Nederland spreekt met de Nederlandse Antillen (inclusief Aruba) af, dat ze niet langer kolonie van Nederland zullen zijn, maar ook dat ze niet helemaal onafhankelijk worden. De eilanden krijgen zelfbestuur en worden een afzonderlijk land dat samen met Nederland deel uitmaakt van het Koninkrijk der Nederlanden. Nederland stelt met de Antillen en Suriname (op dat moment ook nog een kolonie van Nederland), een reglement op dat het 'Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden' heet. In december 1954 treedt dit statuut in werking. Op 1 januari 1986 wordt Aruba een apart land binnen het Koninkrijk. Op 10 oktober 2010 worden ook Curaçao en Sint Maarten aparte landen binnen het koninkrijk en worden de benaming van de Nederlandse Antillen opgeheven. Bonaire, Saba en Sint Eustatius worden Nederlandse gemeenten.
Gaat het goed met de economie van de zes eilanden, dan verhuizen maar weinig inwoners van deze eilanden naar Nederland. Maar gaat het slecht, dan proberen veel inwoners hun geluk in Nederland. Ze proberen te ontkomen aan werkloosheid en armoede. In Nederland hopen ze een nieuw en beter bestaan op te bouwen.
Zo is er na de sluiting van de Lago-raffinaderij op Aruba in 1985, die veel mensen werkloos maakt, een grote uittocht van Arubanen. En ook na 1998 gaat de economie op de zes eilanden een tijd lang achteruit. Het zijn vooral jongeren die verhuizen van de eilanden naar Nederland. Ze hebben het hier in de regel niet gemakkelijk. Velen van hen hebben de school niet afgemaakt en vinden moeilijk werk. Ze moeten rond zien te komen van een uitkering die voor Nederlandse begrippen laag is.
Voor een deel van die jongeren is misdaad een aanlokkelijk alternatief. Denk bijvoorbeeld aan smokkelen en handelen in drugs. Deze jongeren bezorgen de hele groep Caribische immigranten een slechte reputatie.
Maar armoede en werkloosheid zijn niet de enige redenen waarom bewoners van die zes eilanden naar Nederland verhuizen. Jongeren komen naar Nederland om hier te studeren. Ze kunnen na hun middelbare school op de eilanden niet altijd de opleiding volgen die ze willen. Er is weinig keuze bij hogere beroepsopleidingen en ook de universiteit van de Antillen biedt weinig studierichtingen om uit te kiezen. In Nederland kunnen ze wél de vervolgopleiding doen die ze willen.
Weer andere Antillianen gaan naar Nederland omdat ze daar familieleden hebben wonen. De meeste Antillianen weten hun draai te vinden in Nederland. Ze hebben zich vooral in Rotterdam gevestigd, maar ook in Den Haag en de Bijlmer wonen nu veel Antillianen.
Antilliaans zomercarnaval in Rotterdam 1984