Landmijnen en een 18e ontwikkelingsdoel


Het verschil in welvaart tussen rijke en ontwikkelingslanden is groot. Ook binnenin landen is de welvaart ongelijk verdeeld. Bovendien kampt de wereld met oorlog, milieuvervuiling, de kwalijke gevolgen die nu al merkbare opwarming van de aarde en natuurrampen

Om al deze probleem het hoofd te bieden en ervoor te zorgen dat ook in de toekomst mensen wereldwijd in goede gezondheid en welvaar te leven in een gezond milieu, hebben de Verenigde Naties in 2015 een lijst van zeventien doelen opgesteld die in 2030 moeten zijn gehaald. Dat zijn de Duurzame Ontwikkelingsdoelen.

duurzameontwikkelingsdoelen

Er is een hinderpaal bij het halen van een aantal van die doelen waar meerdere  ontwikkelingslanden mee kampen. In die landen heeft er een oorlog plaatsgehad of is er nog een oorlog aan de gang. Als gevolg hiervan zijn er gebieden in die landen die bezaaid zijn met landmijnen en niet-ontplofte munitie. Die maken jaarlijks veel slachtoffers. Dat blijft uit cijfers die de Internationale Campagne tegen Landmijnen  ICBL bekendmaakt. Die cijfers zijn te vinden in het rapport Landmine & Cluster Munition Monitor dat het ICBL elk jaar laat verschijnen.

 



opdrachtHet is zo dat in de zeventien Duurzame Ontwikkelingsdoelen nergens wordt gesproken over het probleem van landmijnen en niet-ontplofte munitie. Toch is het voor het behalen van een aantal van die doelen in 2030 zó belangrijk dat er eigenlijk een 18e ontwikkelingsdoel bij moet komen.

Eerst ga je na waarom landmijnen en niet-ontplofte munitie zo’n groot probleem vormen. Ook maak je kennis met elf van de zeventien ontwikkelingsdoelen.

Daarna schrijf je het 18e ontwikkelingsdoel uit en teken je een pictogram bij dit doel dat past bij de pictogrammen die in de inleiding zijn afgebeeld.

 



werkinuitvoeringeenuurVoor deze opdracht krijg je 1 lesuur de tijd of meer als je daar meer tijd voor nodig hebt.

Kijk eerst kijken naar een film over Thoyen Voeung, een Cambodjaans slachtoffer van een landmijn.

Daarna wijst je leerkracht een van de elf geselecteerde Duurzame Ontwikkelingsdoelen toe om die te bestuderen. Het eerste gedeelte van de opdracht doe je alleen. Je krijgt er 30-40 minuten de tijd voor.

Lees de bronnen. Zoek daarna het doel dat je gaat onderzoeken op de volgende webpagina op: ‘Werk mee aan de Duurzame Ontwikkelingsdoelen’ op https://www.sdgnederland.nl.

Klik op het icoon van het toegewezen doel en lees de artikelen die onder de officiële omschrijving van dit doel zijn vermeld. Noteer voor jezelf waarom het voor het behalen van dit doel belangrijk is dat landmijnen en andere niet-ontplofte munitie worden opgeruimd en noteer ook waarom het leggen van landmijnen eigenlijk helemaal verboden moet worden.

Het tweede gedeelte van de opdracht doe je met de hele klas en je leerkracht. Hier trekken jullie 20 minuten voor uit of iets langer als er meer tijd nodig is.

Je leerkracht vraagt iedereen waarom er een 18e Duurzame Ontwikkelingsdoel bij moet komen. Daarna ga je met de hele klas dat 18e Duurzame Ontwikkelingsdoel uitschrijven en een pictogram erbij ontwerpen.

Als je wilt, kun je alleen of samen met een klasgenoot een pictogram ontwerpen bij dit nieuwe doel.

 



Kijk naar de YouTube-video ‘Rode Kruis-Vlaanderen’:

Toelichting
Inge Franki, een medewerkster van het Rode Kruis-Vlaanderen, verzorgt Thoyen Voeung. Hij verloor een arm en een been toen hij op een mijn stapte. Thoyen Voeung woont nog altijd aan de rand van een mijnenveld in Cambodja.

 



Volgens een rapport van de Verenigde Naties dat onlangs verschenen is, liggen er vele miljoenen landmijnen en andere niet-ontplofte explosieven in de wereld.

landmijnen overzicht
Landen met de meeste slachtoffers door landmijnen, hoe donkerder hoe meer slachtoffers

Volgens de Internationale Campagne voor Uitbanning van Landmijnen ICBL zijn er in tientallen landen ongelukken gebeurd met landmijnen, clustermunitie en andere niet-ontplofte explosieven.

