Verwoestijning

 

Van verwoestijning is sprake als gebieden die aan woestijnen grenzen, steeds meer trekken van een echte woestijn krijgen.

Verwoestijning van een gebied wordt voor een deel veroorzaakt door periodes waarin er minder neerslag valt dan gemiddeld, waardoor de vegetatie verdort en de bodem uitdroogt. Voor het overige deel gebeurt dit door de manier waarop bewoners omgaan met de bodem en met de plantengroei in die gebieden. Soms wordt in een gebied, bijvoorbeeld de Sahel, verwoestijning teruggedraaid als er gedurende enkele jaren meer regen valt dan gemiddeld. Dan herstelt de vegetatie zich. Als daarna een reeks van jaren volgt die droger zijn dan gemiddeld, gaat het gebied weer meer op een woestijn lijken.

Verwoestijning vormt voor mensen een bedreiging van hun middelen van bestaan en van hun voedselvoorziening. Dit geldt, vooral in Afrika, voor vele miljoenen mensen.

verwoestijningDe Sahel-regio van Mali

 



opdrachtMensen hebben geen invloed op de hoeveelheid regen die jaarlijks valt in een gebied dat te lijden heeft van verwoestijning. Wel kunnen mensen hun aandeel in het proces van verwoestijning beperken of zelfs verwoestijning min of meer ongedaan maken.

In deze les zoek je uit hoe mensen zelf een deel zijn van het probleem van verwoestijning en hoe ze zelf de oplossing van het probleem kunnen worden.

Dat doen jullie door een gebied dat te lijden heeft onder verwoestijning te onderzoeken en te kijken hoe het proces van verwoestijning in dit gebied kan worden aangepakt.

Schrijf hierover een advies aan het Ministerie van Buitenlandse Zaken (daar valt ook Ontwikkelingssamenwerking onder). Dat ministerie moet het project helpen financieren.

 


 

werkinuitvoeringVoor deze opdracht krijg je 2 lesuren de tijd. Lees eerst in je eentje de bronnen ‘Een wereldwijd probleem’ en ‘Wat doen de VN’. Daar krijg je 20 minuten de tijd voor.

De resterende tijd is bestemd voor onderzoek van een gebied dat te kampen heeft met verwoestijning. Dat doen jullie in groepen van vier.

Een van die gebieden is de omgeving van de stad Almería in Spanje. Ook in Oost-Afrika is verwoestijning een probleem. In de Bosatlas (zie de bron ‘Een wereldwijd probleem’) zijn nog andere gebieden te vinden waar dit probleem aan de orde is.

Gebruik bij dit onderzoek ook Google Earth, indien beschikbaar, en in ieder geval de andere bronnen in de les. Het gaat om twee voorbeelden van hoe verwoestijning is of wordt aangepakt, zie hiervoor de bron ‘Oorzaken en oplossingen’.

Schrijf je advies aan het Ministerie van Buitenlandse Zaken.

 



Grote delen van onze aarde worden bedreigd door woestijnvorming of verwoestijning. Het gaat ook om gebieden met een steppeklimaat die nog niet als woestijn kunnen worden aangemerkt, maar die wel steeds meer op een woestijn gaan lijken. Daarbij wordt hun bodem steeds minder vruchtbaar. Die gebieden liggen in de buurt van echte woestijnen. Dat kun je zien in de Bosatlas, 54e editie, op de wereldkaart 226A ‘Uitbreiding van de woestijnen’ en in de Bosatlas, 55e editie, op de wereldkaart 248A ‘Uitbreiding van de woestijnen’. Op deze kaarten is aangegeven waar de echte woestijnen liggen, gebieden die extreem sterk bedreigd worden door woestijnvorming en gebieden die in mindere mate door woestijnvorming worden bedreigd.

Verwoestijning wordt veroorzaakt door droogte gedurende enkele jaren en door landdegradatie als gevolg van menselijk handelen. Door verwoestijning gaat jaarlijks veel landbouwgrond verloren.

