Werknemers kunnen een machtig wapen inzetten als ze iets gedaan willen krijgen van hun werkgever en dat ook na lang onderhandelen niet voor elkaar krijgen: in staking gaan. Als ze dat doen, ligt het bedrijf stil. Gaat het om een groot bedrijf dat onderdelen koopt van andere bedrijven die nodig zijn voor zijn productie, dan hebben ook die andere bedrijven last van de staking. En altijd worden er behalve de werkgevers ook andere mensen de dupe als er gestaakt wordt.
Je kunt je dus afvragen wanneer een staking te rechtvaardigen is, en wanneer niet.
Jullie krijgen enkele voorbeelden van conflicten tussen werknemers en hun werkgever, die hebben geleid tot een staking of hadden kunnen leiden tot een staking.
Onderzoek een van die voorbeelden aan de hand van de volgende vragen:
- Waar draaide het conflict om?
- Is dat conflict pas na een staking opgelost of zonder dat er een staking plaatsvond?
- Hoe was een (eventuele) staking te rechtvaardigen, gelet op de aanleiding of de aanleidingen om te staken?
- Was een (eventuele) staking te rechtvaardigen, gelet op de gevolgen ervan voor de werkgever en voor andere mensen?
Verwerk de uitkomsten van je onderzoek in een geschreven verslag of een podcast.
Voor deze opdracht krijg je 75 minuten de tijd.
Deze opdracht bestaat uit twee delen. Het eerste deel doe je alleen. Je leest de bronnen ‘Laatste redmiddel’, ‘Staken is een recht’ en ‘Wat doen de VN?’. Je krijgt er ¾ uur de tijd voor.
Voor het tweede gedeelte van de opdracht krijg je ½ uur de tijd. Daarna deelt je leerkracht de klas in groepen in.
Iedere groep krijgt een voorbeeld van een conflict tussen werknemers en hun werkgever die al of niet geleid heeft tot een staking.
Onderzoek het voorbeeld door de bron hierover te raadplegen. Maak dan je onderzoeksverslag in de vorm van een artikel (1/4 A4-tje) of een podcast (niet langer dan drie minuten).
Tip
Ken je een voorbeeld van een conflict tussen werknemers en hun werkgever dat niet in de les voorkomt, dan mag je dat kiezen. Doe dat in overleg met je leerkracht.
Laat je onderzoeksverslag lezen of horen aan je leerkracht.
Werknemers onderhandelen regelmatig met hun werkgevers over hun salaris, hun pensioen of over andere zaken die met hun werk te maken hebben. Soms lukt het om hierover een akkoord te bereiken, dan weer niet. Als het ook na vele pogingen niet lukt een akkoord te bereiken, kunnen werknemers besluiten in staking te gaan, tot ze hun zin krijgen.
Hoewel staken in Nederland is toegestaan, gaan werknemers niet bij elk probleem in staking om hun zin te krijgen. Als je staakt krijg je geen loon, maar moet je vakbond je geld geven uit zijn stakingskas. Bovendien zijn mensen bang voor hun baan. Zeker als er veel werkloosheid is kan de werkgever zeggen: “Voor jou tien anderen”. Dat was bijvoorbeeld het geval in de jaren ’30 van de 20e eeuw. Toen ging het heel slecht met de Nederlandse economie en waren veel mensen werkloos.
Staking bij Residentie Slachthuis in Den Haag in verband met een cao-conflict
Ook nu wordt er in Nederland weinig gestaakt, zeker in vergelijking met Frankrijk of België. Daar zijn verschillende redenen voor.
- De vakbeweging neemt een belangrijke plaats in de samenleving in, hoewel het ledental van de vakbonden afneemt. Vakbonden praten veel met kabinet en werkgevers. Zo kunnen de vakbonden op andere manieren dan door stakingen hun doelen bereiken. In 1982 kwamen vakbonden, werkgevers en het Nederlandse kabinet overeen dat de salarissen in de jaren erna niet te hard zouden stijgen en dat werknemers een kortere werkweek zouden krijgen. Het ging toen niet zo best met de economie en er waren veel mensen werkloos. In 2020 bereikten de drie partijen na jarenlang onderhandelen een akkoord over een nieuw pensioenstelsel. De manier van samenwerken tussen de drie partijen staat bekend als het ‘poldermodel’ en als ‘polderen’.
- Enkele politieke partijen komen op voor de belangen van werknemers. De PvdA is verbonden met de FNV, het CDA met het CNV. Wel zijn de banden tussen politieke partijen en vakbonden losser dan vroeger.
