In deze les ontdekken de leerlingen hoe de keuzes die ze maken bij het kopen van hun kleding, van invloed zijn op de omstandigheden waaronder die kleding wordt gemaakt. Als een kledingstuk opvallend laag geprijsd is, wijst dat er op dat het gemaakt is door iemand die er weinig aan verdient om van rond te kunnen komen en onder onder arbeidsomstandigheden die in ons land al lang tot het verleden behoren.
Plan van aanpak:
Voor deze les trekt u 1 lesuur uit.
De opdracht in de les bestaat uit twee gedeelten: het lezen van de bronnen (30 minuten) en een pamflet opstellen (20 minuten).
U laat eerst aan de klas de YouTube-video ‘Lisa’s eerste werkdag – Schone Kleren Campagne’ zien.
Daarna deelt u de klas in groepen van vier of vijf leerlingen in. De leerlingen van elke groep nemen samen de bronnen door. Het is heel wat leeswerk, dus is het zaak dat ze dat eerst zo gelijk mogelijk onder elkaar verdelen.
Daarna stellen ze samen een lijst van vijf goede arbeidsvoorwaarden op voor arbeiders in naaiateliers. Ze noteren die voorwaarden in aflopende volgorde van belangrijkheid.
Ze verwerken die voorwaarden in een pamflet waarin ze iedereen oproepen om voortaan alleen schone kleren te kopen. Als iedereen klaar is, kijkt u de pamfletten na.
Uitwerking:
Voorbeelden van goede arbeidsvoorwaarden waaronder naaiers en naaisters werken kunnen zijn:
- een goed geventileerde werkruimte, die zo nodig gekoeld kan worden;
- een werkruimte die voldoet aan de geldende veiligheidsnormen en die bij brand of enig ander soort ramp snel kan worden ontruimd;
- bescherming tegen stof en scherpe voorwerpen die bij het werk worden gebruikt, vooral naalden;
- een werkdag die niet langer is dan 8 uur, met in ieder geval een lunchpauze en in de ochtend en namiddag een korte pauze voor toiletbezoek en om wat te drinken;
- een werkweek van 40 uur of daaromtrent, met in ieder geval zondag vrij;
- voldoende vakantiedagen;
- mogelijkheid om jonge kinderen tijdelijk onder te brengen, voor zover er behoefte aan is;
- ouderschapsverlof zowel voor de vader als de moeder, met in ieder geval na de geboorte van een kind een ruime verloftijd;
- een goede collectieve ziektekostenverzekering, indien werknemers niet zelf een individuele ziekteverzekering kunnen afsluiten;
- doorbetaling van loon bij ziekte, vakantie of verlof;
- een vertrouwenspersoon bij wie je klachten over werkdruk, werkomstandigheden, gedrag van collega’s e.d. kwijt kunt;
- een ondernemingsraad met vertegenwoordiging van de werknemers (indien het bedrijf er volgens de wet groot genoeg voor is).
Deze les past bij:
Kerndoel 36: De leerling leert betekenisvolle vragen te stellen over maatschappelijke kwesties en verschijnselen en daarover een beargumenteerd standpunt in te nemen en te verdedigen, en daarbij respectvol met kritiek om te gaan.
Kerndoel 38: De leerling leert een eigentijds beeld van de eigen omgeving, Nederland, Europa en de wereld te gebruiken om verschijnselen en ontwikkelingen in hun omgeving te plaatsen.
Kerndoel 39: De leerling leert een eenvoudig onderzoek uit te voeren naar een actueel maatschappelijk verschijnsel en de uitkomsten daarvan te presenteren.
Kerndoel 46. De leerling leert over de verdeling van welvaart en armoede over de wereld; hij leert de betekenis daarvan te zien voor de bevolking en het milieu, en relaties te leggen met het (eigen) leven in Nederland.