Misschien is je dit al eens opgevallen: omroepen, kranten en andere media die nieuwsverhalen brengen, doen dat op hun eigen manier. Bij sommige media kun je zien vanuit welke politieke of godsdienstige overtuiging een medium het nieuwsverhaal brengt. Ander media proberen dat juist te vermijden, maar dat lukt nooit helemaal. Nieuws brengen is mensenwerk en mensen zijn altijd geneigd om de berichten die ze vertellen, te kleuren. Nieuws is dus bijna altijd gekleurd.
Dat omroepen, kranten enzovoort nieuws brengen zoals ze dat zelf willen, hebben we te danken aan de persvrijheid in Nederland. Die vrijheid is als recht opgenomen in onze Grondwet. Dat ook in veel ander landen datzelfde recht in hun grondwet staat, hebben we onder meer te danken aan de Verenigde Naties. In de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens van de VN staat namelijk dat iedereen mag denken en zeggen wat hij wil.
Maar hoe is het nieuws in Nederland gekleurd? En welke kleur kun je vinden bij welke van de verschillende Nederlandse nieuwsmedia?
Dat onderzoeken jullie door diverse media met elkaar te vergelijken.
Bekijk een nieuwsverhaal zoals dat door twee verschillende media wordt gebracht. Het moet gaan over iets dat pas gebeurd is of nog gaande is terwijl je deze opdracht maakt.
Kies twee media uit de volgende lijst:
NOS, WNL, AVRO/TROS, BNN/VARA, KRO/NCRV, EO, VPRO, RTL, De Telegraaf, De Volkskrant, Trouw, NRC-Handelsblad, Algemeen Dagblad (AD), een medium van de stad of streek waar je school staat (in Nijmegen bijvoorbeeld zijn dat De Gelderlander en TV Gelderland).
Daarna brengen jullie met je leerkracht heel het medialandschap van Nederland in kaart.
Voor deze opdracht krijg je 1 lesuur de tijd en zoveel tijd als nodig is voor het derde onderdeel van de opdracht, het klassengesprek.
Eerst lees je in je eentje de bronnen 'Verschillende nieuwsbronnen', 'Klachten' en ‘Wat doen de VN?’. Hier krijg je 50% van de tijd.
Daarna begin je aan het tweede deel van deze opdracht. Ook hier krijg je de rest van de tijd. Je doet deze opdracht in tweetallen.
Met je klasgenoot kies je twee nieuwsmedia uit de lijst in ‘Opdracht’.
Bekijk op internet hoe beide media een en hetzelfde nieuwsitem brengen en noteer de verschillen in toon en inhoud van de berichten. Het mag van alles zijn, een demonstratie, een debat in de Tweede Kamer of een andere gebeurtenis die in het nieuws is, terwijl je met deze les bezig bent.
Schrijf een kort verslag van dit vergelijkende onderzoek. Laat het verslagje aan je leerkracht zien.
Ten slotte houdt je leerkracht met jullie een klassengesprek over alle verslagen die jullie hebben ingeleverd. Zo kom je er beter achter welke politieke en levensbeschouwelijke overtuigingen bij welke media het dagelijkse nieuws kleuren.
Nederlanders halen hun nieuws meestal van het NOS-journaal op Nederland 1, het RTL Nieuws, het Hart van Nederland of van SBS6. Kranten met veel lezers zijn onder andere De Telegraaf, De Volkskrant en het AD. Naast nieuwsuitzendingen op radio en tv zijn er ook praatprogramma’s waarin mensen hun licht laten schijnen op het nieuws van de dag. Dat zijn bijvoorbeeld Spraakmakers en Nieuws & Co op NPO Radio 1 en WNL op Zondag op Nederland 1.
Als je regelmatig deze nieuwsbronnen raadpleegt, merk je dat ze van elkaar verschillen. Ze hebben elk hun eigen aanpak. Dat zie je aan de onderwerpen die er in aan bod komen.
Er zijn elke dag teveel onderwerpen om ze allemaal in een nieuwsuitzending te behandelen. Daarom kiezen krantenredacties en nieuwsredacties op radio, tv en internet er altijd een beperkt aantal van uit. Daarbij hanteren ze de volgende criteria:
- Hoe dichterbij iets gebeurt, hoe belangrijker het is. Een frontale botsing tussen twee auto’s, waarbij meerdere doden vallen haalt het Nederlandse nieuws als die botsing op een Nederlandse snelweg plaatsvindt.