- De verzorgingsstaat zorgt voor een inkomen bij ziekte of werkloosheid. Daarom is er minder behoefte om bij een conflict tussen werknemers en hun werkgever te gaan staken.
Hoe vervelend stakingen zijn voor werkgevers en soms ook voor andere mensen, staken is een recht dat werknemers in Nederland in het algemeen hebben.
Tot in 1872 was dat niet zo. Tot die tijd stond in de Nederlandse wet dat werknemers niet mogen staken. De arbeiders mochten zich niet in groepen verenigen, geen coalities vormen tegen de werkgevers. Dit verbod werd in 1872 opgeheven. In dat jaar kregen werknemers het recht van vereniging. Dat recht bestond in theorie al sinds de invoering van de grondwet van Thorbecke in 1848. Maar vanaf 1872 kon dat recht ook in de praktijk worden gebracht. Vanaf toen was er, zij het ongeschreven, een stakingsrecht voor werknemers. Later werd dat recht op schrift gezet toen Nederland met de ILO een verdrag sloot waarin dit recht opgenomen is.
Na de spoorwegstaking in 1903 werd het ambtenaren verboden om in staking te gaan. In 1980 verdween dit stakingsverbod voor ambtenaren uit de wet.
Na de Tweede Wereldoorlog worden rechters zich steeds vaker ingeschakeld bij stakingen. Dat gebeurt onder meer als een werkgever naar de rechter stapt om een staking te laten verbieden. Als aan rechters gevraagd werd om zich uit te spreken over een staking, letten ze op de volgende zaken:
- Alle wettelijke middelen om het geschil op te lossen moeten zijn geprobeerd. Er mag pas gestaakt worden als het onderhandelen is mislukt.
- Het doel en de gevolgen van de staking moeten in evenwicht zijn.
- De staking moet duidelijk en op tijd zijn aangekondigd.
Als ambtenaren gaan staken, zal de rechter scherper letten op de belangen van de burgers. De gevolgen van een staking kunnen groot zijn. Denk maar aan stakingen bij de vuilnisophaaldiensten of de politie en de brandweer.
Op 24 april 2013 brak er brand uit in de textielfabriek Rana Plaza in Bangladesh. Hierbij kwamen meer dan 1100 werknemers om. In die fabriek maakten duizenden mensen kleding voor voornamelijk westerse landen. Na de brand bleek er van alles mis te zijn met de veiligheid in de fabriek.
Naar aanleiding van deze ramp is het Bangladesh-akkoord gesloten. Volgens dit akkoord moet de veiligheid in kledingfabrieken sterk worden verbeterd. Meer dan 200 kledingmerken en vakbonden hebben het akkoord ondertekend.
Sindsdien is dankzij inspecties in de fabrieken en strengere veiligheidseisen de situatie sterk verbeterd. Rampen zoals in Rana Plaza hebben zich tot nu toe (anno 2022)niet meer voorgedaan.
Maar door een besluit van het Hooggerechtshof in Bangladesh dreigt er nu een streep door het akkoord te gaan. Joris Oldenziel, adjunct-directeur van het Bangladesh-akkoord, vindt dat zorgelijk. "Volgens de rechter moet de overheid van Bangladesh de controles op zich nemen, maar die is daar nog niet klaar voor. Er is pas sinds kort een overheidsdienst opgezet. Wij willen in Bangladesh blijven om de overheid te helpen."
Nadat het akkoord in het voorjaar van 2018 afliep, verlengden de betrokken vakbonden en bedrijven het met drie jaar. Ze deden dat ook, omdat de overheid van Bangladesh volgens hen nog niet klaar is om het werk over te nemen.
Maar het Hooggerechtshof heeft de inspecteurs van de organisatie achter het akkoord met ingang van eind november 2018 verboden om die kledingfabrieken binnen te gaan.
Ook Oldenziel is er nog niet gerust op. Hij zegt dat al hard is gewerkt aan de brand- en bouwveiligheid van de fabrieken, maar ook dat twee miljoen werknemers in de textielindustrie op termijn opnieuw gevaar koen. "Als de overheid nog niet klaar is om de inspecties over te nemen, dan is de kans groot (…) dat we weer afglijden naar de oude situatie. Er is dan geen akkoord dat de voortgang van verbeteringen blijft volgen en afdwingen.". En er “zitten nog een paar heel grote en belangrijke punten. Zoals branddetectie, brandblussystemen, sprinklers en rookmelders. Die zijn in de helft van de fabrieken nog niet volledig geïnstalleerd."
