Biobrandstoffen zijn mengsels van plantaardige oliën of ethanol. Ze worden steeds vaker als energiebron gebruikt, omdat ze relatief schoon zijn vergeleken met benzine, diesel en gas. Ze raken bovendien niet op omdat de natuur voortdurend nieuwe planten levert waaruit deze brandstoffen worden gemaakt. Ook vermindert bij vervanging van benzine, diesel en gas door biobrandstoffen de uitstoot van CO2. Maar biobrandstoffen hebben ook nadelen.
Voor de aanplant van gewassen als maïs, soja en rietsuiker, waar biobrandstoffen van worden gemaakt, is veel landbouwgrond nodig.
Als hiervoor alleen bestaand landbouwareaal wordt gebruikt, gaat het ten koste van de voedselproductie, omdat dan hiervoor minder landbouwgrond ter beschikking is. Daardoor zullen de voedselprijzen stijgen.
Dat is te voorkomen door natuurgebieden in cultuur te brengen om zo aan extra landbouwgrond te komen. Maar dat betekent meer ontbossing. Daardoor zou er door bossen minder CO2 uit de dampkring worden gehaald en vastgehouden. De reductie van uitstoot van CO2 zou hiermee teniet worden gedaan.