Ieder jaar pakken honderdduizenden Nederlanders hun koffers en gaan erop uit. “Hoe verder weg, hoe beter”, lijkt daarbij soms het devies. Vijftien dagen zonnen op een strand in Thailand, een week mountainbiken in Oeganda of een cultuurreis door Midden-Amerika, niemand kijkt er tegenwoordig meer van op. En natuurlijk wordt er naar zulke bestemmingen met het vliegtuig gereisd.
Maar kun je niet net zo goed dichter bij huis, bijvoorbeeld binnen Europa, genieten van je vakantie? En zo ja, kun je dan ook met de trein naar je bestemming reizen in plaats van te vliegen? Dat zou goed zijn tegen opwarming van de aarde, voor behoud van de natuur en goed voor het milieu. En wat te denken van de auto, vooral als het een elektrische auto is of een auto die zowel op stroom als op benzine, diesel of LPG kan lopen? Deze soorten auto’s vervuilen minder en dragen ook minder bij aan de opwarming van de aarde dan gewone auto’s.
Of moeten we naar verre bestemmingen blijven vliegen zodat ontwikkelingslanden blijven verdienen aan het toerisme uit Nederland en andere rijke landen? Van die inkomsten zijn deze landen vaak sterk afhankelijk.
Daar gaan jullie in deze les goed over nadenken.
Daarna spelen jullie het inbelprogramma Stand.nl. onderdeel van Spraakmakers, dat NPO Radio 1 elke werkdag uitzendt van 09.30 tot 10.00 uur.
De stelling bij jullie aflevering van dit programma is: “We moeten afzien van vliegvakanties.”
Voor deze opdracht krijg je 75 minuten de tijd.
Eerst kijken jullie naar drie fragmenten uit een aflevering van ‘Zondag met Lubach’ uit 2019.
Daarna lees je zelfstandig de bronteksten. Je krijgt hier 45 minuten de tijd voor. Met de informatie uit de bronteksten en je eigen reiservaringen in je achterhoofd doe je met de hele klas mee aan de uitzending van Stand.nl. Die gaat 30 minuten duren.
Je leerkracht vraagt twee leerlingen om een inleidend praatje te houden. De ene leerling vertelt waarom die het eens is met de stelling. De andere leerling vertelt waarom die het oneens is met de stelling.
Daarna mogen de andere leerlingen hun mening geven over de stelling, die toelichten of een andere reactie geven op wat de twee leerlingen hebben verteld.
Je leerkracht let er wel op dat iedereen de kans krijgt om iets in te brengen in de uitzending. Hij of zij zal het op prijs stellen als jullie met respect met elkaar en met elkaars mening omgaat.
Na 25 minuten vraagt je leerkracht wie van jullie het eens is met de stelling en wie niet.
Kijk naar drie fragmenten uit de YouTube-video ‘Treinschaamte – Zondag met Lubach’:
1)
2)
3)
De toerismebranche heeft sinds de jaren zeventig van de vorige eeuw een enorme groei doorgemaakt.
Tot die tijd gingen mensen hooguit één keer per jaar op vakantie en dan ook nog eens dicht bij huis. Nu is het doodgewoon dat mensen twee of meer keer per jaar op vakantie gaan, waarvan één keer naar een ver en exotisch oord. En wie ver weg gaat, geeft tijdens de vakantie vaak ook veel geld uit. Dat levert voor de lokale bevolking in ontwikkelingslanden als Kenia veel werkgelegenheid en inkomsten op.
Als een toerist zijn reisbestemming heeft bereikt, wil hij zich vermaken. Hoe, hangt een beetje van het type toerist af:
Zontoeristen:
De zontoerist zoekt een bestemming met veel zon en mooie stranden. In de buurt wil hij graag lekker kunnen eten en zich vermaken met het kijken naar andere mensen. Af en toe een uitstapje maken vindt de zontoerist wel leuk, maar het moet niet te vermoeiend zijn. De zontoerist wil vooral lekker luieren aan het strand of aan de rand van het zwembad. Zo komt dit type toerist tot rust.