Verwoestijning treedt op in rijke landen als Spanje en in ontwikkelingslanden. Het   zijn vooral ontwikkelingslanden die met dit probleem te kampen hebben, en dat zijn vaak dichtbevolkte landen die bovendien ook tot de armste van de wereld behoren. Wereldwijd hebben honderden miljoenen mensen ermee te kampen.

Voortschrijdende verwoestijning doet armoede toenemen en veroorzaakt of verergert voedseltekorten.

droogte

 


 
Verwoestijning is het gevolg van vele factoren. Het is een wisselwerking tussen natuurlijke processen en het gebruik van de grond door de mens. Oorzaken zijn:

  • Opwarming van de aarde. Door de opwarming van de aarde, voornamelijk door de mens veroorzaakt, is de verdamping groter en bevatten rivieren en ondergrondse bronnen minder water.
  • Monocultuur. Door monoculturen, het verbouwen van één enkel gewas gedurende vele jaren, raakt de bodem uitgeput.
  • Overbeweiding. Een woestijn wordt meestal begrensd door de woestijnsteppe, een gebied dat zeer kwetsbaar is voor overbeweiding. De begroeiing wordt vernield, doordat het vee gras en struiken sneller opeet dan dat die aangroeit. Dat gebeurt als er te weinig plekken zijn om vee te laten grazen, waar deze vegetatie zich wel snel kan herstellen of als er teveel dieren op hetzelfde stuk grond grazen.
  • Houtkap. Veel bewoners van droge gebieden kappen de weinige begroeiing die er is. Ze hebben het hout nodig om eten te koken.

Om verwoestijning tegen te gaan kunnen gelijktijdig verschillende maatregelen worden genomen. De belangrijkste zijn:

  • Het aantal dieren dat op hetzelfde gebied graast, zover terugbrengen dat de vegetatie op het terrein niet sneller wordt opgevreten dan dat die aangroeit.
  • Het aanleggen van 'kralen': 'Kralen' zijn weilanden met een hek eromheen. De dieren kunnen niet meer vrij rondlopen. Op zo'n manier voorkomt men dat jonge plantjes en boompjes al worden opgegeten voor ze groot zijn.
    tegengaanontbossing
  • Het tegengaan van ontbossing. Veel mensen in droge gebieden gebruiken de bomen als brandhout en kappen stukken bos voor landbouwgrond. Het verbieden van houtkap is geen oplossing, tenzij mensen de beschikking krijgen over andere manieren om energie op te wekken, zoals met kooktoestellen die op warmte uit zonlicht werken. Een tussenoplossing is dat mensen de beschikking krijgen over houtkachels die efficiënter werken, waardoor ze minder bandhout nodig hebben.
  • Planten van nieuwe bossen. Over de hele wereld is men in gebieden die door woestijnvorming bedreigd worden bezig met herbeplanting. Bomen hebben verschillende functies. Boomgordels breken de wind waardoor de winderosie vermindert. Ze houden met hun wortels de grond langer vochtig en voorkomen met die wortels dat de grond wegwaait of wegspoelt. Ze leveren voedsel voor mens en dier. Ten slotte nemen nieuwe bossen het broeikasgas CO2 op uit de dampkring van de aarde en houden het kortere of langere tijd vast.

Hierdoor wordt het broeikaseffect in de dampkring minder, zodat de opwarming van de aarde wordt afgeremd.

  • Betere opslagmogelijkheden. Veel voedsel dat is opgeslagen, gaat verloren doordat dieren ervan vreten of door bederf. Dat is te ondervangen door de bouw van goede silo’s. Hierdoor wordt het makkelijker om voorraden voedsel aan te houden en daarmee de jaren door te komen waarin door droogte de oogst tegenvalt en dus niet voldoende voedsel oplevert.
  • Betere landbouwmethodes.