- Het item gaat vaak over iets dat net gebeurd is of nog aan de gang is. Een onderwerp beheerst het nieuws vrijwel nooit langer dan enkele dagen.
- Hoe meer een voorval afwijkt van het normale, hoe eerder het nieuws is. Regenbuien halen het nieuws alleen als er op uitgebreide schaal wateroverlast door ontstaat.
- Hoe meer mensen er bij betrokken zijn, hoe belangrijker iets is. De sluiting van een winkel haalt het nieuws meestal niet, omdat daarbij maar weinig mensen hun baan verliezen. Maar de sluiting van een groot aantal winkels, die bij dezelfde keten horen haalt het nieuws wel, omdat er dan veel mensen werkloos worden.
- Hoe bekender een persoon is, hoe sneller hij of zij in het nieuws komt. Een trouwpartij haalt het nieuws pas als de bruid of de bruidegom uit een koninklijke familie komt, of om een andere reden beroemd is.
- Een nieuwsbericht waar ontroerende of schokkende beelden bij getoond kunnen worden, trekt meer belangstelling dan een nieuwsbericht dat moeilijk of niet in beeld te brengen is.
- Een gebeurtenis kan zó schokkend zijn, dat sommige media het ten dele of helemaal niet brengen. Een voorbeeld hiervan is de berechting van Saddam Hoessein in 2006, drie jaar nadat hij als president van Irak was afgezet. Na de berechting werd hij ter dood veroordeeld en direct daarna opgehangen. Sommige media lieten alleen de berechting zien, andere media ook de voltrekking van het doodvonnis.
- Bij het samenstellen van een nieuwsuitzending of het vullen van de krant kiezen redacteuren er soms voor om ter afwisseling naast het ernstig nieuws ook prettige berichten op te nemen.
- Ook de keuzes die redacteuren maken uit de onderwerpen die voorhanden zijn, kleuren het nieuws dat ze brengen. Het nieuws wordt ook gekleurd door de manier waarop het gebracht wordt. Dat merk je als je nagaat hoe meerdere media hetzelfde nieuwsbericht brengen. Dan zie je de volgende verschillen:
- de tijd die voor een nieuwsbericht wordt ingeruimd in een uitzending of de lengte van een artikel in een krant of tijdschrift;
- het tijdstip waarop een nieuwsbericht aan bod komt in een uitzending: vooraan, achteraan of ergens in het midden en ook op welke pagina in de krant het bericht verschijnt;
- welke details van een nieuwsbericht er worden uitgelicht en welke minder of zelfs helemaal niet aan bod komen.
Ongehoord Nederland (ON of ON!) is een omroepvereniging die vanaf 1 januari 2022 deel uitmaakt van het Nederlands publiek omroepbestel.
De omroep wil een stem geven aan de Nederlanders die zich in het publieke omroepbestel van de NPO niet vertegenwoordigd voelen over kwesties als de groeiende politieke macht van de Europese Unie, bezorgdheid om massa-immigratie, klimaatverandering en behoud van traditionele Nederlandse cultuur, zoals Zwarte Piet.
Op 5 januari 2022 werd de eerste aflevering van de wekelijkse podcast Ongehoord Nieuwscafé uitgezonden voor NPO Radio 1. Op 22 februari was de eerste tv-uitzending als publieke omroep. Media-experts stelden in dagblad Trouw op basis van de uitzendingen in de eerste drie weken, dat ON ongefundeerde feiten zonder enig weerwoord brengt en zich daarmee schuldig maakt aan het verspreiden van desinformatie, en dus niet voldoet aan de journalistieke code. Gasten in het programma brengen meningen en geruchten als vaststaande feiten zonder dat presentatoren hen daarop wijzen of doorvragen.
Zo wordt bijvoorbeeld gesuggereerd dat de oorlog in Oekraïne de schuld is van het Westen, de stikstofcrisis maar een fabeltje is en dat de wereld wordt bestuurd door een manipulerende hogere macht met een verborgen agenda.
