Werknemers onderhandelen regelmatig met hun werkgevers over hun salaris, hun pensioen of over andere zaken die met hun werk te maken hebben. Soms lukt het om hierover een akkoord te bereiken, dan weer niet. Als het ook na vele pogingen niet lukt een akkoord te bereiken, kunnen werknemers besluiten in staking te gaan, tot ze hun zin krijgen.
Hoewel staken in Nederland is toegestaan, gaan werknemers niet bij elk probleem in staking om hun zin te krijgen. Als je staakt krijg je geen loon, maar moet je vakbond je geld geven uit zijn stakingskas. Bovendien zijn mensen bang voor hun baan. Zeker als er veel werkloosheid is kan de werkgever zeggen: “Voor jou tien anderen”. Dat was bijvoorbeeld het geval in de jaren ’30 van de 20e eeuw. Toen ging het heel slecht met de Nederlandse economie en waren veel mensen werkloos.
Staking bij Residentie Slachthuis in Den Haag in verband met een cao-conflict
Ook nu wordt er in Nederland weinig gestaakt, zeker in vergelijking met Frankrijk of België. Daar zijn verschillende redenen voor.
- De vakbeweging neemt een belangrijke plaats in de samenleving in, hoewel het ledental van de vakbonden afneemt. Vakbonden praten veel met kabinet en werkgevers. Zo kunnen de vakbonden op andere manieren dan door stakingen hun doelen bereiken. In 1982 kwamen vakbonden, werkgevers en het Nederlandse kabinet overeen dat de salarissen in de jaren erna niet te hard zouden stijgen en dat werknemers een kortere werkweek zouden krijgen. Het ging toen niet zo best met de economie en er waren veel mensen werkloos. In 2020 bereikten de drie partijen na jarenlang onderhandelen een akkoord over een nieuw pensioenstelsel. De manier van samenwerken tussen de drie partijen staat bekend als het ‘poldermodel’ en als ‘polderen’.
- Enkele politieke partijen komen op voor de belangen van werknemers. De PvdA is verbonden met de FNV, het CDA met het CNV. Wel zijn de banden tussen politieke partijen en vakbonden losser dan vroeger.
- De verzorgingsstaat zorgt voor een inkomen bij ziekte of werkloosheid. Daarom is er minder behoefte om bij een conflict tussen werknemers en hun werkgever te gaan staken.