Door het toepassen van traditionele landbouwmethodes als wisselbouw (om beurten stukken grond een jaar lang onbebouwd laten) krijgt de grond tijd om te herstellen. De kans op roofbouw wordt dan een stuk kleiner.

  • Nieuwe gewassen. Gewassen zoals bepaalde graansoorten, limabonen en pompoenen blijken goed tegen de droogte te kunnen. De landbouwuniversiteit van Wageningen kweekt nieuwe rassen van landbouwgewassen die beter bestand zijn tegen droogte. Door het verbouwen van verschillende gewassen naast elkaar, is de kans op een totale misoogst kleiner.
  • Verbeteren van de landbouwgewassen. Verbetering van de traditionele gewassen, zoals sorghum en gierst kunnen de opbrengst vergroten. Sorghum en gierst zijn beide planten die goed tegen de droogte kunnen.

Gedeeltelijk ontleend aan: ‘Waarom groeien de woestijnen?’, op https://www.leerwiki.nl/wetenschap/biologie/ecologie/milieu/10947/waarom-groeien-de-woestijnen/

 


 
Om de oprukkende woestijn tegen te houden, willen de staatshoofden van dertien Afrikaanse landen in de Sahel een muur van bomen planten. Dwars door Afrika, van Senegal in West-Afrika tot Djibouti in het oosten van Afrika. Meer dan 7000 kilometer lang en 15 kilometer breed.

grotegroenemuurSchematische kaart van de Grote Groene Muur

De Senegalese president Abdoulaye Wade is degene die de aanzet heeft gegeven tot het aanleggen van deze Great Green Wall, oftewel de Grote Groene Muur. De bomen moeten de bodemerosie vertragen en windsnelheden verminderen. En door de bomen wordt er meer regenwater in de bodem opgenomen.

In Senegal is het werk aan de Grote Groene Muur al begonnen. De overheid steekt veel energie in het inschakelen van de bevolking. Studenten van de Cheikh Anta Diop Universiteit helpen mee. Honderden studenten trokken als vrijwilliger naar het platteland. Sinds 2007 is zo in Senegal al 10.000 hectare bos aangeplant.

Wat nieuw en voor velen hoopgevend is, is dat zoveel Afrikaanse landen het eens zijn geworden over het belang om iets te doen tegen de oprukkende woestijn. Tot nu toe werd er vooral afgewacht en naar het Westen gekeken. Dit initiatief komt uit de regio zelf.

Inmiddels is het project niet overal goed uit de verf gekomen. In de gordel waar de bomen worden geplant, valt vaak zo weinig regen, dat de bomen het nauwelijks kunnen bolwerken. Ook krijgen enkele gebieden te maken met politieke spanningen die het werk aan het project hinderen.

Inmiddels is niet langer sprake van één groot project, maar werken talrijke nationale en andere organisaties aan eigen projecten om bij te dragen aan het oprichten van de groene muur.

Naar:  ‘Hoever staat het met de “Afrikaanse Grote Groene Muur” die het continent groener moet maken?’ op https://www.vrt.be/vrtnws/nl/2019/03/06/wat-is-de-afrikaanse-grote-groene-muur/

 


 
China is niet langer kansloos in de strijd tegen het zand. De Groene Muur, een reusachtig boomplantproject rond de steden in het noorden van het land, heeft de razendsnelle uitbreiding van de Chinese woestijnen duidelijk vertraagd. De brede gordel van bomen die het oprukkende zand moet tegenhouden, biedt een goede tegenwicht. Ook op andere plaatsen in het land gaat de woestijnvorming niet meer zo hard.

De Gobi, de Taklimakan, de Kumtag en kleinere woestijngebieden kregen er in de jaren '90 samen nog meer dan 10.000 vierkante kilometer bij per jaar - een derde van de oppervlakte van België.

gobiwoestijnDuinen in de Gobiwoestijn

Volgens het Chinese ministerie van Bosbouw is die aangroei sinds 2001 verminderd tot ongeveer 3.000 vierkante kilometer. Dat is te danken aan de 50 miljard yuan (ongeveer 5 miljard euro) die China sinds 1978 al in de Groene Muur heeft geïnvesteerd.

