Vegetarisme tegen stikstof


Nederland heeft al jaren een stikstofprobleem. Sinds 2019 noemen natuurbeschermers, milieuactivisten en sommige politici dit probleem een crisis. Die moet volgens (voormalige) minister Christianne van der Wal van Natuur en Stikstof dringend worden aangepakt. Dat heeft ze in juni 2022 bekendgemaakt.

Dit voornemen stuit op verzet van boeren, en dan vooral van boeren die aan intensieve veeteelt doen. Die zeggen dat ook de bouw, het wegvervoer, de luchtvaart en andere economische activiteiten hebben bijgedragen aan het probleem.

proudBoerenprotest in Den Haag in 2019

Natuurbeschermers en milieuactivisten juichen het voornemen van de minister juist toe.

 


 
opdrachtDe discussie over hoe het stikstofprobleem moet worden aangepakt, speelt al jaren. Daarbij blijft onderbelicht dat wij burgers zelf bijdragen aan het stikstofprobleem door datgene wat we consumeren.

Zou het helpen als we met zijn allen min of meer vegetariër worden, of zelfs veganist?

Dat zoeken jullie uit in deze les.

Daartoe leren jullie:

  • Wat vegetarisme en veganisme zijn;
  • Wat het probleem is met de stikstof in Nederland;
  • Waarom dit probleem in 2019 uitgeroepen is tot een crisis;
  • In hoeverre mensen die vegetariër of veganist zijn, bijdragen aan de oplossing van het stikstofprobleem, en
  • Welke andere argumenten er aan te voeren zijn om vegetariër of veganist te worden.

 


 
werkinuitvoeringeenuurVoor deze opdracht krijg je 1 lesuur de tijd. 

Kijk eerst naar de film in Bron: Harde ingrepen. Hier krijg je 5 minuten voor.

Neem daarna met een klasgenoot de andere bronnen door. Neem daar 20 minuten de tijd voor.

Als je de bronnen hebt geraadpleegd, ga je voor jezelf na of je het eens of oneens bent met de volgende stelling:

‘Minder of geen vlees en andere dierlijke producten meer gebruiken is cruciaal om het stikstofprobleem in Nederland op te lossen.’

De leerkracht vraagt de leerlingen of ze het eens zijn met die stelling of niet.
Hij of zij houdt het aantal eens-stemmers en het aantal oneens-stemmers bij en maakt de uitslag van de stemming bekend.

De les wordt daarna afgesloten met een paneldiscussie over deze stelling.Deze activiteit gaat 15 minuten duren.

Eerst vraagt je leerkracht twee leerlingen om samen een panel te vormen.

De ene leerling neemt het standpunt in van iemand die het eens is met de stelling. De andere leerling neemt het standpunt in van iemand die het oneens is met de stelling. Zij baseren hun standpunt zo veel mogelijk op grond van de informatie die ze gekregen hebben uit de bronnen in de les.

Ten slotte vraagt hij of zij of er leerlingen zijn die tijdens de paneldiscussie van mening zijn veranderd over de stelling. Als dat het geval is, vraagt de leerkracht aan hen waarom ze van mening zijn veranderd.

 


 
In juni 2022 maakte Christianne van der Wal, toenmalige minister van Natuur en Stikstof, bekend in welke mate de stikstofneerslag bij natuurgebieden in 2030 moet zijn teruggebracht. Dat kwam hard binnen in de Gelderse Vallei. Dat laat deze YouTube-video zien ‘Stikstofplannen bekend, harde ingreep in Gelderse Vallei’:

 


 
Hoe is het nu met het probleem van de stikstof in Nederland? Welke rol speelt de landbouw bij het ontstaan van dit probleem. En waarom is dat probleem in 2019 extra nijpend geworden voor Nederlandse overheden en (een deel van) het bedrijfsleven?

Dat wordt allemaal uitgelegd in deze YouTube-video uit 2019 ‘Waarom stikstof Nederland in z’n greep heeft':

 


 
Veehouders hebben een punt als ze zeggen dat zij niet als enigen het stikstofprobleem moeten helpen oplossen. Waarom, dat zie je in onderstaande grafiek:

stikstof

 


 
Nederland kent 162 Natura 2000-gebieden. Dit Natura 2000-netwerk bestaat uit gebieden die zijn aangewezen onder de Vogelrichtlijn en onder de Habitatrichtlijn. Beide Europese richtlijnen zijn belangrijke instrumenten om de Europese biodiversiteit te waarborgen. Alle gebieden zijn geselecteerd op grond van het voorkomen van soorten en habitattypen die vanuit Europees oogpunt bescherming nodig hebben. 

natura2000

 


 
De rol van vegetarisme en veganisme word je uitgelegd in deze twee SchoolTV-video's:

‘Iedereen vegetariër- Wat als heel Nederland geen vlees meer eet?’ 
Kijk tot 4,50 minuten “over de vleesindustrie”:


‘Clipphanger – Wanneer ben je veganist?’:

 


 
Nederland heeft een stikstofprobleem. Sinds 2019 spreken natuurbeschermers, milieuactivisten en sommige politici van een stikstofcrisis. Dat wil (voormalige) minister Christianne van der Wal van Natuur en Stikstof hard gaan aanpakken. Dat maakte ze in juni 2022 bekend.

