Campagne tegen aids


In 1981 kregen sommige mensen in de Verenigde Staten een mysterieuze ziekte waarbij hun afweersysteem steeds slechter ging werken. Hierdoor werden deze mensen steeds makkelijker ziek door een virus, bacterie of andere ziekteverwekker en overleden ze ten slotte meestal. Die ziekte kreeg de naam aids. Na enige tijd werd het virus ontdekt dat die ziekte verwekt, hiv (human immunodeficiency virus). Het bleek dat dit virus van mens tot mens kan worden overgedragen.

massage aidspatientEen aidspatiënt wordt gemasseerd

Die enkele gevallen van aids waren het begin van een pandemie. Dat is een epidemie die zich over de hele wereld uitbreidde. Ook in Nederland kregen mensen aids. Deze pandemie duurt nog steeds voort en heeft vele miljoenen mensen het leven gekost. Nog steeds is het een van de ziektes waar wereldwijd de meeste mensen aan doodgaan, naast malaria en tuberculose. Ook in Nederland komt nog steeds aids voor.

In 2015 stelden de Verenigde Naties zich tot doel om uiterlijk in 2030 een einde te maken aan de aids-pandemie.

Of dat gaat lukken, hangt mede van jullie af en van jullie leeftijdgenoten. Belangrijk is daarbij te beseffen dat ook jullie aids kunnen krijgen en vervolgens andere mensen kunnen besmetten met het virus dat aids verwekt.

 



opdrachtJullie maken een anti-aidscampagne. Een voorlichtingscampagne over het gevaar van aids en hoe je kunt voorkomen dat je zelf besmet raakt met hiv en vervolgens anderen ermee besmet.

In je campagne richt je je op jongeren van dezelfde leeftijd in Nederland en in Zuidelijk Afrika, een gebied waar veel mensen aids krijgen of al hebben.

 


 


werkinuitvoeringeenuurVoor deze opdracht krijg je 1 lesuur de tijd. Maak de opdracht samen met enkele klasgenoten.

Eerst laat je leerkracht twee video's zien met voorlichting over aids. Daarna deelt hij of zij de klas in zes groepen in.

Lees de bronnen over aids. Verdeel die onder elkaar om niet alles te hoeven lezen. Trek voor het lezen de halve les uit.

Kies met je groepsgenoten een van de volgende manieren uit om campagne te voeren tegen aids:

Kies ook je doelgroep voor je campagne:

Bj elkaar zijn dat zes mogelijkheden om uit te kiezen. Maak je product om campagne mee te voeren. Trek er ook een halve les voor uit.

Laat je campagneproduct aan je leerkracht zien en horen.

 



Kijk naar deze twee korte video's:

1) 'CDC: Start talking. Stop HIV: Walk the Talk’:

N.B.: Het CDC of Centre for Disease Control is te vergelijken met het Nederlandse Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, RIVM.


2) ‘South Africa artists paint township murals to raise awareness of HIV’: 
 aids 



In 1981 kregen mensen in de Verenigde Staten klachten die niet goed te verklaren waren. De voornaamste was dat hun afweersysteem steeds slechter ging werken. Daardoor kregen die mensen steeds makkelijker een infectie en gingen ze ten slotte dood door een infectie.

Deze mensen bleken een nieuwe ziekte te hebben. Die kreeg de naam Acquired Immune Deficiency Syndrome, of kortweg aids. En nog wat later ontdekten geleerden het virus dat aids verwekt, het Human Immunodeficiency Virus, of kortweg hiv. Ook werd ontdekt hoe dat virus van mens tot mens kan worden overgedragen. Meestal gebeurt dat als iemand die het virus heeft, seks heeft met iemand anders.

Mensen die aids hebben en niet behandeld worden, gaan snel dood door een andere infectie. Een vaccin tegen hiv is er (nog) niet. Wel zijn er geneesmiddelen die het virus de kop in drukken. Mensen met aids die één van die virusremmers gebruiken, kunnen nog jarenlang in redelijke of goede gezondheid met het virus leven.

Hiv kwam oorspronkelijk niet bij mensen voor, wel bij chimpansees.

apen

Op gegeven moment zijn mensen die met chimpansees werkten of chimpanseevlees aten, met het virus besmet geraakt, waarna het virus van mens tot mens oversprong. Maar wanneer dat gebeurd is en op wat voor manier, dat is nog steeds niet duidelijk.

Deze informatie is grotendeels ontleend aan de webpagina ‘hiv’ op https://www.rivm.nl/hiv.

 



Begin 2017 hadden wereldwijd 36,9 miljoen mensen aids. Begin 2018 waren dat er 38,7 miljoen. Alleen al in 2018 stierven 940.000 patiënten aan deze ziekte.

Van alle mensen met aids begin 2017 woonden er 19,6 miljoen in Oost- en Zuidelijk Afrika. In deze regio kwamen er in de loop van 2017 800.000 bij en stierven er in de loop van dat jaar 380.000 aan deze ziekte.