Deze explosieven bestaan uit drie groepen:

Landmijnen
Landmijnen worden in de grond verstopt, zodat ze niet te zien zijn. Daarom blijven ze gevaarlijk, ook lang nadat de oorlog is afgelopen waarin deze wapens zijn ingezet. Er zijn landmijnen die bedoeld zijn om soldaten tegen te houden. Die gaan al af als er een druk van hooguit vijf kilo op wordt uitgeoefend. Een dergelijke mijn ontploft al, als er een kind of een dier op stapt. Andere landmijnen zijn bedoeld om tanks en andere legervoertuigen tegen te houden. Die gaan pas af als er een druk hoger dan vijf kilo op wordt uitgeoefend.

Clustermunitie of clusterbommen
Dat zijn wapens die bestaan uit een springlading en een groot aantal kleine bommen. Als de springlading afgaat, worden die bommetjes over een bepaald gebied verspreid. Die bommetjes moeten zelf ook afgaan, maar doen dat niet altijd allemaal. Daardoor blijven er na gebruik van deze wapens kleine bommen op het gebied liggen. Die zijn net zo gevaarlijk als landmijnen.

Blindgangers
Dat zijn bommen, granaten en kogels die niet zijn ontploft toen ze werden afgeschoten of afgeworpen.

De meeste landmijnen zijn te vinden in voormalige oorlogsgebieden in Azië, Afrika en Midden-Amerika. Zoals je op de wereldkaart hierboven kunt zien, liggen de meeste landmijnen in ontwikkelingslanden, maar bijvoorbeeld ook in Oekraïne.

Stel, je loopt over een akker of door een bos en vlak onder het oppervlak zijn mijnen verstopt. Zodra je er per ongeluk op stapt, ontploft de mijn. Dat kan je je leven kosten en dat gebeurt ook heel vaak. Maar vaak zijn het de benen die de klap opvangen, zodat je het wel overleeft, maar het je wel een been of beide benen kost. Dan heb je een of meer protheses nodig.

Voor kinderen is dat extra lastig omdat ze in de groei zijn. Ze hebben dus regelmatig een nieuwe prothese nodig die past bij hun lichaam. Goede protheses zijn duur.

landmijnen kinderen

Vooral in ontwikkelingslanden met grote armoede is de prijs een extra probleem. Waar halen de mensen het geld vandaan om een goede prothese te kopen?  

Het zijn vooral kinderen die slachtoffer worden van landmijnen of andere niet-ontplofte munitie. Ze zien het vaak voor speelgoed aan of beseffen niet dat het gevaarlijk is om ermee te spelen.

Landmijnen en clustermunitie die in ontwikkelingslanden worden of zijn ingezet, worden vooral in rijke landen gemaakt. Dat geldt ook voor bommen, granaten en andere munitie. Niet alleen de fabrikanten ervan verdienen er aan, ook banken, beleggingsfondsen en pensioenfondsen die aandelen hebben in deze wapenbedrijven, hebben er profijt van.

 



Mijnen ruimen is vaak handwerk. Mensen prikken met een stok in de grond of gebruiken een metaaldetector. Dat is een apparaat dat een geluid geeft als je het boven een metalen voorwerp houdt, ook als dat voorwerp begraven is. Is op die manier eenmaal een mijn of een ander explosief gevonden, dan moet iemand anders dat weghalen en dat op een veilige plek ontmantelen of laten ontploffen.

mijnenruimen

Het ruimen van landmijnen en andere niet-ontplofte munitie kost veel tijd, is duur en is gevaarlijk. Je moet er goed voor opgeleid zijn en altijd je gedachten er goed bij houden. Daarom kost het vaak weken, maanden of nog veel langer om een terrein waar van die explosieven liggen, helemaal veilig te maken.

Voor het zover is, moeten mensen die in de buurt wonen, weten hoe gevaarlijk landmijnen en andere niet-ontplofte munitie zijn. Daarom geven mijnenruimers ook voorlichting.

undp

Ze vertellen aan die mensen, en vooral ook aan kinderen:

  • waar ze op moeten letten;
  • hoe ze de landmijnen of andere explosieven kunnen herkennen, en 
  • wat de gevolgen zijn als je er op gaat staan of ze opraapt.

 



De Verenigde Naties streven ernaar om landmijnen de wereld uit te helpen. Enerzijds helpen ze bij het ruimen van landmijnen, anderzijds proberen ze te voorkomen dat er tijdens oorlogen nieuwe landmijnen worden gelegd.

undp2

De Verenigde Naties bekostigen het ruimen van landmijnen, hulp aan slachtoffers ervan en het geven van voorlichting over deze mijnen aan mensen die gevaar lopen door deze wapens. Bij dit alles helpen blauwhelmen mee. Dat zijn soldaten die door landen aan de Verenigde Naties zijn geleverd om de vrede te helpen bewaren in gebieden waar kort tevoren een oorlog is beëindigd.

