Aan sommige kusten van de zee of de oceaan kan dit gebeuren: op een dag trekt het zeewater zich ineens veel verder terug dan tijdens laagwater. Daardoor komt langs de kustlijn een brede strook zeebodem droog te staan. Mensen die altijd aan de kust hebben gewoond of een waarschuwing hebben gekregen weten dat het dan hoog tijd wordt om een veilig heenkomen te zoeken op een hoge plek. Dat doen ze in allerijl.
Daarna komt het zeewater terug en stijgt ver boven de hoogste stand uit die bij hoogwater bereikt kan worden. Met enorm geweld stroomt het water tot ver van de kustlijn het land op. Bomen, voertuigen, dieren, zelfs complete huizen worden door het water meegesleurd.
Daarna stroomt het water met evenveel geweld terug de zee in. Het zeeoppervlak raakt bezaaid met voorwerpen die door het water van het land zijn weggespoeld.
De mensen die voor het water zijn gevlucht, weten dat het dan nog niet veilig is langs de kust. Er kunnen nog een of meerdere vloeden komen die net zo verlopen als de eerste, met tussenpozen van enkele minuten tot ruim een uur.