Het toekomstige klimaat in Nederland


scenariosNederlandse zomers zullen droger worden en de winters natter. Dat als gevolg van de wereldwijde opwarming door de uitstoot van fossiele brandstoffen. Dat blijkt uit klimaatscenario's die het KNMI in oktober 2023 heeft uitgebracht. Het KNMI heeft de kennis van het meest recente rapport van het VN-klimaatpanel IPCC vertaald naar de situatie in Nederland. Zelfs in het meest optimistische scenario zijn de gevolgen voor Nederland groot.

Naast het gegeven dat de zomers droger en de winters natter worden, zullen in alle scenario's de temperatuur (tussen 0,8 en 4,0o C) en de zeespiegel stijgen en krijgen we te maken met meer extreem weer. 

 


 

opdrachtWat betekenen deze klimaatscenario's voor het dagelijks leven in Nederland in 2050 en in 2100? In het eerste geval duurt het zo'n 25 jaar voordat het zover is. Maar waarom moeten we nu al beginnen om de redenen van de klimaatverandering zoveel mogelijk aan te pakken? En hoe vinden we oplossingen voor de gevolgen van de klimaatverandering, dat wil zeggen voor de problemen die ondanks onze inspanningen op ons afkomen?

Dat is aan jullie om te ontdekken.


 

werkinuitvoeringVoor deze opdracht krijg je 2 lesuren de tijd. Je doet de opdracht in tweetallen.

In de eerste les kijken jullie naar de twee video's van het KNMI over de klimaatscenario's. Vervolgens bekijken jullie de vijf bronnen die de gevolgen van de klimaatverandering in beeld brengen: de zeespiegelstijging, de hitte, de droogte, de overstromingen en het extreme weer.

In de tweede les beschrijven jullie in een pagina van een dagboek een dag uit het leven van iemand in 2050 (in de ik-vorm) of je schrijft als freelancer een artikel voor een dagelijkse krant. Jullie beschrijven voor een dagblad een dag die te maken heeft met minimaal twee natuur'rampen' ten gevolge van de opwarming van de aarde. Uiteraard kun je niet én met droogte én tegelijk met overstromingen opm dezelfde plek te maken hebben. Daarbij schrijf je ook in een paragraaf van je tekst hoe deze rampen hebben kunnen plaatsvinden en hoe we toekomstige rampen kunnen proberen te voorkomen.

Veel succes!


 
Kijk naar de vier klimaatscenario's die het KNMI heeft uitgebracht:


Daarbij geeft het KNMI drie voorbeelden die helpen om de CO2-uitstoot te verlagen:

 


 
Kijk naar de YouTube-video over de zeespiegelstijging van het KNMI. Er zijn drie redenen voor die stijging:

De stijging was de afgelopen jaren al zichtbaar. Tussen 1890 en 1993 steeg de zeespiegel met 1,8 mm per jaar. Tussen 1993 en 2021 was die stijging 2,9 mm per jaar. Nu gaan we uit van 4 mm per jaar. Dat lijkt niet veel, maar over 100 jaar opgeteld is dat 40 cm. Die 40 cm komt voort uit het lage-uitstoot-scenario. Volgens het hoge-uitstoot-scenario kan dat oplopen tot wel 124 centimeter.

Maar het kan nog erger worden: als de ijskap van Antartica instabiel wordt, kan de zeespiegel wel stijgen met 2,5 meter. Met een stijging van meer dan 2 meter kan de helft van ons land onder water komen te staan. We zouden dan de dijken moeten verhogen of zoeken naar andere oplossingen. Het is daarom zaak dat we het klimaatbeleid nog verder verbeteren. 

 


 
Wanneer spreken we van een hittegolf? Het KNMI legt uit:

Op 24 juli 2019 werd voor het eerst in Nederland een temperatuur van meer dan 40 graden gemeten, in Zeeland, Limburg, Noord-Brabant, Gelderland en Overijssel. Het heetst was het op die dag in Gilze-Rijen: 40,7 graden Celsius.

Die hitte leidde tot uitgevallen treinseinen en -wissels. Er reden minder treinen en de reizigers van de Thalys naar Parijs of Londen strandden.
Niet alleen mensen, maar ook dieren hebben last van de hitte. Dit geldt in het bijzonder voor vogels met jongen, die niet ver uit de buurt van hun nest willen gaan. "Vogels die zich onder dakpannen of in nestkasten vestigen lopen extra gevaar. Het kan extreem heet worden op die plekken", aldus het KNMI.

Een temperatuur van meer dan 40 graden is nog maar één keer in Nederland gemeten, maar door de opwarming van het klimaat zijn hittegolven met temperaturen van meer dan 40 graden bijna elke zomer aan het einde van deze eeuw 'normaal'.