Ook voor de kledingmerken die zich bij het akkoord hebben aangesloten, heeft het gevolgen, zegt Oldenziel. "We bieden nu de garantie dat kleding in de fabrieken veilig wordt gemaakt, maar als we niet meer zelf in Bangladesh kunnen opereren, kunnen we daar niet meer zeker van zijn.”
Duizenden medewerkers uit de textielindustrie in Bangladesh protesteren een jaar na het ongeluk in Rana Plaza
Of de merken dan nog steeds hun kleding laten produceren in het land, moeten ze zelf bepalen. "(..) De kledingproductie blijft in Bangladesh sowieso bestaan, of dat nu is voor merken die zijn aangesloten bij het akkoord of voor andere merken."
Hij benadrukt dat het gebiedsverbod het Bangladesh-akkoord niet ongeldig maakt. "Ook als we het land worden uitgezet, zullen we doorgaan om het akkoord proberen te implementeren. Maar dat wordt wel moeilijker, omdat we dan geen eigen mensen meer hebben in Bangladesh."
Naar: https://nos.nl/nieuwsuur/artikel/2255917-opnieuw-vrees-voor-veiligheid-textielarbeiders-in-bangladesh.html
Het personeel van Tata Steel staakt. Eerst is het onderhoudspersoneel aan de beurt en daarna leggen andere medewerkers van de staalfabriek het werk neer. FNV-bestuurder Roel Berghuis vindt het een moedig besluit dat de onderhoudsmedewerkers hun werk neerleggen. "Deze mensen werken in kleine groepjes en hebben direct te maken met leidinggevenden, die ze dan moeten uitleggen dat ze niet willen werken. In sommige gevallen staken die mee, maar niet altijd."
Het personeel staakt omdat er een reorganisatie bij de staalfabriek is aangekondigd, waarbij zo’n duizend banen verloren gaan. Tot nu toe liepen gesprekken met de Tata-directie op niks uit.
Dat het onderhouderspersoneel het werk neerlegt kan volgens Berghuis voor problemen zorgen. "Op sommige plekken kan onderhoud niet worden gedaan."
Er staan nog meer stakingen in de planning. "Zeker komende week nog, maar we maken niet bekend wanneer en wie er in actie komen."
Als het goed is, komt er weer een gesprek tussen de vakbonden en Tata Steel. "Maar het is erg stil aan die kant", aldus Berghuis. Dit hoeft volgens hem geen slecht teken te zijn. "Misschien zijn ze nu wel met ons bezig, om een stap te maken richting ons."
Naar https://www.nhnieuws.nl/nieuws/269427/opnieuw-een-staking-bij-tata-steel-onderhoudspersoneel-legt-werk-neer
In India leggen miljoenen mensen in India het werk voor 24 uur neer. Ze eisen een minimumloon en betere arbeidswetten.
Op veel plaatsen in India rijden er geen bussen en taxi’s. Winkels en banken zijn gesloten. De vakbonden steunen de oproep voor de landelijke staking. ''Een historische zaak. Voor het eerst hebben alle grote vakbonden samen een protest tegen het antiwerkbeleid van de regering'', aldus de secretaris-generaal van de All India Trade Union.
Mallikarjun Kharge, de Indiase minister van arbeid, bood op het laatste moment aan met de bonden in gesprek te gaan over hun eisen. "We hebben de samenwerking met de bonden nodig om de problemen van de arbeiders op te lossen. Een algemene staking is zinloos, omdat dit leidt tot grote verliezen voor de schatkist", aldus de minister.
Ook premier Manmohan Singh vroeg de ambtenaren en werknemers af te zien van de staking. De vakbonden gaven echter geen gehoor aan de oproep van de regering. De economie van India groeit hard, maar kampt met hoge inflatie. De circa 50 miljoen Indiërs eisen een vaste baan in plaats van een tijdelijke contract.
De staking wordt niet door iedereen opgevolgd. In New Delhi en Mumbai leidt de werkonderbreking tot weinig problemen. Hoewel banken en verzekeringskantoren gesloten zijn, zijn winkels gewoon open. Ook rijden er gewoon taxi's en bussen.
