In 1955 startte de Wereldgezondheidsorganisatie WHO van de Verenigde Naties een campagne om malaria wereldwijd uit te roeien. Dat gebeurde na twee doorbraken op het gebied van bestrijding van deze ziekte: de uitvinding van het bestrijdingsmiddel DDT, een krachtig wapen tegen de mug die de malariaparasiet plasmodium van mens tot mens overbrengt en de komst van chloroquine, een krachtig en veilig medicijn tegen malaria. De campagne liep uit op een mislukking en werd in 1969 stopgezet.
Leerlingen gaan na waarom de campagne is mislukt en of het alsnog mogelijk is om malaria uit te roeien.
Plan van aanpak:
Voor deze les trekt u 1 uur uit.
Maak vier groepen. Eerst brengt elke groep de besmettingsketen (zie de uitwerking hieronder) bij de malariaparasiet in kaart aan de hand van de bronnen.
Hier voor ruimt u 30 minuten voor in.
Daarna maakt de klas routekaart of roadmap voor het bestrijden van malaria in een land of gebied. De routekaart kan vervolgens overal worden toegepast om de ziekte alsnog de wereld uit te helpen.
Iedere groep kiest een van de volgende onderwerpen rondom malaria:
- de thuissituatie;
- de plekken waar steekmuggen van het geslacht Anopheles leven;
- voorlichting over de ziekte malaria, hoe het te herkennen en te behandelen;
- de rol van de Verenigde Naties in de bestrijding van malaria. Lees hiervoor ‘Wat doen de VN?’.
Elke groep schrijft een hoofdstuk over het onderwerp dat hij onderzocht heeft. Voor het schrijven ervan ruimt u 30 minuten in.
Als iedereen klaar is, voegt u de hoofdstukken samen tot de roadmap.
Uitwerking:
De overdracht van de plasmodium, de parasiet die bij mensen malaria verwekt, verloopt via een keten die van een mens, via de drager van de parasiet, de steekmug van het geslacht Anopheles naar een ander mens loopt. Als één schakel in de keten wordt weggehaald, werkt de keten niet meer. De schakels in de keten zijn:
- een mens die de parasiet bij zich draagt;
- zijn woonplek, waar steekmuggen die de parasiet overbrengen voorkomen;
- de steekmug, die deze mens bijt en de parasiet uit de bloedbaan van de mens in zich opneemt;
- een plek waar mensen wonen;
- iemand op die plek die nog niet besmet is met de parasiet.
- dezelfde steekmug als in 3;
- Als de steekmug hem bijt en daarbij besmet met de parasiet, wordt deze mens schakel 1 in de besmettingsketen.
Hoe de keten te doorbreken?
- Bij 1: door een kuur met een geneesmiddel dat de parasiet doodt.
- Bij 2 en 5: door te voorkomen dat steekmuggen met hem in contact komen. Dat kan met een klamboe met DEET en daarnaast door muggen buiten te houden met goed afsluitende horren voor de ramen.
- Bij 3 en 4: door steekmuggen in huis en in de woonomgeving te verdelgen met een bestrijdingsmiddel. Ook door te voorkomen dat steekmuggen met de parasiet eitjes leggen in waterreservoirs.
Eindtermen voor HAVO:
Domein A: Historisch besef
2. De kandidaat kan de volgende tijdvakken met bijbehorende tijdsgrenzen in chronologische volgorde noemen en als referentiekader gebruiken:
- tijdvak 10: tijd van televisie en computer (vanaf 1950) / tweede helft 20e eeuw.
Domein B: Oriëntatiekennis
8. De kandidaat kan voor elk van de tien tijdvakken die genoemd zijn in eindterm 2:
- de kenmerkende aspecten voor ieder tijdvak noemen;
- bij elk kenmerkend aspect van een tijdvak een passend voorbeeld geven van een gebeurtenis, ontwikkeling, verschijnsel of handeling dan wel gedachtegang van een persoon en dit voorbeeld gebruiken om het betreffende aspect te verduidelijken;
- uitleggen hoe kennis van het betreffende tijdvak de oriëntatie op de hedendaagse werkelijkheid beïnvloedt;
Eindtermen voor VWO:
Domein A: Historisch besef
2. De kandidaat kan de volgende tijdvakken met bijbehorende tijdsgrenzen in chronologische volgorde noemen en als referentiekader gebruiken:
- tijdvak 10: tijd van televisie en computer (vanaf 1950) / tweede helft 20e eeuw.
Domein B: Oriëntatiekennis
8. De kandidaat kan voor elk van de tien tijdvakken die genoemd zijn in eindterm 2:
- de kenmerkende aspecten voor ieder tijdvak noemen;
- bij elk kenmerkend aspect van een tijdvak een passend voorbeeld geven van een gebeurtenis, ontwikkeling, verschijnsel of handeling dan wel gedachtegang van een persoon en dit voorbeeld gebruiken om het betreffende aspect te verduidelijken;
- uitleggen hoe kennis van het betreffende tijdvak de oriëntatie op de hedendaagse werkelijkheid beïnvloedt;
- uitleggen dat de betekenis die aan tijdvakken wordt toegekend mede afhangt van de tijd, plaats en omstandigheden waarin mensen zich met het verleden bezighouden.