Het aantal nieuwe besmettingen en het aantal sterfgevallen scoorden in 2017 in Oost- en Zuidelijk Afrika als regio hoger dan alle overige regio’s in de wereld.

capetown campagne

Naar: ‘Cijfers hiv/aids wereldwijd’ op https://www.hiv-monitoring.nl/nl/resources/cijfers-hivaids-wereldwijd. Deze cijfers zijn afkomstig van de VN-organisatie UNAIDS.

Van alle landen afzonderlijk heeft Zuid-Afrika het zwaarst te lijden van de aidspandemie. In 2018 hadden 7,7 miljoen Zuidafrikanen aids. Hiervan stierven er dat jaar 71.000.

Nog enkele feiten die te denken geven:

 



In de regio Zuidelijk Afrika verspreidt het hiv-virus zich snel. De meeste mensen die besmet raken, zijn tussen de 15 en 24 jaar oud. Mensen van die leeftijdsgroep zijn seksueel actief en sommige van hen stichten  een gezin.

In Nederland weet vrijwel iedereen van die leeftijd hoe je voorkomt dat je besmet raakt met hiv. Althans, aan informatie hierover is makkelijk te komen. Bij het Rijks Instituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM bijvoorbeeld. Ook krijgen scholieren in Nederland seksuele voorlichting.

Hoe anders is de situatie in Zuidelijk Afrika. Veel jongeren (maar ook ouderen) hebben foute ideeën over de ziekte aids. Ze denken bijvoorbeeld dat ze aan iemand kunnen zien of die aids heeft of niet. Ook denken ze dat je aids kunt krijgen door een muggenbeet. En ze hebben ook foute theorieën over de vraag hoe je van aids af kunt komen. Zo zou dat kan volgens hen kunnen door een bepaald soort vis te eten of naar bed te gaan met een maagd.

Jongens
Een aidsvoorlichter uit Zuidelijk Afrika zegt: “Er is veel behoefte onder jongens om over seks te praten. De meeste jongens krijgen hun informatie over seks nu van hun vrienden. Ze kijken naar pornofilms en lezen pornoboekjes. Sommige jongens kunnen met niemand over het onderwerp praten. Ze worden door niemand voorgelicht. Als ze met een volwassen man willen praten, vinden ze vaak geen gehoor. Of er wordt gezegd dat ze zich als een man moeten gedragen. Wat dat dan is, blijft onduidelijk.”

status
Meisjes
Meisjes in Zuidelijk-Afrika zijn extra kwetsbaar voor besmetting met hiv. Omdat het slecht gaat met de economie van hun land, hebben veel mensen geen geld om naar school te gaan. Sommige oudere, rijkere mannen maken misbruik van de armoede waarin die mensen leven. Ze geven meisjes uit arme gezinnen geld in ruil voor seks. Zulke mannen worden “sugar daddy’s” (suikerooms) genoemd.

Ook meisjes die al een vaste vriend hebben, zijn kwetsbaar. Het is moeilijk voor de meisjes om hun vriend te vragen een condoom te gebruiken om besmetting met hiv te voorkomen. Dat heeft te maken met de cultuur, vooral met de cultuur vanuit het standpunt van mannen. Zij zien meisjes en vrouwen nog vaak als ondergeschikt aan de man.

Maar als jongeren vroeg leren om zo met seks om te gaan dat ze niet met hiv besmet kunnen raken (en geen andere seksueel overdraagbare ziekte op kunnen lopen), zullen ze die kennis later  waarschijnlijk in praktijk brengen.

 



Als je weet hoe hiv van mens tot mens kan gaan, kun je helpen voorkomen dat jij er zelf een rol in speelt, door te zorgen dat je er niet mee besmet raakt en er andere mensen niet mee besmet. Dat is letterlijk van levensbelang omdat je niet meer van het virus afkomt zodra je het hebt gekregen. Dan moet je de rest van je leven een virusremmer gebruiken om niet ziek te worden van het virus. Doe je dat niet, dan ga je eraan dood. Bovendien kan nog niemand tegen aids worden ingeënt.

Hiv kan van mens tot mens gaan als:

Al deze jongeren moet je dus waarschuwen. Als het lukt om jongeren te wijzen op de gevaren van onbeschermde seks of vuile injectienaalden, dan ben je al een heel eind.

billboard

Als je dat ook nog eens kunt doen op een manier die de jongeren bereikt, niet via de school, maar bijvoorbeeld via radiospotjes, affiches, een lied of een raptekst, dan heb je misschien wel een heel effectieve anti-aidscampagne, een 'goed verhaal'.

 



In 2015 hebben de Verenigde Naties een lijst van zeventien Duurzame Ontwikkelingsdoelen opgesteld die in 2030 moeten zijn gehaald. Hiervan luidt de derde: Verzeker een goede gezondheid en promoot welvaart voor alle leeftijden.

Artikel 3.3 hiervan luidt: Tegen 2030 een eind maken aan epidemieën, zoals die van aids, tuberculose, malaria en verwaarloosde tropische ziekten, van hepatitis en van door water overgebrachte ziekten en andere overdraagbare ziekten.