Avontuurlijke toeristen:
De avontuurlijke toerist komt niet voor zon en rust, maar voor cultuur en natuur. Avontuurlijke toeristen bezoeken wildparken, bergachtige streken met watervallen en snelstromende rivieren of andere plekken met natuurschoon. Met hun smartphones schieten ze mooie plaatjes en maken ze filmopnames die ze vervolgens naar hun vrienden en kennissen opsturen.
Echte avonturiers trekken met een rugzak, een mountainbike of met een terreinwagen rond. Ze zijn doorgaans ook geïnteresseerd in de cultuur en de mensen van het land. Tot welke volken horen ze? Wat voor feesten en tradities kennen ze? Zijn er in het land mooie gebouwen en andere monumenten te vinden?
Mensen op zakenreis:
Landen waar veel toeristen naartoe gaan, krijgen ook bezoek van veel zakenmensen die die daar een congres bezoeken of ander werk doen. Ze zijn niet zo geïnteresseerd in toeristische activiteiten, maar verblijven wel graag in een goed hotel dat van alle gemakken is voorzien. Zo verdient de horeca in ontwikkelingslanden niet alleen aan het toerisme, maar ook aan mensen die zaken komen doen in deze landen.
De afgelopen jaren hebben autofabrikanten auto’s op de markt gebracht die op stroom lopen of hybride zijn. Hybride auto’s zijn auto’s die zowel op stroom als een autobrandstof lopen. Ook worden steeds meer laadpalen geplaatst waar je de batterijen van je elektrische auto kunt opladen.
Mensen die zich zorgen maken over de opwarming van de aarde en over luchtvervuiling door voertuigen die op benzine, LPG of diesel lopen, juichen dit toe. Ook sommige politici vinden dit om dezelfde redenen prima. In Nederland en andere landen kun je soms geld krijgen van de overheid als je een elektrische auto koopt.
Met je al of niet klimaatvriendelijke en schone auto kun je makkelijker je vakantiebestemming bereiken dan met de trein of het vliegtuig. Je stapt voor je deur in en stapt voor de deur van je vakantiebestemming uit. Als je per trein of vliegtuig reist, ligt dat anders. Als je gaat vliegen, ben je bij vertrek en aankomst op een vliegveld ook vaak veel tijd kwijt bij het in- en uitchecken.
En met de trein naar het buitenland reizen, blijkt ook vaak duur en tijdrovend. Hoe dat komt, heb je in de filmfragmenten in ‘KIJK NAAR’ gezien.
Maar met de auto op vakantie gaan, heeft ook een schaduwzijde.
In de winter-, krokus- en zomervakantie is het op bepaalde dagen druk op autowegen in Europa. Dan gaan veel mensen tegelijk met de auto op reis naar hun vakantiebestemming of terug naar huis. Daardoor ontstaan lange files. Lang In een file zitten kost veel tijd en is vooral onprettig en zelfs gevaarlijk als het erg warm en zonnig weer is.
Daarom raadt de ANWB vakantiegangers aan om die drukke dagen te mijden en in de zomervakantie om bij warm weer ‘s nachts te reizen. Overdag bestaat het gevaar dat het te heet wordt in de auto, bijvoorbeeld als je in een file terechtkomt. Als je dan niet genoeg drinkt, loop je kans uit te drogen. Vooral mensen op leeftijd kunnen dan zodanig uit te drogen dat ze er ziek van worden. Op drukke dagen met zonnig en warm weer wordt mensen die per auto op reis gaan dan ook aangeraden voldoende drinken mee te nemen.
Bij Ouagaoudou, de hoofdstad van Burkina Faso, een land in West-Afrika, ligt een internationaal vliegveld. De regering wil dit vervangen door een nieuw vliegveld. Dat maakte Gilbert Noël Ouédraogo, de toenmalige de minister van Transport in 2007 bekend. Het nieuwe vliegveld heef al een naam: Ouagadougou-Donsin Airport. Het wordt aangelegd op een terrein ongeveer 35 kilometer ten noordwesten van Ouagadougou, niet ver van het dorp Donsin. Het zal een oppervlakte beslaan van 35 vierkante kilometer.