Ondanks het afremmen van de verwoestijning zijn er nog altijd grote zorgen in China. Het probleem is nog altijd onrustwekkend, geeft Zhu Lieke toe, tweede in rang bij het ministerie van Bosbouw. Bijna een vijfde van het Chinese grondgebied is intussen bedekt door woestijnen, en een kwart van de totale oppervlakte van het land wordt bedreigd.

Het dorre Chinese binnenland is intussen het grootste gebied op aarde waar goede akkergrond verandert in levenloze zandvlakten. De afgelopen kwarteeuw is in China veel landbouwgrond ten prooi gevallen aan de snelle industrialisering en de onophoudelijke groei van de steden. De vraag naar hout in de bouwsector en de meubelindustrie heeft de Chinese bossen flink uitgedund, waardoor het zand op veel plaatsen vrij spel kreeg.

Wel is het aantal spectaculaire zandstormen dat Peking meestal in de lente treft duidelijk teruggelopen. In de jaren 90 waren het er volgens de VN gemiddeld 24 per jaar, de voorbije twee jaar maar drie of vier. Maar de stormen worden wel almaar krachtiger. Op 16 april 2011 deponeerde een extreem hevige storm 330.000 ton stof en zand in de hoofdstad.

Experts waarschuwen dat China zich niet mag blindstaren op de zandstormen - uiteindelijk is dat slechts één symptoom van het veel grotere probleem van verwoestijning. Goede landbouwgrond verdwijnt bijvoorbeeld ook doordat boeren veel te grote kuddes houden, die het karige grasland in het noorden en het noordwesten kaalvreten. De Chinese regering probeert door irrigatie meer gras en hooi te produceren en heeft ook een selectief verbod ingesteld op het weiden van vee in kwetsbare gebieden. Maar volgens een deskundige zal dat niets uithalen, als de kuddes niet kleiner worden. De Chinese boeren houden nu 339 miljoen koeien, schapen en geiten.

Bron: ‘Grote Groene Muur vertraagt verwoestijning China’ op https://www.digibron.nl/viewer/collectie/Digibron/id/tag:RD.nl,20060610:newsml_1167427ffc50564692ca40a16f797742

 


 
waterboxxPieter Hoff, een Nederlander, bedacht de WaterBoxx. De WaterBoxx is bedoeld om planten en bomen te ondersteunen bij hun overleving onder moeilijke omstandigheden. Pieter Hoff heeft in de Marokkaanse Sahara een proef met succes afgerond. Van de bomen die met een WaterBoxx werden geplant, was 90 procent na een paar maanden groen en levend.

De WaterBoxx is een soort plastic emmer met een gat in het midden, waardoor het boompje in de grond wordt geplant. Het ingenieus ontworpen deksel vangt 's nachts condenswater op en laat dat in de emmer sijpelen. Ook tijdens zeldzame regenbuien opgevangen regenwater wordt opgeslagen en via koordjes in kleine doses aan de plant verstrekt.

Zie ook: 


 
Sinds een rampzalige droogte in de Sahel in 1974, die tot grote hongersnood leidde, is de wereld zich meer dan ooit bewust van wat verwoestijning kan aanrichten en daadwerkelijk aan het aanrichten is. Dat is ook te zien bij de Verenigde Naties. Die bewustwording kreeg een nieuwe impuls door een vergelijkbare ramp in Ethiopië in 1984 en bijvoorbeeld ook de droogte en hongersnood in de Hoorn van Afrika in 2011.

Een Afrikaanse landbouwdeskundige omschreef het onderliggende probleem bij dit soort rampen als volgt: “Woestijnvorming is de uitslag op de huid van onze planeet, waar deze verkeerd is behandeld”.

