Twee organisaties van de Verenigde Naties houden zich ieder op hun eigen manier bezig met biobrandstoffen.
De biobrandstoffenindustrie kan de honger en armoede verminderen als de productie in arme landen plaatsvindt, zei Jacques Diouf, toen de algemeen directeur van het de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties FAO. Biobrandstof kan klimaatverandering beperken en banen scheppen in arme gebieden.
Vooral voor ontwikkelingslanden zitten er volgens een VN-rapport dat rond 2010 verscheen veel voordelen aan biobrandstoffen. Meer dan 1 miljard mensen hadden geen toegang tot elektriciteit. Een sterke stijging van de olieprijzen in 2008 had ertoe geleid dat ontwikkelingslanden landen zes keer zoveel uitgeven aan brandstof als aan gezondheidszorg. Toenemend gebruik van biobrandstoffen kan voor financiële verlichting zorgen zolang de olieprijs hoog is.
Het International Panel on Climate Change IPCC houdt voor de VN bij hoe het klimaat op aarde aan het veranderen is en gaat na hoe het verder zal veranderen. He panel gaat ook na wat voor gevolgen dat heeft voor de landbouw, de natuur en de watervoorziening voor mensen wereldwijd. Naar aanleiding van wat het panel heeft ontdekt, namelijk dat de aarde grotendeels door menselijk handelen warmer wordt, hebben de meeste lidstaten in 2015 het Klimaatverdrag van Parijs getekend. Hiermee hebben ze beloofd ervoor te zorgen dat de aarde in 2100 hooguit met 1½ graad Celsius zal zijn opgewarmd ten opzichte van 1800.