 

 


 
Jaarlijks begint op 1 april in ons land het droogteseizoen. Rond die tijd stijgen de watertemperaturen en gaan bomen en andere planten weer sneller groeien. De vraag naar water en daarmee de kans op watertekorten neemt dan toe. Er is een watertekort als er minder water is dan nodig. Bijvoorbeeld als er in Nederland weinig regen valt en er ook weinig water via de Rijn en Maas ons land binnenkomt.

We zijn voor de watervoorziening afhankelijk van regenwater en van de wateraanvoer vanuit de Rijn en de Maas. De rivieren voeren water (smeltwater en neerslag) aan uit andere landen. Het rivierwater stroomt naar de lager gelegen delen van Nederland. We kunnen het dus niet zomaar overal heen leiden.

Niet op alle plaatsen in Nederland valt evenveel neerslag. Het neerslagpatroon kan jaarlijks variëren. De aanpak van droogte verschilt daarom per regio en van jaar tot jaar.

droogte

Nederland warmt op. En er valt in sommige jaren véél minder regen, zowel hier als over de grens, waardoor ook de grote rivieren minder water inbrengen. Het gevolg: droogte en watertekorten. Maar water hebben we nodig! Om te drinken, voor de land- en tuinbouw, voor de industrie, voor de natuur, maar ook om het zoute zeewater terug te dringen.

Droogte én hitte zijn ook de genadeklap voor verschillende diersoorten. Zo kan de kleine heivlinder nauwelijks nectar vinden, omdat bloemen niet tot bloei komen op de extreem droge hoge zandgronden van Nederland. In 2018 overleefde een groot aantal van de rupsen het niet door het gebrek aan voedsel.

"Ook de das verkeert in de problemen", zegt boswachter Ruben Vermeer. "Het dieet van de das bestaat voor het overgrote deel uit regenwormen. Deze graven zich nu zo diep in het zand op zoek naar water, dat de das ze niet kan vinden."

In elk scenario van het KNMI moet Nederland in de toekomst rekening houden met nog meer droogte! 

 


 
Nederland is een delta. Dit betekent dat grote delen van ons land onder de zeespiegel liggen. Grote rivieren zoals de Rijn, de Maas en de Westerschelde stromen door ons land en monden in de Noordzee uit. Er is kans op overstromingen en op wateroverlast, ook door dijkbraken. Als er stroomafwaarts meer neerslag valt of er meer smeltwaters van gletsjers naar Nederland komt, komt er een toename van de piekafvoer in Nederland. Dat was het geval in de zomer van 2021, toen in Limburg de Geul buiten de oevers trad. Als de zeespiegel stijgt, kunnen we extra water in de rivieren ook nog moeilijker in zee kwijt.

De YouTube-video 'Overstroming Nederland 2021' geeft de situatie aan op twee verschillende dagen vanaf exact dezelfde locatie. 
Links zie je de overstroming van 14 juli 2021 en rechts de situatie van 25 juli van dat jaar, toen in Limburg de Geul en de Gulp buiten hun oevers traden. De video laat goed zien hoe krachtig een overstroming kan zijn. In 2021 zijn er in het Geuldal en het Gulpdal geen gewonden gevallen. Op dezelfde dag kwamen in Duitsland meer dan 180 mensen om het leven bij grote overstromingen in Noordrijn-Westfalen en Rijnland-Palts. Huizen, bruggen en wegen werden compleet weggevaagd. 

Door overstromingen kan de stroom uitvallen, met alle vervelende gevolgen die daar bij horen. Je kunt dan niet meer bellen voor hulp. De verwarming houdt er mee op, waardoor je onderkoeld kunt raken. De koelkast werkt niet meer waardoor eten bederft.

Drinkwaterbronnen kunnen besmet raken omdat vuil water zich mengt met schoon water. Schoon drinkwater kan hierdoor tijdelijk niet meer beschikbaar zijn. De overheid kan dan mensen adviseren om te vertrekken. Als water op straat zich mengt met rioolwater en vuil op straat kunnen allerlei ziektes uitbreken.

Daarnaast kun je verdrinken door contact met het (soms snelstromende) water.

 


 
Extreme kou of hitte, veel regen, windstoten, hevig onweer, veel sneeuw of ijzel. In Nederland hebben we steeds vaker te maken met extreme weersomstandigheden. Computerberekeningen laten zien dat het klimaat in de 21e eeuw nog extremer wordt. Extreem koude winters worden zeldzamer en hittegolven komen vaker voor. Het is de vraag of we nog ooit een Elfstedentocht zullen hebben. De laatste keer dat deze tocht geschaatst kon worden, was op 4 januari 1997.

Drie gemeenten van Nederland in het Caribisch gebied lopen extra gevaar. Het gaat om de BES-eilanden: Bonaire, Sint-Eustatius en Saba. Het wordt daar in alle klimaatscenario's van het KNMI heter en droger. Met name Sint-Eustatius en Saba zullen vaker met zwaardere orkanen te maken hebben.