Dit probleem wordt in kringen van de Verenigde Naties bestempeld als een ‘grote bedreiging van de mensheid’. Om de aandacht hierop te vestigen riepen de Verenigde Naties 2006 uit tot Internationaal Jaar van de Woestijnen en van de strijd tegen de Woestijnvorming.

unepDaar hebben de Verenigde Naties het niet bij gelaten, tevoren niet en ook daarna niet. Ze hebben zich vele inspanningen getroost om verwoestijning, met alle gevolgen van dien, in kaart te brengen.

In 2001 bijvoorbeeld presenteerde de milieuorganisatie van de VN, UNEP, satellietbeelden waarop te zien was dat 90% van de graslandgebieden in het Midden-Oosten verdwenen was.

En in 2005 presenteerde de UNEP een atlas waarin een aantal drastische veranderingen van meren in Afrika te zien was. Het Tsjaadmeer bleek in dat jaar aanzienlijk kleiner te zijn geworden. Ook waren de oevers van het Nakurameer in Kenia ontbost en was langs de oevers van het Victoriameer gedurende de laatste tientallen jaren de bevolking toegenomen.

Veel probleemgebieden liggen met name in de armste ontwikkelingslanden. Naarmate de woestijnvorming toeneemt, neemt ook de armoede en honger in de wereld toe. Land gaat verloren voor de landbouw. Mensen worden gedwongen te verhuizen, omdat het moeilijk leven is in een woestijngebied, en dat leidt vaak tot conflicten. Doordat grote gebieden praktisch kaal worden zal het ecosysteem aarde op niet te voorspellen wijze veranderen.

De Verenigde Naties onderkenden ook dat verwoestijning een probleem is dat niet door landen afzonderlijk kan worden aangepakt. Daarom namen de Verenigde Naties op 17 juni  1994 het Verdrag ter Bestrijding van de Woestijnvorming of UNCCD aan.

Er verschijnen regelmatig, namens de VN, persberichten over oorzaken en gevolgen van verwoestijning en over manieren om die tegen te gaan.

 


 
Verwoestijning is een sluipend proces waarbij steppegebieden steeds meer op echte woestijnen gaan lijken, waarmee ze ongeschikt worden voor akkerbouw en veeteelt. Verwoestijning verwoest daarmee de middelen van bestaan en de lokale voedselvoorziening van vele miljoenen mensen. Vooral in Afrika leidt dit tot meer armoede en tot voedseltekorten, in extreme gevallen zelfs tot hongersnood.

Deze les laat zien hoe mensen deel zijn van het probleem van verwoestijning en hoe ze ook de oplossing van dit probleem kunnen worden en hoe dat in de praktijk ook gebeurt.

Plan van aanpak:
Voor deze les trekt u 2 uur uit. U laat de leerlingen eerst de bronnen ‘Een wereldwijd probleem’ en ‘Wat doen de VN’ lezen. Trek er 20 minuten voor uit.

De resterende tijd richt u in voor onderzoek van enkele gebieden waar verwoestijning optreedt. Hiertoe deelt u de klas in groepen van vier in en laat u iedere groep een van die gebieden onderzoeken. Op de wereldkaart ‘Uitbreiding van de woestijnen’ in de Bosatlas, 54e of 55e druk, kiezen ze een gebied uit, bij voorkeur niet in de Sahel en in China, want die gebieden worden in de les als voorbeelden gebruikt van hoe dit probleem is of wordt aangepakt.

De leerlingen doen hun onderzoek aan het gebied dat ze gekozen hebben met  Google Earth, indien beschikbaar is, en in ieder geval met de andere bronnen in de les.

Het onderzoek met uitwijzen waarom het gekozen gebied in een echte woestijn dreigt te veranderen en hoe dat in meer of mindere mate kan worden voorkomen door menselijk ingrijpen.

Tenslotte leggen de leerlingen de resultaten van hun onderzoek vast in een advies aan het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Die kan en moet financieel bijspringen om in het gekozen gebied verwoestijning aan te pakken.