In 1997 hebben de Verenigde Naties een verdrag aangenomen dat landen verbiedt om landmijnen gericht tegen personen te produceren, te verhandelen en te gebruiken. In dit verdrag staat ook dat landen die het hebben ondertekend, hun voorraden landmijnen en hun mijnenvelden moeten opruimen. Elk jaar vraagt de VN een rapport over de vorderingen die hierin zijn gemaakt. Enkele landmijnen-producerende landen hebben inmiddels hun productie en verkoop gestaakt.

Ook Nederland heeft dit verdrag getekend.

Ten slotte hebben de Verenigde Naties 4 april uitgeroepen tot Internationale Dag van Aandacht voor Landmijnen.

 



Voor het aanpakken van de armoede, ondervoeding en honger, ongelijke verdeling van welvaart en andere problemen waar de wereld mee kampt, hebben de Verenigde Naties in 2015 zeventien Sustainable Develoment Goals, of afgekort SDG’s , opgesteld. In deze les gebruiken we hiervoor de vertaling ‘Duurzame Ontwikkelingsdoelen’. Deze doelen moeten uiterlijk in 2030 worden gehaald. Maar bij de halen van deze doelen is er een hinderpaal waar landen mee te kampen hebben waar recentelijk een oorlog is geweest. Dat is het probleem van landmijnen die zijn gelegd en niet-ontplofte munitie die na afloop van die oorlog zijn blijven liggen.

Ook jaren na het einde van een oorlog blijven deze explosieven slachtoffers maken. De gebieden waar explosieven zijn blijven liggen, zijn ook te gevaarlijk om er landbouw te bedrijven of om er wegen, woningen en werkplaatsen te bouwen. Daarvoor moet dat explosieve erfgoed van de oorlog eerst worden opgeruimd. Toch maakt geen enkel Duurzaam Ontwikkelingsdoel expliciet melding van dit probleem en de noodzaak om het aan te pakken.

Daarom bieden we met deze les de leerlingen de gelegenheid om een apart nieuw Duurzaam Ontwikkelingsdoel te bedenken voor dit probleem.

Plan van aanpak:
Trek voor deze les 1 tot 1¼ uur uit. U laat ter inleiding van de les de YouTube-video ‘Rode Kruis-Vlaanderen’ zien.

De opdracht in de les bestaat uit twee delen.

1: Individueel lezen van de bronnen, waaronder de bron over een van de Duurzame Ontwikkelingsdoelen. Trek hier 30-40 minuten voor uit.

Wijs iedere leerling een van de 11 geselecteerde doelen toe. Enkele doelen zullen mogelijk door meerdere leerlingen bestudeerd moeten worden.

Vraag hen op te schrijven of het voor het uiterlijk in 2030 halen van de SDG die ze bestuderen noodzakelijk is dat het probleem van de niet-ontplofte munitie voor die tijd wordt opgelost.

2: Klassikaal gedeelte. 20 minuten, of iets langer als er behoefte aan is.

Vraag de leerlingen waarom het aanpakken van het probleem van niet-ontplofte munitie relevant is voor het bereiken van de SDG die hij of zij heeft bekeken.

Daarna stelt u samen met de leerlingen een18e SDG op met een algemene omschrijving en een of meer afzonderlijke artikelen, geheel in de stijl van de website die als bron voor de opdracht is gebuikt (zie onderaan Uitwerking).

Vraag ook een of twee leerlingen om een pictogram te ontwerpen voor deze SDG, in de stijl van de pictogrammen op de website.

Uitwerking:

SDG 1: Thema armoede. Landmijnen en andere niet-ontplofte munitie maken terreinen ongeschikt voor akkerbouw en veeteelt. Dat gaat ten koste van bestaansmiddelen en houdt daardoor armoede in stand.

SDG 2: Thema honger. Hetzelfde probleem beperkt de mogelijkheid om voedsel te produceren, vormt dus een hinderpaal voor de bestrijding van honger en ondervoeding.

SDG 3: Thema gezondheid. Bij dit doel is de relevantie van het probleem evident. Niet-ontplofte munitie is een gevaar voor de volksgezondheid en welvaart. Vooral kinderen worden slachtoffer van niet-ontplofte munitie omdat ze het gevaar ervan niet kennen of explosieven niet als zodanig herkennen.

SDG 4: Thema onderwijs. De relevantie van niet-ontplofte munitie voor dit doel ligt hierin dat kinderen op weg naar school gevaar lopen als hun reisroute door of langs plekken loopt waar landmijnen zijn gelegd.