Naar https://www.nu.nl/economie/2751311/massale-staking-in-india.html
Zeventig Poolse tuinarbeiders legden een plantenkwekerij in Gerwen plat. Ze staakten vanwege niet-uitbetaald loon. De eigenaar beweert dat ze vorig jaar teveel loon kregen en hij wil dat deel inhouden op het salaris dat ze nu verdienen. Een aantal Polen heeft al ruim een maand geen inkomsten meer. Sommigen werken al zo´n 10 jaar of langer op deze kwekerij.
FNV-bestuurder Wim Baltussen vertelde het Eindhovens Dagblad dat zich dit soort taferelen elk jaar voordoet. ¨De Poolse seizoenarbeiders worden nog steeds uitgebuit. Ze zijn door hun thuissituatie erg geldgedreven. Het zijn harde werkers. Ze zeuren niet, accepteren ook veel. Zolang ze maar geld kunnen verdienen. Daarom trokken ze ook niet eerder aan de bel¨, aldus Baltussen. de onderlinge solidariteit is groot en het beschikbare geld en voedsel wordt met elkaar gedeeld.
Hun actie was ook ingegeven door de slechte leefomstandigheden op de kwekerij: op elke kamer slapen zo´n tien mensen en soms moeten twee mensen in één bed slapen. De veiligheidsmaatregelen in het gebouw zijn niet in orde en er is ook veel te weinig goede sanitair voor zo´n grote groep mensen.
De eigenaar liet internet afsluiten en de televisie weghalen. Hij dreigde ook om het gas, water en licht in de loods af te sluiten en gaf hij aan dat er vanaf dan geen werk meer voor hen was, terwijl het seizoen nog niet eens echt begonnen was en ondanks dat af was gesproken dat ze tot augustus zouden blijven.
Baltussen heeft namens de Polen melding gedaan bij de Inspectie SZW over het ontbreken van loonstrookjes en hij heeft de kwestie van de slechte woonomstandigheden bij de gemeente Nuenen aanhangig gemaakt en gaf aan dat deze nog nooit ter plekke inspecties uitvoerde.
Naar: https://www.supermacht.nl/2015/03/20/staking-van-poolse-tuinarbeiders-toont-hun-kwetsbaarheid-en-uitbuiting/
De Internationale Arbeidsorganisatie ILO is opgericht in 1919 en vanaf 1946 een organisatie binnen de Verenigde Naties. De ILO heeft als doel het bevorderen van sociale rechtvaardigheid, en in de eerste plaats met betrekking tot werk en sociale zekerheid.
Bij besluiten die de ILO neemt, zijn regeringen, werkgevers en werknemers betrokken. In de loop der jaren zijn binnen de ILO enkele honderden arbeidsverdragen tot stand gekomen. Die hebben o.m. betrekking op arbeidsomstandigheden, kinderarbeid, slavernij, het stakingsrecht en de vrijheid van vereniging en vergadering. Voor de controle op naleving hanteert de ILO een verplichte rapportage door de verdragstaten.
Klachten tegen lidstaten kunnen worden ingediend door de drie hier boven genoemde partijen, maar ook door de Raad van Beheer, het dagelijks bestuur van de ILO. Deze raad kan ook onderzoek laten doen. De belangrijkste sanctie is openbaarmaking van de einduitspraak. Regeringen vinden het niet prettig om op zo’n manier aan de schandpaal genageld te worden.
Het klachtrecht speelde bijvoorbeeld een rol in 1976, toen de dreigende openbaarmaking van een klacht tegen Indonesië over dwangarbeid, zorgde voor een snelle vrijlating van tienduizenden langdurig gedetineerde politieke gevangenen.
Belangrijke organen van de ILO zijn o.m. het Comité voor de Vrijheid van Vergadering en het Comité voor de Toepassing van Overeenkomsten en Aanbevelingen.
De ILO heeft ook richtlijnen opgesteld voor het maatschappelijk verantwoord ondernemen van bedrijven. Dat ILO-verdragen een lange weg gaan, blijkt bijvoorbeeld uit het verbod op kinderarbeid. Al in 1919 nam de ILO een verdrag aan over de minimumleeftijd voor industriearbeiders. Pas in 1999 kwam er een verdrag over de 'ergste vormen' van kinderarbeid.
De ILO heeft in 2003 de Internationale Dag voor Veiligheid en Gezondheid op het Werk in het leven geroepen. Sindsdien wordt deze dag elk jaar op 28 april gehouden.
Deze les draait om de staking als actiemiddel. In Nederland en sommige andere landen hebben werknemers recht om te staken. Maar wanneer zijn de gevolgen van een staking in verhouding tot het doel of de doelen die men door te staken wil behalen, en wanneer niet? In deze les buigen de leerlingen zich over enkele kwesties waarbij deze vraag aan de orde komt, zowel in ontwikkelingslanden als in welvarende landen.
