Op 24 april 2013 brak er brand uit in de textielfabriek Rana Plaza in Bangladesh. Hierbij kwamen meer dan 1100 werknemers om. In die fabriek maakten duizenden mensen kleding voor voornamelijk westerse landen. Na de brand bleek er van alles mis te zijn met de veiligheid in de fabriek.
Naar aanleiding van deze ramp is het Bangladesh-akkoord gesloten. Volgens dit akkoord moet de veiligheid in kledingfabrieken sterk worden verbeterd. Meer dan 200 kledingmerken en vakbonden hebben het akkoord ondertekend.
Sindsdien is dankzij inspecties in de fabrieken en strengere veiligheidseisen de situatie sterk verbeterd. Rampen zoals in Rana Plaza hebben zich tot nu toe (anno 2022)niet meer voorgedaan.
Maar door een besluit van het Hooggerechtshof in Bangladesh dreigt er nu een streep door het akkoord te gaan. Joris Oldenziel, adjunct-directeur van het Bangladesh-akkoord, vindt dat zorgelijk. "Volgens de rechter moet de overheid van Bangladesh de controles op zich nemen, maar die is daar nog niet klaar voor. Er is pas sinds kort een overheidsdienst opgezet. Wij willen in Bangladesh blijven om de overheid te helpen."
Nadat het akkoord in het voorjaar van 2018 afliep, verlengden de betrokken vakbonden en bedrijven het met drie jaar. Ze deden dat ook, omdat de overheid van Bangladesh volgens hen nog niet klaar is om het werk over te nemen.
Maar het Hooggerechtshof heeft de inspecteurs van de organisatie achter het akkoord met ingang van eind november 2018 verboden om die kledingfabrieken binnen te gaan.
Ook Oldenziel is er nog niet gerust op. Hij zegt dat al hard is gewerkt aan de brand- en bouwveiligheid van de fabrieken, maar ook dat twee miljoen werknemers in de textielindustrie op termijn opnieuw gevaar koen. "Als de overheid nog niet klaar is om de inspecties over te nemen, dan is de kans groot (…) dat we weer afglijden naar de oude situatie. Er is dan geen akkoord dat de voortgang van verbeteringen blijft volgen en afdwingen.". En er “zitten nog een paar heel grote en belangrijke punten. Zoals branddetectie, brandblussystemen, sprinklers en rookmelders. Die zijn in de helft van de fabrieken nog niet volledig geïnstalleerd."
Ook voor de kledingmerken die zich bij het akkoord hebben aangesloten, heeft het gevolgen, zegt Oldenziel. "We bieden nu de garantie dat kleding in de fabrieken veilig wordt gemaakt, maar als we niet meer zelf in Bangladesh kunnen opereren, kunnen we daar niet meer zeker van zijn.”
Duizenden medewerkers uit de textielindustrie in Bangladesh protesteren een jaar na het ongeluk in Rana Plaza
Of de merken dan nog steeds hun kleding laten produceren in het land, moeten ze zelf bepalen. "(..) De kledingproductie blijft in Bangladesh sowieso bestaan, of dat nu is voor merken die zijn aangesloten bij het akkoord of voor andere merken."
Hij benadrukt dat het gebiedsverbod het Bangladesh-akkoord niet ongeldig maakt. "Ook als we het land worden uitgezet, zullen we doorgaan om het akkoord proberen te implementeren. Maar dat wordt wel moeilijker, omdat we dan geen eigen mensen meer hebben in Bangladesh."
Naar: https://nos.nl/nieuwsuur/artikel/2255917-opnieuw-vrees-voor-veiligheid-textielarbeiders-in-bangladesh.html