Haar voornemen stuit op verzet van boeren, en dan vooral van boeren die aan intensieve veeteelt doen. Die vinden dat ook andere economische sectoren moeten helpen het probleem op te lossen en dat natuurbehoud wel erg sterk de nadruk krijgt bij de aanpak van het probleem. Natuurbeschermers en milieuactivisten zijn juist blij met dit voornemen.

In de discussie over de aanpak van het stikstofprobleem blijft de vraag onderbelicht of wij als consumenten kunnen helpen dit probleem op te lossen. Immers: we gebruiken veel producten afkomstig uit de intensieve landbouw.

Over die vragen buigen leerlingen zich in deze les.

Plan van aanpak
Voor deze les trekt één lesuur uit.

Eerst laat u de leerlingen de video Harde ingrepen zien. Trek er 5 minuten voor uit.

Daarna laat u de leerlingen in tweetallen de andere bronnen in de les doornemen. Trek er 20 minuten voor uit.

De leerlingen gaan daarbij na:

  • Wat vegetarisme en veganisme zijn;
  • Wat het probleem is met de stikstof in Nederland;
  • Waarom dit probleem in 2019 uitgeroepen is tot een crisis;
  • In hoeverre mensen die vegetariër of veganist zijn, bijdragen aan de oplossing van het stikstofprobleem, en
  • Of er ook andere argumenten zijn aan te voeren zijn om vegetariër of veganist te worden.

Na het bestuderen van de bronnen gaan alle leerlingen voor zichzelf na of ze het eens of oneens zijn van de volgende stelling:

‘Minder of geen vlees en andere dierlijke producten meer gebruiken is cruciaal om het stikstofprobleem in Nederland op te lossen.’

Vervolgens vraagt u hoeveel leerlingen het eens zijn met de stelling en hoeveel leerlingen het er oneens mee zijn. Houd bij hoeveel leerlingen het er mee eens zijn en hoeveel het er mee oneens zijn. Maak de uitslag van deze stemming bekend.

U sluit de les af met een paneldiscussie die gaat over deze stelling. Voor deze activiteit trekt u 15 minuten uit.

U vraagt twee leerlingen om samen een panel te vormen.

De ene leerling neemt het standpunt in van iemand die het eens is met de stelling. De andere leerling neemt het standpunt in van iemand die het oneens is met de stelling. Zij baseren hun standpunt zo veel mogelijk op grond van de informatie die ze gekregen hebben uit de bronnen in de les.

Tenslotte vraagt u of er leerlingen zijn die tijdens de paneldiscussie van mening zijn veranderd. Als dat zo is, vraag dan die leerlingen waarom ze van mening zijn veranderd.

Uitwerking
Het stikstofprobleem in Nederland komt hierop neer dat ecosystemen verstoord raken door teveel neerslag van stikstofhoudende stoffen. Planten die veel stikstof nodig hebben om te groeien, verdringen door extra snelle groei en verspreiding steeds meer de planten die weinig stikstof nodig hebben. Dat heeft een negatieve invloed op de fauna, omdat dieren die hun voedsel uit planten halen die weinig stikstof nodig hebben, op den duur ook verdwijnen.

Vooral natuurgebieden zijn gevoelig voor een te grote neerslag van stikstofhoudende stoffen.

Tussen 2015 en mei 2019 dacht de overheid in Nederland de extra neerslag van stikstofhoudende stoffen door het uitvoeren van nieuwe projecten in de bouw, in de infrastructuur, de energievoorziening en de landbouw voor lief te kunnen nemen. De overheid verwachtte dat maatregelen ter beperking van die neerslag, die nodig is om onze natuurgebieden te beschermen, op den duur die extra neerslag zou kunnen compenseren. De bedoeling was dat de totale neerslag van die stoffen zou afnemen, maar het tegendeel gebeurde. Zo werd Nederland binnen de Europese Unie in dit opzicht de slechtste leerling van de klas.
Op 28 mei 2019 riep de Raad van State een halt toe aan dit beleid en werden talrijke bouwprojecten opgeschort, die uitgevoerd zouden worden vlakbij natuurgebieden. De Raad van State deed dat nadat het Europese Hof van Justitie had bepaald dat dit beleid in strijd was met de EU-richtlijn dat de kwaliteit van natuurgebieden in de unie niet achteruit mag gaan. Toch gebeurde dat in Nederland wel degelijk en het was nog maar de vraag of het beleid op den duur tot verbetering zou leiden.