Een vliegtuig dat niet meer in gebruik is staat aan de rand van het oude vliegveld
Eigenlijk had het nieuwe vliegveld al in 2018 klaar moeten zijn, maar op moment van schrijven is het nog steeds niet klaar. Wel heeft de Wereldbank van de Verenigde Naties de regering een lening gegeven van $85 miljoen om een deel van de kosten van de aanleg, in totaal $618 miljoen te dekken.
De aanleg van het vliegveld verloopt in twee fasen.
Tijdens de eerste fase worden op het nieuwe vliegveld alle voorzieningen opgezet die nodig zijn om alle diensten over te nemen die het oude vliegveld levert. Wie wel eens op Schiphol is geweest of op een ander internationaal vliegveld, kan zich indenken wat voor voorzieningen dat zijn.
Zo wordt er een landingsbaan aangelegd van 3.500 meter lang. Dat is 500 meter langer dan de landingsbaan van het oude vliegveld. Indien nodig kan de landingsbaan op het nieuwe vliegveld worden verlengd tot 4.000 meter. Een landingsbaan van 3.000 meter lang is in principe lang genoeg voor alle bestaande typen vliegtuigen om op te kunnen landen. Maar de extra lengte van 500 of 1.000 meter is handig als je er ook buitengewoon zwaarbeladen vrachtvliegtuigen op wil laten landen. Tijdens de eerste fase wordt alvast extra ruimte gemaakt voor een tweede landingsbaan. Die kan worden aangelegd als het vliegverkeer zodanig in omvang toeneemt dat die tweede baan nodig is.
De tweede fase staat op moment van schrijven gepland voor de periode 2026–2030. Dan wordt het vliegveld uitgebreid om in te spelen op verdere groei van het vliegverkeer. Maar op moment van schrijven is alleen de financiering van de eerste fase rond.
Volgens de Wereldorganisatie voor Toerisme van de Verenigde Naties UNWTO is toerisme het reizen met recreatieve of zakelijke doeleinden.
Toeristen zijn volgens de definitie van UNWTO mensen:
- die buiten de eigen omgeving reizen;
- gedurende niet meer dan één opeenvolgend jaar;
- voor vrije tijd, zaken en andere doeleinden;
- maar niet om ergens anders te werken.
UNWTO, gevestigd in Madrid, streeft ernaar meer werk voor mensen te creëren en de groei van de economie te versterken door de toeristenbranche te ontwikkelen. Daarmee wil UNWTO ook het milieu en cultureel erfgoed beschermen, de vrede en respect voor de mensenrechten bevorderen en voor meer welvaart zorgen.
In deze rol besteedt de organisatie met name aandacht aan onderwerpen op het gebied van toerisme in ontwikkelingslanden.
UNWTO is actief op de volgende gebieden:
- het verlenen van technische assistentie en bevorderen van internationale samenwerking bij de ontwikkeling van de toeristenbranche in ontwikkelingslanden;
- het opleiden van horecapersoneel, management van toeristisch georiënteerde instellingen en het geven van adviezen op het gebied van milieuvraagstukken;
- de uitvoering van marktonderzoeken, haalbaarheidsonderzoeken en de samenstelling van reispakketten.
Aan toerisme valt veel te verdienen, niet in het minst door ontwikkelingslanden. Die landen kunnen inkomsten uit het toerisme goed gebruiken. Maar vanuit Europa en rijke landen elders zijn ontwikkelingslanden vaak alleen door de lucht snel en gemakkelijk te bereiken.
Maar reizen per vliegtuig veroorzaakt milieuvervuiling en draagt bij aan de uitstoot van CO2, het gas dat voor het broeikaseffect in de dampkring van de aarde zorgt. Hoe meer CO2 er in de dampkring wordt, hoe sterker dat broeikaseffect wordt en hoe sneller de aarde opwarmt.
