Het risico op een ongeluk is uiterst hoog, bovendien zijn de omstandigheden in naoorlogse landen beperkt, dagelijks zie je puinhopen en ellende, en vrouwen hebben weinig te vertellen, omdat de macht vaak uit de loop van een geweer komt."

 


 
Mijnenruimen is meer dan mijnen opzoeken en tot ontploffing brengen. Het duurt immers een hele tijd voordat alle mijnen zijn verdwenen. En ondertussen moeten de mensen in de buurt wel weten hoe gevaarlijk ze zijn. Dus geven mijnenruimers ook voorlichting. Ze vertellen de mensen, ook de kinderen:

  • waar ze op moeten letten;
  • hoe ze de landmijnen of andere explosieven kunnen herkennen, en
  • wat de gevolgen zijn als je er op gaat staan. 

voorlichting

 


 
Volgens de Verenigde Naties vormen landmijnen een wereldwijd probleem. Niet alleen zitten er wereldwijd vele tientallen miljoenen landmijnen (en niet-ontplofte bommen, granaten e.d.) in de grond. Ook zijn in verschillende landen gebieden gevaarlijk door landmijnen (zie de wereldkaart in ‘Bron: Zoeken naar landmijnen‘).

Volgens de Internationale Campagne voor Uitbanning van Landmijnen ICBL zijn er tussen 2004 en 2009 in 58 landen ongelukken gebeurd met landmijnen.

De meeste landmijnen zijn te vinden in voormalige oorlogsgebieden in Azië, Afrika en bijvoorbeeld ook in Colombia, in Zuid-Amerika. Maar er zijn ook plekken in Europa waar mijnen te vinden zijn, in het oosten van Oekraïne bijvoorbeeld.

Daarom proberen de Verenigde Naties landmijnen de wereld uit te helpen.

Om te beginnen door geld uit te geven aan mijnenruimers en speurdieren, het helpen van de slachtoffers, het geven van voorlichting over het gevaar van landmijnen en het vernietigen van voorraden landmijnen. Bij dit alles spelen blauwhelmen een belangrijke rol. Dat zijn soldaten uit lidstaten van de VN die de vrede helpen bewaren in landen waar een oorlog is afgelopen.

Verder streeft de VN naar een verbod op het gebruik van landmijnen.

Al deze activiteiten worden gecoördineerd door de UN Mine Action Service UNMAS.

unmasMedewerkers van UNMAS geven voorlichting op een school

Ten slotte hebben de Verenigde Naties 4 april uitgeroepen tot Internationale Landmijnen dag (eigenlijk: Internationale Dag Voor Aandacht Voor Mijnen En Hulp Bij Mijnenontmanteling). Op die dag worden alle mijnenruimers geëerd en slachtoffers van landmijnen herdacht. De datum van 4 april is gekozen omdat op 4 april 1997 156 lidstaten van de VN het Verdrag Ter Uitbanning Van Mijnen hebben getekend. Met dat verdrag wil men paal en perk stellen aan het gebruik van landmijnen in oorlogstijd. Ook is volgens het verdrag het gebruik van landmijnen tegen personen verboden.

 


 
Tijdens een oorlog worden soms landmijnen gelegd om vijandige soldaten of legervoertuigen uit te schakelen. Na de oorlog blijft een deel van deze landmijnen in de bodem zitten. Die maken ook jaren na de oorlog slachtoffers onder burgers. Daarom willen de Verenigde Naties de inzet van landmijnen uiteindelijk helemaal uitbannen. Voor het zover is, wagen mijnenruimers hun leven om gebieden mijnenvrij te maken.

Deze les laat zien hoe deze mijnenruimers te werk gaan en waarom het voor een land of gebied waar het oorlog is geweest, onontbeerlijk is dat ze hun werk doen.

Voor deze les trekt u één uur uit. Laat de leerlingen de opdracht in de les in groepen van vier doen.

Ter inleiding van de les toont u aan de klas drie fragmenten uit de SchoolTV-film “Het Klokhuis onderneemt: Productontwikkeling”

  • Fragment I: Van 2,35 minuten “Wereldwijd liggen er” tot 5.13 minuten “Ja, natuurlijk.”
  • Fragment II: Van 10,48 minuten met beelden en geronk van een drone tot ot 12,40 minuten “Ja. Hij zit vast.”
  • Fragment III: Van 13,49 minuten “De metaaldetector onder de drone” tot einde

Daarna deelt u de klas in groepen van vier in.

Eerst lezen alle leerlingen de bronnen Mijn leven als mijnenruimster’ en ‘Wat doen de VN?’ Daarna verdelen de leerlingen van elke groep de andere leesbronnen onder elkaar. Dat scheelt een hoop leeswerk. Ze lezen de bron of bronnen die ze hebben gekozen.

En ten slotte maken ze een prospectus voor een nieuw mijnenruimbedrijf. Een prospectus is een map of webpagina waarin een bedrijf zich voorstelt. In het prospectus moet staan wat het bedrijf doet en hoe het te werk gaat.

Raadpleeg ter voorbereiding van deze les enkele prospectussen van bedrijven op internet, zodat u ongeveer weet hoe een echte prospectus eruit ziet.

Als iedereen klaar is, kijkt u de prospectussen van de leerlingen na.

Tip:
U kunt ook een of meer van de groepen vragen een personeelsadvertentie te ontwerpen voor het nieuwe mijnenruimbedrijf. Per slot van rekening moet het bedrijf mensen zien te werven die mijnen kunnen en willen ruimen. In de advertentie moet staan hoe mijnenruimers te werk gaan, welke hulpmiddelen ze daarbij gebruiken en dat het werk gevaarlijk is.

Als u deze didactische werkvorm wil toepassen, neem dan enkele personeelsadvertenties uit kranten mee en laat die aan de leerlingen zien.

Extra informatie:
Het Britse mijnenruimbedrijf Mine Advisory Group MAG is actief of actief geweest in vele landen en gebieden waar mijnenvelden zijn te vinden. Informatie over dit bedrijf vindt u op https://www.maginternational.org/


Deze les past in het domein Mens en Samenleving, maar sluit niet aan op enig kerndoel van dit domein.


 

  • De leerlingen kunnen twee soorten landmijnen benoemen en vertellen hoe ze gebruikt worden.
  • De leerlingen kunnen uitleggen waarom mijnen opsporen en ruimen veel tijd kost, zelfs als je er allerlei apparaten bij gebruikt.
  • De leerlingen kunnen uitleggen waarom mijnen ruimen gevaarlijk is.
  • De leerlingen kunnen uitleggen waarom wederopbouw en het hervatten van het dagelijks leven pas goed mogelijk zijn, als er geen gevaar meer is van landmijnen.
  • De leerling weet dat op verschillende manieren mijnen onschadelijk gemaakt worden.
  • De leerlingen hebben gezien hoe de Verenigde Naties helpen met het ruimen van landmijnen en proberen de inzet ervan in oorlogstijd aan te pakken.

 


 
De leerlingen hebben de opdracht in de les goed gemaakt als hun prospectus:

  • een helder beeld geeft van de werkwijze van mijnenruimers, de hulpmiddelen die ze gebruiken en het gevaar dat ze lopen;
  • duidelijk maakt waarom het voor het gebied waar oorlog is geweest, belangrijk is dat alle landmijnen worden opgeruimd die tijdens de oorlog zijn gelegd en niet zijn afgegaan, en
  • in goed Nederlands is geschreven.

 

verwante lessen

Login Form