Plan van aanpak:
Voor deze les trekt u 75 minuten uit.
Deze opdracht bestaat uit twee delen. Eerst laat u de leerlingen individueel de volgende bronnen lezen: ‘Laatste redmiddel’, ‘Staken is een recht’ en ‘Wat doen de VN?’. Ruim er ¾ uur voor in.
Voor het tweede gedeelte van de opdracht geeft u de leerlingen ½ uur de tijd. Eerst deelt u de klas in groepen in. Daarna geeft u iedere groep een voorbeeld van een conflict tussen werknemers en hun werkgever, dat al of niet geleid heeft tot een staking. Vraag daarbij ook of leerlingen een voorbeeld van een dergelijk conflict kennen dat niet in de les is opgenomen. Als dat het geval is, laat u een groep leerlingen dit conflict onderzoeken.
Iedere groep onderzoekt zijn voorbeeld van een conflict tussen werknemers en hun werkgever aan de hand van de volgende vragen:
- Waar draaide het conflict om?
- Is dit conflict pas na een staking opgelost of zonder dat er een staking plaatsvond?
- Hoe was een (eventuele) staking te rechtvaardigen, gelet op de aanleiding of aanleidingen om te staken?
- Was een (eventuele) staking te rechtvaardigen, gelet op de gevolgen ervan voor de werkgever en voor andere mensen?
Iedere groep verwerkt de uitkomsten van zijn onderzoek in een geschreven verslag van hooguit ¼ A4-tje of een podcast van ten hoogste drie minuten. Als iedereen klaar is, leest of beluistert u de onderzoeksverslagen.
Deze les past bij:
Kerndoel 36: De leerling leert betekenisvolle vragen te stellen over maatschappelijke kwesties en verschijnselen, daarover een beargumenteerd standpunt in te nemen en te verdedigen, en daarbij respectvol met kritiek om te gaan.
Kerndoel 37: De leerling leert een kader van tien tijdvakken te gebruiken om gebeurtenissen, ontwikkelingen en personen in hun tijd te plaatsen. De leerling leert hierbij over kenmerkende aspecten van de volgende tijdvakken:
– tijd van jagers en boeren (prehistorie tot 3000 voor Chr.);
– tijd van Grieken en Romeinen (3000 voor Chr.–500 na Chr.);
– tijd van monniken en ridders (500–1000);
– tijd van steden en staten (1000–1500);
– tijd van ontdekkers en hervormers (1500–1600);
– tijd van regenten en vorsten (1600–1700);
– tijd van pruiken en revoluties (1700–1800);
– tijd van burgers en stoommachines (1800–1900);
– tijd van wereldoorlogen (1900–1950), en
– tijd van televisie en computer (1950–heden).
De leerling leert daarbij in elk geval de relatie te leggen tussen de gebeurtenissen en ontwikkelingen in de 20e eeuw (waaronder de wereldoorlogen en de Holocaust), en hedendaagse ontwikkelingen. De vensters van de Canon van Nederland dienen als uitgangspunt ter illustratie van de tijdvakken.
Kerndoel 47: De leerling leert actuele spanningen en conflicten in de wereld te plaatsen tegen hun achtergrond, en leert daarbij de doorwerking ervan op individuen en samenleving (nationaal, Europees en internationaal), de grote onderlinge afhankelijkheid in de wereld, het belang van mensenrechten en de betekenis van internationale samenwerking te zien.
- De leerlingen hebben gezien waarom alle werknemers in Nederland recht hebben om te staken.
- De leerlingen kunnen uitleggen waarom in Nederland minder vaak naar het actiemiddel van een staking wordt gegrepen dan in andere landen.
- De leerlingen hebben laten zien dat ze een afweging kunnen maken tussen de doel of doelen die met een staking moeten worden gehaald en de gevolgen van de staking en op grond van die afweging de staking kunnen goed- of afkeuren.
- De leerlingen kunnen uitleggen hoe de Internationale Arbeidsorganisatie ILO onder de vlag van de Verenigde Naties de belangen van werknemers wereldwijd behartigt.
De leerlingen hebben de opdracht in de les goed gemaakt als hun onderzoeksverslag:
- antwoord geeft op alle onderzoeksvragen;
- helder en overzichtelijk is opgesteld, en
- in goed Nederlands is opgesteld.