Moeten we dan maar dichter bij huis op vakantie gaan en het vliegtuig als vervoermiddel vaker inruilen voor trein of auto? Dat zou helpen tegen vervuiling en opwarming van de aarde, maar daarmee zou je ontwikkelingslanden die sterk afhankelijk zijn van inkomsten uit toerisme tekort doen.
Leerlingen kunnen in deze les nadenken over de vraag welk belang het zwaarste weegt, dat van milieu en klimaat of dat van ontwikkelingslanden. Daarbij wordt ze gevraagd de voors en tegens van reizen per auto of spoor mee laten wegen
Plan van aanpak:
Voor deze les trekt u 75 minuten uit. Hiervan is 45 minuten voor het lezen van de bronteksten en 30 minuten voor het klassikaal spelen van het inbelprogramma Stand.nl.
Dit programma wordt elke werkdag van 09:30 tot 10:00 uur uitgezonden op NPO Radio 1 tijdens het programma Spraakmakers.
De stelling bij deze aflevering van dit programma is: “We moeten afzien van vliegvakanties.”
Laat aan de klas drie fragmenten zien uit een aflevering van Zondag met Lubach uit 2019 getiteld ‘Treinschaamte – Zondag met Lubach’ .
Daarna laat u de leerlingen de bronteksten individueel lezen. Als iedereen klaar is met lezen, vraagt u twee leerlingen om als gast in de uitzending op te treden. Zelf speelt u de rol van moderator in de uitzending. De ene leerling verdedigt de stelling in een kort praatje. Daarna vertelt de andere leerling waarom die het niet eens is met de stelling.
Dan mogen de andere leerlingen hun mening over de stelling geven, die mening toelichten of een reactie geven op wat de twee gasten in de uitzending hebben verteld. U let erop dat iedereen in de klas de ruimte krijgt om zijn of haar bijdrage aan de uitzending te leveren. Let er ook op dat de leerlingen met respect voor elkaar en elkaars mening omgaan.
Ruim de laatste vijf minuten van de uitzending in voor een stemming onder de leerlingen. Wie is het eens met de stelling en wie niet?
Extra informatie:
Informatie over elk Afrikaans land apart is te vinden op https://www.africaserver.nl/.
Deze les past bij:
Kerndoel 36: De leerling leert betekenisvolle vragen te stellen over maatschappelijke kwesties en verschijnselen en daarover een beargumenteerd standpunt in te nemen en te verdedigen, en daarbij respectvol met kritiek om te gaan.
Kerndoel 38: De leerling leert een eigentijds beeld van de eigen omgeving, Nederland, Europa en de wereld te gebruiken om verschijnselen en ontwikkelingen in hun omgeving te plaatsen.
Kerndoel 39: De leerling leert een eenvoudig onderzoek uit te voeren naar een actueel maatschappelijk verschijnsel en de uitkomsten daarvan te presenteren.
Kerndoel 46: De leerling leert over de verdeling van welvaart en armoede over de wereld, hij leert de betekenis daarvan te zien voor de bevolking en het milieu, en relaties te leggen met het (eigen) leven in Nederland.
- De leerlingen kunnen uitleggen wat toerisme is en meerdere typen toeristen benoemen.
- De leerlingen kunnen uitleggen welke rol het luchtverkeer speelt bij het internationale toerisme.
- De leerlingen kunnen uitleggen wat voor invloed het gebruik van vliegtuig, trein en auto heeft op het milieu en het klimaat op aarde.
- De leerlingen hebben gezien dat ontwikkelingslanden er baat bij hebben als er veel toeristen uit rijke landen er hun vakantie doorbrengen.
- De leerlingen kennen globaal de rol van de Verenigde Naties bij het bevorderen van het internationaal toerisme.
De leerlingen hebben de opdracht in de les goed gemaakt als ze elkaar en elkaars mening met respect behandelen, elkaar de ruimte geven om iets te zeggen over de stelling in de uitzending en bij het onderbouwen van hun beweringen en reacties uitgaan van feitelijk juiste informatie die bovendien te maken heeft met de inhoud van de les.