Oorspronkelijk ontstonden bosbranden alleen door blikseminslag of een vulkaan die actief werd, maar toen de mensen op aarde verschenen, ook door menselijk handelen.
Mensen steken bossen in brand. Bijvoorbeeld om ruimte te maken voor akkers, voor aanleg van grasland waar vee op kan grazen, voor het uitvoeren van een bouwproject of voor het delven van metalen en andere grondstoffen.
Ook werken mensen het ontstaan van bosbranden in de hand door het klimaat op de gehele aarde te beïnvloeden. Dat gebeurt door activiteiten die steeds meer van het broeikasgas CO2 in de dampkring uit te stoten. Dat doen ze niet alleen door fossiele brandstoffen te verstoken, maar ook door zoveel bossen te rooien dat er minder bossen overbleven om CO2 uit de dampkring te halen en het koolstof uit dit gas op te slaan.
Resultaat: de hoeveelheid CO2 in de dampkring neemt toe, waardoor het broeikaseffect sterker wordt. Dat betekent dat het op aarde warmer wordt.
Naarmate het warmer wordt, hebben bossen vaker te maken met droogte en hoge temperaturen. Daardoor vliegen ze makkelijker in brand en treden er vaker bosbranden op, en bovendien op grotere schaal. Als dat in een uitgestrekt bosgebied gebeurt, nemen de branden snel in omvang en aantal toe en duurt het soms enkele maanden voordat ze allemaal uit zijn.
Dat was bijvoorbeeld het geval in Australië in 2019, toen het daar zomer was. Die branden ontstonden tijdens een periode van droogte en hoge temperaturen. Hetzelfde gebeurde in Siberië in de zomer van dat jaar.
Bij al die extra bosbranden komt er extra CO2 in de dampkring terecht waarmee het broeikaseffect verder toeneemt. Als gevolg hiervan warmt de aarde nog sneller op, wat dan weer leidt tot nog meer bosbranden. Hier is dus sprake van een sneeuwbaleffect.
Tropische regenwouden blijven daarbij, hoewel deze term anders doet vermoeden, niet buiten schot. Zo lang het af en toe regent, zijn ze niet brandbaar. Dan krijgt niemand ze in brand. Maar in de regenwouden van het Amazonegebied bijvoorbeeld valt er enkele maanden per jaar weinig regen. Dan kunnen deze wouden wel degelijk zover uitdrogen dat ze makkelijk in brand vliegen.
In deze droge periode wordt het regenwoud vaak in brand worden gestoken om ruimte te maken voor land- en mijnbouw.
Sinds hij in 2018 tot president van Brazilië is verkozen, moedigt Jaïr Bolsonaro het afbranden van tropisch regenwoud in het Amazone-gebied aan, omdat hij vindt dat dit gebied meer ruimte moet bieden voor landbouw- en mijnbouwbedrijven.