Globale uitwerking:
Bij alle inspanningen om verwoestijning aan te pakken en zo mogelijk terug te draaien speelt het laten groeien van nieuwe vegetatie een belangrijke rol. Dat blijkt al uit het motto ‘hoe groener de aarde, hoe koeler de planeet’ van de campagne die gevoerd wordt via de website justdiggit.nl. Nieuwe vegetatie roept een halt toe aan bodemerosie en zorgt voor een hogere vochtigheidsgraad van de lucht. Die vegetatie heeft daardoor een temperend effect op het proces van uitdroging van de bodem en op dagelijkse schommeling van de temperatuur, waarbij het overdag ook minder heet wordt.

Daarnaast wordt landbouw steeds meer mogelijk op droge en verzilte bodems, omdat onder meer aan de Landbouwuniversiteit Wageningen nieuwe soorten gewassen worden gekweekt die beter bestand zijn tegen droogte en verzilting. Bovendien draagt de teelt van deze gewassen bij aan de vergroening van het gebied.

Eindtermen voor HAVO:
Subdomein C2: Samenhangen en verschillen op aarde
7. De kandidaat kan met betrekking tot samenhangen en verschillen op aarde:
7a. Natuurlijke verschijnselen aan het aardoppervlak en in de atmosfeer beschrijven, herkennen en verklaren, rekening houdend met verschillende tijd- en ruimteschalen.
Het betreft:
7a 2. De betekenis van exogene krachten aan het aardoppervlak voor de vorming van het aardoppervlak.
7a 4. Het externe systeem aarde (lithosfeer, atmosfeer, hydrosfeer en de betekenis voor klimaatsystemen; inclusief luchtcirculatie en zeestromen)
7b. de betekenis van de landschapszones op aarde en de veranderingen hierin beschrijven, analyseren en aan elkaar relateren.
7b 2. Veranderingen in landschapszones door menselijke activiteiten.

Eindtermen voor VWO:
Domein C: Aarde
Subdomein C1: De aarde als natuurlijk systeem; samenhangen en diversiteit
5. De kandidaat kan met betrekking tot de aarde als natuurlijk systeem:
5a. de aarde als een uniek natuurlijk systeem beschrijven en deze kennis toepassen bij het analyseren van veranderingen aan het aardoppervlak op verschillende tijd- en ruimtetijdschalen;
5b. de kenmerken van landschapszones op aarde en de veranderingen hierin beschrijven, analyseren en aan elkaar relateren;
5c. de natuurlijke en landschappelijke kenmerken van een nader aan te wijzen fysisch-geografische macroregio in onderlinge samenhang en in relatie tot de samenlevingen in de betreffende macroregio analyseren.

 


 

  • De leerlingen kunnen uitleggen wat verwoestijning is.
  • De leerlingen kunnen aan de hand van de verdeling van de klimaten op aarde aangeven welke gebieden kwetsbaar zijn voor verwoestijning.
  • De leerlingen kunnen aangeven op welke manieren mensen zelf bijdragen aan verwoestijning van hun woongebied.
  • De leerlingen kunnen aangeven waarom dit proces hun bestaanszekerheid bedreigt.
  • De leerlingen kunnen aangeven op welke manieren mensen verwoestijning aanpakken.
  • De leerlingen hebben gezien hoe de Verenigde Naties het vraagstuk van verwoestijning onder de aandacht brengen en wat ze er zelf tegen helpen doen.

 


 
De leerlingen hebben de opdracht in de les goed gemaakt als hun advies duidelijk maakt:

  • waarom het door hen onderzochte gebied kwetsbaar is voor verwoestijning;
  • hoe bewoners in het gebied zelf hebben bijgedragen of nog bijdragen aan verwoestijning, en
  • hoe ze met hulp van buitenaf zelf dit probleem (kunnen) aanpakken.

 

verwante lessen

Login Form