Na een vroege start in mei van het orkaanseizoen in Caribisch Nederland, werd het op de Atlantische Oceaan een behoorlijk actief seizoen. Met 21 stormen belandt 2021 op de derde plaats sinds het begin van de metingen in de jaren '80 van de vorig eeuw. Gelukkig bleven de BES-eilanden gespaard en trokken de stormen op veilige afstand voorbij. 

stormirmaSchade ten gevolge van Storm Irma op Sint Maarten

Minder goed liep het in 2017op het eiland Sint Maarten, ook een eiland van het Koninkrijk der Nederlanden, af. Zo werd in september het eiland getroffen door orkaan Irma, op dat moment een orkaan van de sterkste categorie. Er waren vier slachtoffers te betreuren aan Nederlandse zijde van het eiland en elf aan Franse zijde. De totale schade werd geschat op 6,5 miljard dollar. Ook op Saba en Sint-Eustatius was er overlast en schade door Irma.

 


 
Op 9 oktober 2023 heeft het KNMI vier klimaatscenario's gepresenteerd. De vier nieuwe scenario's schetsen hoe het toekomstige klimaat in Nederland eruit kan zien. Dat zou groot nieuws hebben moeten zijn, ware het niet dat dit nieuws ondersneeuwde door de aanval van Hamas op Israël van 7 oktober, twee dagen eerder.  

Met behulp van klimaatmodellen zijn de gevolgen van de uitstoot van broeikasgassen door mensen op het toekomstige klimaat in Nederland berekend. De KNMI’23-klimaatscenario’s bestaan uit vier paden die een mogelijk toekomstig klimaat in Nederland rond 2050, 2100 en 2150 beschrijven. De scenario’s zijn gebaseerd op de hoeveelheid uitstoot van broeikasgassen (en daarmee de wereldwijde opwarming) en de mate van neerslagverandering in Nederland. De vier scenario’s geven als het ware de hoekpunten waarbinnen het Nederlandse klimaat in de toekomst waarschijnlijk zal veranderen. Zo weten we hoe door klimaatverandering het Nederlandse weer zal veranderen.

uitwerking scenarios

Van Aalst: “Door de nieuwe klimaatscenario’s weten we welke veranderingen we kunnen verwachten, zodat we ons kunnen aanpassen aan een warmer klimaat met meer extremen en een hogere zeespiegel. Ook geven we aan welke gevolgen we nog kunnen voorkomen door de uitstoot van broeikasgassen te beperken. Onze keuzes van vandaag bepalen de risico's waar huidige en toekomstige generaties mee te maken krijgen.”

Plan van aanpak
U heeft twee lesuren voor de opdracht. Verdeel de klas in tweetallen. In de eerste les zijn er voor de opdracht zes bronnen en vier hebben één of meer video's. In de tweede les schrijven de leerlingen een artikel voor een krant (of schoolkrant?) of voor hun dagboek. Daarbij moeten ze minimaal twee natuur'rampen' (bijvoorbeeld hitte én droogte of overstromingen én extreem weer (zoals een storm)) die tegelijk plaatsvinden beschrijven. In hun artikel moeten ze ingaan op de vraag waardoor deze rampen hebben plaatsgevonden en op de vraag hoe toekomstige rampen zoveel mogelijk kunnen worden voorkomen.

Bespreek enkele artikelen met de hele klas.

Kerndoelen
39. De leerling leert een eenvoudig onderzoek uit te voeren naar een actueel maatschappelijk verschijnsel en de uitkomsten daarvan te presenteren.

42. De leerling leert in eigen ervaringen en in de eigen omgeving effecten te herkennen van keuzes op het gebied van werk en zorg, wonen en recreëren, consumeren en budgetteren, verkeer en milieu.

 

 


 

  • De leerling kent de vier klimaatscenario's die het KNMI in 2023 heeft gepresenteerd.
  • De leerling kan enkele voorbeelden noemen vanmaatregelen die helpen om de CO2-uitstoot te verlagen.
  • De leerling kan enkele gevolgen van de klimaatverandering beschrijven, zoals de zeespiegelstijging, de hitte, de droogte, de overstromingen en het extreme weer.
  • De leerling kan deze gevolgen 'vertalen' naar een artikel over het dagelijkse leven in 2050, waarin deze gevolgen zichtbaar zijn.

 


 
De leerlingen hebben de opdracht goed uitgevoerd als ze de gevolgen van de klimaatverandering in goed Nederlands hebben kunnen vertalen naar een (kranten)artikel of een dagboekfragment waarbij er aandacht is voor oorzaken, gevolgen en mogelijke oplossingen.

 

 

verwante lessen

Login Form