Vanaf de jaren ’80 maakt de VN werk van voorlichting geven over aids en de bestrijding van de aids-pandemie. Enkele voorbeelden:

Unaids
Deze organisatie is in 1996 opgericht. Het houdt zich bezig met het voorkomen van verspreiding van hiv, hulverlening aan mensen die aids hebben en het nemen van maatregelen om mensen en gemeenschappen tegen hiv te beschermen.

unaids

Unaids probeert haar doelen te bereiken door leiders van landen of organisaties te vragen om actie te ondernemen tegen de aidspandemie. Ook brengt Unaids alle inspanningen wereldwijd ter bestrijding van de pandemie in kaart. Ten slotte helpt Unaids hulporganisaties in ontwikkelingslanden die zich met bestrijding van aids in eigen land bezig houden..

UNFPA
Het Bevolkingsfonds van de VN UNFPA steunt projecten van lokale organisaties in ontwikkelingslanden om nieuwe generaties, vrouwen en mannen, in staat te stellen om zelf te beslissen over hun seksuele leven en het krijgen van kinderen. Zo kunnen zij zich beter beschermen tegen ziekten zoals aids, tegen ongewenste zwangerschap en seksueel geweld en krijgen zij de kans om uit de armoede te komen.

Global Fund to Fight Aids, Tuberculosis and Malaria
Dit fonds werd in 2001 opgericht door de toenmalige secretaris-generaal van de VN, Kofi Annan. Het houdt zich bezig met de bestrijding van de drie ziektes die wereldwijd de meeste slachtoffers maken: aids, tuberculose en malaria. Er zitten mensen bij van onder andere de Wereldgezondheidsorganisatie van de VN, de WHO, en van Unaids en vertegenwoordigers uit verschillende landen, zowel van regeringen als van onafhankelijke organisaties.

Unicef
Omdat ook kinderen aids krijgen, houdt het kinderfonds Unicef van de VN zich bezig met bestrijding van de aidspandemie. Het fond streeft ernaar dat kinderen die met hiv besmet zijn en er aids van krijgen, alle zorg krijgen die ze nodig hebben.

Wereld Aids Dag
In 1987 kwamen twee medewerkers van de WHO op het idee om Wereld Aids Dag te houden. Hiermee wilden ze de aandacht vestigen op de gevolgen van de aidspandemie en het gevaar van hiv dat aids verwekt. Medewerkers van Unaids namen het idee over en maakten er werk van. Op 1 december 1988 vond de eerste Wereld Aids Dag plaats. Sindsdien is het elk jaar op 1 december Wereld Aids Dag.

 



Aids is een besmettelijke ziekte waar nog geen vaccin tegen bestaat en die alleen met virusremmers te behandelen is. Wie aids heeft, komt er nooit helemaal vanaf, maar kan wel met behulp van deze middelen jarenlang in redelijke tot goede gezondheid blijven leven.

In 1981 werden de eerste gevallen van aids beschreven. Daarna heeft de ziekte zich over de hele wereld verspreid. Deze pandemie is nog steeds gaande, mede omdat er geen vaccin tegen hiv bestaat. Toch willen de Verenigde Naties uiterlijk in 2030 een einde maken aan deze pandemie. Daar kan iedereen, ook iedere scholier, aan meehelpen. In deze les laten we zien hoe.

Plan van aanpak:
Laat in de klas de volgende twee YouTube-video's met voorlichting over aids zien. De eerste film komt uit de Verenigde Staten ('CDC: Start talking. Stop HIV: Walk the Talk’), de tweede uit Zuid-Afrika (‘South Africa artists paint township murals to raise awareness of HIV’).

Voor de opdracht in de les trekt u 1 uur uit, een ½ uur voor het lezen van de bronnen en een ½ uur voor het maken van een product voor het voeren van een anti-aidscampagne.

Deel de klas in zes groepen in. De leerlingen lezen de bronnen. Het is wel zaak dat binnen elke groep de leerlingen deze teksten onder elkaar verdelen.

Daarna kiest iedere groep een van de volgende vormen uit, waarin ze de campagne gaan voeren:

Ook kiest iedere groep de doelgroep uit waar de campagne op gericht is:

Bij elkaar zijn dat zes (2 x 3) mogelijkheden om uit te kiezen. U let erop dat iedere mogelijkheid aan bod komt.

Hierna maken de groepen hun campagnemateriaal. Ten slotte beoordeelt u het materiaal dat de leerlingen hebben gemaakt.

Deze les past bij:

Kerndoel 36: De leerling leert betekenisvolle vragen te stellen over maatschappelijke kwesties en verschijnselen, daarover een beargumenteerd standpunt in te nemen en te verdedigen, en daarbij respectvol met kritiek om te gaan.

Kerndoel 38: De leerling leert een eigentijds beeld van de eigen omgeving, Nederland, Europa en de wereld te gebruiken om verschijnselen en ontwikkelingen te plaatsen.

 


 

 



De leerlingen hebben de opdracht in de les goed gemaakt als hun campagnemateriaal:

 

verwante lessen