Volgens de Ombudsman van de NPO, die na een aantal klachten onderzoek deed naar de uitzendingen omroep Ongehoord Nederland (ON), verspreidt ON aantoonbaar onjuiste informatie en schendt daarmee de journalistieke code van de NPO.
Journalistieke code
Op radio, televisie en on line brengen we nieuws, actualiteiten, opinie en meningsvorming. In al deze vormen van journalistiek is het belangrijk dat we geloofwaardig zijn en het vertrouwen van publiek hebben. Dit doen we door:
- Betrouwbaar te zijn - de informatie die we brengen klopt en wordt gecheckt.
- Nauwkeurig en zorgvuldig te zijn - fouten warden zoveel mogelijk vermeden en het maakproces is controleerbaar.
- Onafhankelijk, onpartijdig en onbevooroordeeld te zijn - druk van buiten en binnen de organisatie heeft geen invloed op de inhoud van onze producties.
- Evenwichtig en pluriform te zijn - berichtgeving is gebalanceerd en vertegenwoordigt verschillende visies.
Zie voor meer informatie: https://over.npo.nl/organisatie/openbare-documenten/journalistieke-code-npo.
Je mag denken en zeggen wat je wilt. Zo staat het in het kort in Artikel 19 van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens van de Verenigde Naties. Deze verklaring hebben de Verenigde Naties in 1948 aangenomen. Elk land dat lid is van de VN heeft de verklaring ondertekend. Iedere burger van een van de VN-lidstaten, waar ook ter wereld, mag dus denken en zeggen wat hij wil.
Dat geldt ook voor mensen die nieuwsberichten maken of doorgeven. Ze mogen dat op hun eigen manier doen, vanuit hun levensbeschouwing en politieke opvattingen. Maar het recht om te zeggen wat je wilt, kan alleen gewaarborgd worden als in een land deze persvrijheid is.
Dat is bijvoorbeeld zo in Nederland. Daarom zijn hier nieuwsmedia te kust en te keur, waar je het dagelijks nieuws vandaan kunt halen.
Volgens de VN is het van groot belang voor vrede en welvaart in de wereld als journalisten en andere medewerkers van nieuwsmedia onbelemmerd hun werk kunnen doen.
Nieuwsmedia horen tot het werkterrein van de UNESCO, de VN-organisatie voor onderwijs, cultuur en wetenschap. De UNESCO houdt om de twee jaar een Algemene Conferentie. Dan komen vertegenwoordigers van alle landen die lid zijn van de organisatie, waarnemers van landen die geen lid zijn, en medewerkers van ngo’s bij elkaar. Tijdens de conferentie stippelen de deelnemers het beleid van de UNESCO voor de komende jaren uit.
Tijdens de Algemene Conferentie van 1991 van de UNESCO stond persvrijheid hoog op de agenda. De deelnemers erkenden dat journalisten en andere medewerkers van nieuwsmedia niet in elk land mogen zeggen en schrijven wat ze willen. Daarom werd tijdens de conferentie de Internationale Dag van de Persvrijheid ingesteld. Met deze dag willen de UNESCO en daarna de hele VN het belang onderstrepen van persvrijheid. Op 3 mei 1993 werd deze dag voor het eerst gehouden. Sindsdien is het ieder jaar op 3 mei Internationale Dag van de Persvrijheid.
Toch is persvrijheid in sommige landen ver te zoeken. In landen met een dictatuur als Iran worden journalisten gevangengezet of zelfs vermoord omdat ze dingen zeiden die hun politieke en religieuze leiders onaanvaardbaar vinden. In Hongarije, een democratie in verval, kopen rijke zakenlieden onafhankelijke media op in opdracht van de rechtspopulistische regering. Daarom komen er in die media alleen opvattingen voor die de regering welgevallig zijn.
Door de opdracht in deze les te maken krijgen leerlingen meer oog voor het feit dat alle nieuwsmedia en elke journalist hetzelfde nieuwsbericht op een eigen manier weergeeft, wat zorgt voor een grote verscheidenheid in de nieuwsvoorziening. De leerlingen zien ook dat deze verscheidenheid mede te danken is aan de persvrijheid.
Plan van aanpak:
Voor de opdracht in deze les trekt u één uur uit en zoveel tijd als u nodig heeft voor het klassengesprek waarmee u de opdracht afrondt.
