In Nederland wonen een aantal bevolkingsgroepen, die elk hun eigen geloofsovertuiging hebben, en daarmee ook hun eigen feesten. Vijf van die religies worden ‘wereldgodsdiensten’ genoemd omdat ze een belangrijke stempel hebben gedrukt en nog steeds drukken op het dagelijks leven in een groot aantal landen van de wereld. Dat zijn het hindoeïsme, de islam, het christendom, het jodendom en het boeddhisme.
Je bekijkt een van de films en geeft antwoord op de volgende vragen:
- Waar draait het om bij de feest- of gedenkdag waar de film over gaat?
- Waarom is de feest- of gedenkdag een godsdienstig feest?
- Waarom zou je dit feest immaterieel cultureel erfgoed kunnen noemen dat bescherming moet krijgen door de organisatie voor onderwijs, wetenschap en cultuur van de Verenigde Naties UNESCO (zie de bron ‘Wat doen de VN?’)?
Daarna zoek je in de lijst ‘Kalender van religieuze feest- en gedenkdagen’ een ander feest op dat bij dezelfde godsdienst hoort. Dit feest onderzoek je aan de hand van dezelfde vragen.
Over de feesten die je hebt onderzocht, maak je een presentatie. Dat mag een artikel zijn, een powerpointpresentatie of een podcast.