Door die uitspraak van de Raad van State ontstond er voor politici en het bedrijfsleven door het stikstofprobleem ineens een crisissituatie.

Niet alleen door het opschorten of afgelasten van projecten en het sluiten van veebedrijven kan deze crisis worden opgelost, ook vegetariërs en veganisten kunnen er een positieve bijdrage aan gaan leveren. Sterker nog: die doen dat al en hun bijdrage neemt toe naarmate meer mensen vegetariër of veganist worden.

Vegetariërs zijn mensen die besloten hebben minder of geen vlees en soms ook geen vis meer te eten.

Veganisten zijn mensen die besloten hebben geen vlees en vis meer te eten en ook geen andere producten meer te gebruiken die met delen van dieren of met behulp van dieren zijn gemaakt. Daarbij kun je denken aan zuivel en eieren en kleding, schoeisel en cosmetica waar bestanddelen in zitten die van dieren afkomstig zijn.

Vegetariërs en veganisten willen niet alleen het dierenleed in de veeteelt industrie helpen te stoppen, maar willen door hun keuzes ook meehelpen het milieu en de natuur te sparen.

Ze hebben door het ontstaan van het stikstofprobleem nu een extra argument voor de keuze die ze gemaakt hebben. Door de vergrote neerslag van stikstofhoudende stoffen zal de kwaliteit van milieu en natuur verder achteruitgaan.

Maar vegetariërs en veganisten kunnen maar een bescheiden bijdrage leveren aan de oplossing van het stikstofprobleem, omdat:

  • Een deel van de ongewenste stikstofhoudende stoffen die in het Nederlandse milieu terechtkomen, komt vrij door de bouw (van woningen, kantoren en infrastructuur), het wegvervoer, de luchtvaart, het openbaar vervoer en het verstoken van brandstoffen als aardgas, steenkool, hout en aardolie in huishoudens en de industrie. Dat betekent wel dat drastische beperking van de uitstoot van die stoffen door de intensieve veeteelt ruimte schept voor het uitvoeren van bouwprojecten, zo lang extra bouwactiviteiten de vermindering van de totale neerslag van stikstofhoudende stoffen in Nederland niet tenietdoet.
  • Een deel van die ongewenste stikstofhoudende stoffen is afkomstig uit het buitenland.
  • Nederland voert veel van de producten van de Nederlandse intensieve veeteelt uit. Minder afzet op de binnenlandse markt zal bedrijven die aan intensieve veeteelt doen, stimuleren om in het buitenland meer afzet te verkrijgen voor hun producten. Dat zal niet moeilijk zijn omdat de wereldbevolking groeit. Alleen al daarom zal de consumptie van vlees en andere dierlijke producten blijven toenemen. Bovendien kunnen vooral in Azië steeds meer mensen meer vlees gaan eten, omdat ze meer te besteden krijgen. Dus zelfs al zou niemand in Nederland nog vlees eten, dan zou de veestapel in Nederland weliswaar afnemen, maar vermoedelijk niet in voldoende mate.


Kerndoelen
36. De leerling leert betekenisvolle vragen te stellen over maatschappelijke kwesties en verschijnselen, daarover een beargumenteerd standpunt in te nemen en te verdedigen, en daarbij respectvol met kritiek om te gaan.

38. De leerling leert een eigentijds beeld van de eigen omgeving, Nederland, Europa en de wereld te gebruiken om verschijnselen en ontwikkelingen in hun omgeving te plaatsen.

39. De leerling leert een eenvoudig onderzoek uit te voeren naar een actueel maatschappelijk verschijnsel en de uitkomsten daarvan te presenteren.

 


 

  • De leerlingen kunnen uitleggen wat vegetarisme en veganisme zijn.
  • De leerlingen kunnen uitleggen waarom de biodiversiteit van natuurgebieden achteruitgaat, als er veel stikstofverbindingen op de bodem van die gebieden terechtkomen.
  • De leerlingen kunnen meerdere bronnen van deze stikstofverbindingen benoemen.
  • De leerlingen kunnen aangeven volgens welke regelgeving van de Europese Unie Nederland verplicht is om natuurgebieden op haar grondgebied te beschermen.
  • De leerlingen kunnen, aan de hand van de ligging van die natuurgebieden, uitleggen waar de intensieve veeteelt in Nederland het sterkst zou moeten inkrimpen.
  • De leerlingen kunnen een met argumenten ondersteunde inschatting maken in hoeverre het minder of niet meer gebruiken van dierlijke producten helpt het stikstofprobleem op te lossen.

 


 
De leerlingen hebben de opdracht in de les goed gemaakt als de paneldiscussie heeft laten zien:

  • dat de leerdoelen zijn behaald en
  • dat de leerlingen respect hebben voor elkaar en elkaars mening.

 

verwante lessen

Login Form