Eerst laat u de leerlingen de volgende bronnen individueel lezen: 'Verschillende nieuwsbronnen', 'Klachten' en ‘Wat doen de VN?’. Ruim hier de helft van de tijd voor in.
Daarna wordt het tijd voor een groepsactiviteit, waar u de rest van de tijd voor uittrekt.
Deel de klas in tweetallen in. Laat ieder tweetal twee media uit de lijst hieronder kiezen en nagaan hoe deze twee media een en hetzelfde nieuwsbericht brengen. Laat ze noteren hoe de twee versies van het nieuwbericht verschillen qua toon en inhoud. Het nieuwsbericht mag over van alles gaan, als het maar gebeurd is vlak voordat u deze les geeft of nog plaatsvindt terwijl u met deze les bezig bent.
Over de resultaten van hun korte, vergelijkend onderzoekje maken de leerlingen een beknopt verslag. Als iedereen klaar is, verzamelt u de verslagen en leest ze door.
Ten slotte houdt u met de leerlingen een klassengesprek waarin u de verslagjes bespreekt. De bedoeling is dat de leerlingen een beeld krijgen van de inkleuring van het nieuws door de nieuwsmedia in Nederland aan de hand van hun politieke en/of levensbeschouwelijke overtuigingen.
Die inkleuring kunt u uitbeelden door een spectrum (zoals van een lichtstraal die door een prisma gaat) te maken dat loopt van conservatief naar progressief. In dat spectrum plaatst u de namen van elk nieuwsmedium uit de lijst.
U moet er wel op rekenen dat niet alle media zich even makkelijk laten plaatsen in het spectrum.
Voor de groepsactiviteit gebruikt u de volgende lijst van media: NOS, WNL, AVRO/TROS, BNN/VARA, KRO/NCRV, EO, VPRO, RTL, De Telegraaf, De Volkskrant, Trouw, NRC-Handelsblad, AD en een medium van de stad of streek waar uw school staat.
Uitwerking:
Omroepen en andere media brengen nieuws vanuit hun eigen invalshoeken. Gaandeweg het klassengesprek leggen u en de leerlingen een spectrum bloot van overtuigingen dat loopt van rechtsconservatief (zoals bij WNL en De Telegraaf) naar links/progressief (zoals bij de VPRO en De Volkskrant). Een liberale invalshoek is vaak te bespeuren bij NRC-Handelsblad. Ten slotte zijn er media die geen politieke, godsdienstige of andere kleur vertonen, zoals bijvoorbeeld bij het RTL-nieuws.
Deze les past bij:
Kerndoel 39: De leerling leert betekenisvolle vragen te stellen over maatschappelijke kwesties en verschijnselen, daarover een beargumenteerd standpunt in te nemen en te verdedigen, en daarbij respectvol met kritiek om te gaan.
Kerndoel 39: De leerling leert een eenvoudig onderzoek uit te voeren naar een actueel maatschappelijk verschijnsel en de uitkomsten daarvan te presenteren.
- De leerlingen kunnen enkele criteria noemen die nieuwsmedia gebruiken om een selectie te maken uit het dagelijkse aanbod van nieuwsberichten.
- De leerlingen kunnen twee manieren benoemen en beschrijven waarop deze media de nieuwsberichten die ze hebben uitgekozen, doorgeven aan hun publiek.
- De leerlingen hebben laten zien dat ze, voor zover dat mogelijk, is de politieke en levensbeschouwelijke invalshoek(en) van een nieuwsmedium kunnen duiden aan de hand van hoe een nieuwsbericht eruit ziet.
- De leerlingen kunnen aangeven waarom het mede aan de Verenigde Naties te danken is dat nieuwsmedia in Nederland en sommige andere landen de vrijheid hebben om op politiek en levensbeschouwelijk gebied hun eigen geluid te laten horen.
De leerlingen hebben de opdracht in deze les goed gemaakt, als er door onderzoek en gezamenlijke evaluatie van de resultaten ervan, een duidelijk beeld is ontstaan van de politieke en levensbeschouwelijke pluriformiteit van de Nederlandse nieuwsmedia die zich met de nieuwsvoorziening bezighouden.