Satellieten - Kunstmanen - bron: weersatelliet


Om een min of meer betrouwbare weersverwachtingen te maken, wordt gebruik gemaakt van satellieten die het weer op aarde bekijken en meten.
Die satellieten noemen we weersatellieten of weerkunstmanen.

Ze zijn er in twee soorten:

1) Weersatellieten in een geostationaire baan (wat dat is, heb je in de bron 'Wat is een satelliet?' gezien). Zij hangen op grote afstand van de aarde en altijd boven dezelfde plek op de evenaar. Daardoor kunnen ze het weer op bijna de helft van het aardoppervlak 24 uur per dag in de gaten houden. De satellieten zenden afbeeldingen en andere gegevens naar weerinstituten op aarde, zoals het KNMI.

Ook zenden ze gegevens over temperatuur, windrichting enzovoort die komen van boeien in zee en van onbemande meetstations in dunbevolkte gebieden op land door naar die weersinstituten.

Hieronder zie je weergegevens van een satelliet die vast boven Nederland hangt:

2) Weersatellieten in een lage baan rond de aarde met een min of meer rechte hoek met de evenaar. Deze satellieten kunnen wel degelijk het weer op alle plekken op aarde even goed waarnemen en meten. Ook deze satellieten zenden hun beelden en meetgegevens naar weerinstituten. Nadeel is wel dat elke plek op aarde maar even bekeken kan worden en daarna een hele tijd niet, tot de satelliet weer over dezelfde plek vliegt. Daar staat tegenover dat deze satellieten scherpere beelden van wolken, buien en stormen kunnen maken dan weersatellietenin een geostationaire omloopbaan.



Niet alleen weerinstituten krijgen informatie over het weer via deze twee soorten weersatellieten. Ook weerkundigen die voor een omroep werken doen dat bijvoorbeeld.

 

verwante lessen

Login Form