SDG 6: Thema schoon water en sanitatie. Door het probleem van niet-ontplofte munitie wordt het moeilijker voor mensen om aan schoon water te komen doordat plekken waar ze dat schone water kunnen vinden of putten kunnen slaan, te gevaarlijk zijn om te betreden.

SDG 7: Thema betaalbare en duurzame energie. Door het probleem van niet-ontplofte munitie is het niet overal mogelijk om zonnepanelen, windmolens of andere apparatuur voor het opwekken van energie op te zetten. Ook is het leggen van stroomkabels te gevaarlijk op plekken waar niet-ontplofte munitie ligt.

SDG 8: Thema werk en economische groei. Als mensen op weg naar hun werk en terug door of langs plekken gaan waar niet-ontplofte munitie ligt, lopen ze gevaar. Op plekken waar niet-ontplofte munitie ligt, is het te gevaarlijk om kantoren, fabrieken e.d. te bouwen. Die explosieven moeten dan eerst worden opgeruimd. Het probleem van niet-ontplofte munitie vormt dus een hinderpaal voor economische activiteiten en groei.

SDG 9: Thema industrie en infrastructuur. Het aanleggen van spoorlijnen, autowegen en andere voorzieningen is gevaarlijk als er op de werkplekken niet-ontplofte munitie ligt. Dat geldt ook voor de bouw van fabrieken en kantoren.

SDG 10: Thema ongelijkheid in en tussen landen. De relevantie voor dit doel van het probleem van niet-ontplofte munitie ligt hierin dat rijke landen ontwikkelingslanden die met dit probleem kampen, kunnen en ook zouden moeten helpen om dat probleem op te lossen.

SDG 11: Thema steden en gemeenschappen. Voor dit doel is het probleem van niet-ontplofte munitie in zoverre relevant dat de aanwezigheid op bepaalde plekken van niet-ontplofte munitie een ramp is na de ramp van de oorlog waarin dit probleem is ontstaan. Ook vormt het probleem een hinderpaal voor mensen die natuurlijk of cultureel erfgoed willen bezoeken en plekken voor recreatie.

SDG 16: Thema vrede, justitie en publieke diensten. In dit doel is sprake van het bestrijden van geweld en het inperken van wapenhandel. Dat vormt een aanknopingspunt om te voorkomen dat het probleem van niet-ontplofte munitie blijft bestaan en groter wordt.

Naar: ‘Werk mee aan de Duurzame Ontwikkelingsdoelen’ op https://www.sdgnederland.nl/.

Kortom: hoewel nergens in de SDG’s expliciet over landmijnen en het probleem van niet-ontplofte munitie in het algemeen wordt gesproken, draagt een grondige aanpak van dit probleem bij aan het bereiken van de meeste van de SDG’s.

Deze opdracht sluit aan bij kerndoel:

36. De leerling leert betekenisvolle vragen te stellen over maatschappelijke kwesties en verschijnselen, daarover een beargumenteerd standpunt in te nemen en te verdedigen, en daarbij respectvol met kritiek om te gaan.

47. De leerling leert actuele spanningen en conflicten in de wereld te plaatsen tegen hun achtergrond, en leert daarbij de doorwerking ervan op individuen en samenleving (nationaal, Europees en internationaal), de grote onderlinge afhankelijkheid in de wereld, het belang van mensenrechten en de betekenis van internationale samenwerking te zien.

 


 

  • De leerlingen hebben kennis gemaakt met een aantal van de zeventien Duurzame Ontwikkelingsdoelen van de Verenigde Naties en kunnen uitleggen waarom die doelen zijn opgesteld.
  • De leerlingen kunnen uitleggen waarom er in sommige landen gebieden zijn die onveilig zijn door de aanwezigheid van landmijnen en andere niet-ontplofte munitie en ze kunnen aangeven waarom die explosieven gevaarlijk zijn.
  • De leerlingen kunnen uitleggen waarom landmijnen en andere niet-ontplofte munitie een belemmering vormen voor het halen, uiterlijk in 2030, van het merendeel van de Duurzame Ontwikkelingsdoelen.
  • De leerlingen hebben gezien hoe de Verenigde Naties paal en perk proberen te stellen aan de productie en handel in landmijnen en de inzet ervan in oorlogstijd.

 



De leerlingen hebben de opdracht in de les goed gedaan als:

  • hun tekst van de 18e Duurzame Ontwikkelingsdoel aangeeft wat het probleem is van niet-ontplofte munitie is en waarom het voor het halen van een aantal van de Duurzame Ontwikkelingsdoelen belangrijk is dat dit probleem uiterlijk in 2030 de wereld uit is geholpen, en
  • het pictogram bij dit doel de inhoud van de tekst duidelijk weergeeft.

 

verwante lessen

Login Form